Borstvoeding

informatie, tips, adviezen

Borstvoeding: informatie, tips, adviezen

Borstvoeding is de beste start voor je baby. Uit onderzoeken blijkt dat borstvoeding gezond is voor het kind. In moedermelk zitten veel verschillende voedingsstoffen in de juiste samenstelling. We stimuleren daarom het geven van borstvoeding.

 

De World Health Organisation (WHO) zegt het volgende over borstvoeding: ‘Exclusieve borstvoeding is aanbevolen tot de leeftijd van zes maanden, daarna moeten naast de borstvoeding vaste voedingsmiddelen worden geïntroduceerd, terwijl met borstvoeding wordt doorgegaan tot de leeftijd van twee jaar of langer’. Het Voedingscentrum beveelt borstvoeding aan tot minimaal zes maanden, daarna zolang moeder en kind zich daar prettig bij voelen.

Waarom borstvoeding?

Borstvoeding is goed voor het contact met je kind. Maar dat niet alleen, heeft het ook medische voordelen.

  • Moedermelk zit vol afweerstoffen. De moedermelk beschermt tegen allerlei ziekten, maag-, darm- en luchtweginfecties. Ook urineweginfecties, oorontsteking en hersenvliesontsteking komen minder vaak voor bij baby’s die borstvoeding krijgen. Eigenlijk geeft je je baby een natuurlijke vaccinatie en werk je mee aan het opbouwen van een afweersysteem.
  • Moedermelk verdient ook de voorkeur als je kind aanleg heeft voor allergie. De verschijnselen die bij een allergie horen, komen pas op een later tijdstip tot uiting en ze verlopen milder.
  • Het geven van borstvoeding heeft ook voor jezelf voordelen. Als je minimaal 6 maanden borstvoeding geeft, heb je minder kans op eierstok- en borstkanker en op osteoporose. Ook trekt de baarmoeder sneller samen, zodat je  minder bloed verliest na de geboorte.
  • Moedermelk is altijd beschikbaar, heeft de juiste samenstelling, is exact de goede temperatuur én is gratis.

Voorbereiding

Voor de geboorte

Tijdens de zwangerschap kun je al rekening houden met je toekomstige rol als voedende moeder. Gebruik voor je borsten bijvoorbeeld geen scherpe of uitdrogende middelen, zoals zeep. Op de tepelhof bevinden zich de kliertjes van Montgomery. Die houden door een vettige, antiseptische afscheiding de tepelhof soepel en bacteriearm. Zeep kan deze werking tenietdoen. Wanneer je toch iets wilt gebruiken, kies dan voor ongeparfumeerde crème.

Na de geboorte

Bij het geven van borstvoeding is het volgende van belang:

  • Let op hygiëne. Was vóór het voeden eerst de handen, trek regelmatig schone kleding aan, draag zoogkompressen tussen de voedingen door en verschoon deze na elke voeding.
  • Was de borsten dagelijks met water zonder zeep.
  • Laat de borsten na de voeding goed drogen aan de lucht.
  • Draag een goed steunende, niet knellende bh. Speciale voedingsbeha’s kunnen handig zijn tijdens het voeden.
  • Bij stuwing (meestal rond de derde tot vierde dag na de geboorte) is vaak en goed aanleggen het belangrijkste advies. Soms werkt dit vooral voor je eigen verlichting van de klachten. Soms is vooraf kolven nodig.

Voeding

Als je borstvoeding geeft, geldt: eet gezond en gevarieerd. De borstvoeding vraagt per dag 500 extra calorieën, je zult daarom extra moeten eten en drinken. In principe mag je alles eten en drinken. Er zijn wel voedingsmiddelen die prikkelend kunnen zijn voor de darmpjes van de baby. Een pasgeboren baby heeft nog onrijpe darmen. De eerste 3 maanden komen krampjes wat meer voor. Als je baby huilt, hoeft dit niet altijd door darmkrampjes te komen. De baby kan ook vaker aan de borst willen of graag bij je willen zijn. Een goede draagdoek kan dan fijn zijn.

Alcohol en roken

We raden het of om alcohol te gebruiken in de periode dat je borstvoeding geeft. Zelfs kleine hoeveelheden alcohol kunnen schadelijk zijn voor de baby. Ook nicotine raden we af tijdens de borstvoedingsperiode. Roken kan de toeschietreflex verminderen. Ook krijgt de baby via de melk deze ongezonde nicotine binnen.

Medicijnen

De meeste medicijnen kun je gewoon gebruiken terwijl je borstvoeding geeft. Gebruik deze wel in overleg met de arts. Als tijdelijk gebruik van medicijnen ongunstig is vanwege de borstvoeding (omdat je baby dan chemische stoffen binnenkrijgt), is kolven een goed alternatief om de borstvoeding op gang te houden. De afgekolfde moedermelk moet je dan wel weggooien. Na narcose mag je de baby weer aan de borst leggen als je wakker bent. Twijfel je? Neem dan contact op met de kinderarts. Die is verantwoordelijk voor de medicatie bij borstvoeding. Tergooi MC houdt zich aan het medicijnadvies van het Lareb. De lactatiekundige kan je hierin ook adviseren.

Beginnen met borstvoeding

We leggen je baby, als er geen bijzonderheden zijn, direct na de geboorte op de blote huid. Dit eerste contact is van groot belang om elkaar te leren kennen. Vlak na de geboorte heeft de baby meestal een heel sterk zoek- en zuigreflex. Als je hier gebruik van maakt, worden noodzakelijke stoffen voor de melkproductie geactiveerd. We begeleiden je bij het aanleggen.

Hoe leg ik de baby goed aan?

Goed aanleggen is belangrijk om de borstvoeding te laten slagen. We leggen de baby zo snel mogelijk aan, in ieder geval nog op de verloskamer. De verpleegkundigen geven je advies, zodat je leert hoe het aanleggen verloopt en je er handigheid in krijgt.

Aandachtspunten bij het aanleggen:

  • Zorg voor privacy en een rustige, prettige omgeving.
  • Neem een goede en ontspannen houding aan. Bijvoorbeeld goed gesteund door kussens en bij zittend voeden lekker rechtop. Zie de illustraties hierna.
  • Zorg ervoor dat je baby wakker en ontspannen is. Breng een huilende baby eerst tot rust. Wacht met het aanleggen tot je baby aangeeft te willen drinken: zoeken, sabbelen op knuistjes, smakgeluidjes maken.
  • Je baby moet goed gesteund dicht tegen u aan liggen.
  • Je baby moet met zijn lijfje en hoofdje op één lijn liggen: buik tegen buik.
  • Ondersteun de borst, door deze te vormen naar het mondje.
  • Lok een zoekreflex uit, door met de tepel de bovenlip van je baby te strelen.
  • Zorg ervoor dat je baby de tepel en een gedeelte van de tepelhof in zijn mondje neemt.
  • Let erop dat de lipjes van je baby naar buiten zijn gekruld.

Het is normaal dat je tijdens het voeden wat naweeën voelt. Dit is een teken dat de borst goed wordt gestimuleerd en de baarmoeder daardoor goed samentrekt. Dit zorgt ervoor dat je minder bloed verliest.

Borstvoeding bij een keizersnede

Ook na een keizersnede (sectio caesarea) kun je borstvoeding geven. Of je algehele narcose of een ruggenprik hebt gehad, maakt niet uit. De melkproductie komt gewoon op gang. Na een keizersnede leggen we direct na de geboorte de baby bij je neer. Met goede pijnstilling en hulp bij het aanleggen verwachten we geen problemen voor het geven van borstvoeding na een keizersnede. Het is wel belangrijk om extra aandacht te besteden aan een comfortabele voedingshouding en ondersteuning. Dit omdat anders de wond pijn kan doen. Een goede houding na een keizersnede is de rugbyhouding. Maar je kunt ook op je rug blijven liggen of op je zij draaien. Zorg in ieder geval dat je goed wordt ondersteund door kussens.

Borstvoeding bij een tweeling

Borstvoeding werkt volgens een vraag- en aanbodsysteem: hoe vaker de baby drinkt, hoe meer melk er wordt aangemaakt. Dit systeem zorgt ervoor dat in geval van een tweeling je voldoende melkproductie hebt voor beide kinderen. Belangrijk is om vanaf het begin uit beide borsten te laten drinken. Om het aanleggen goed onder de knie te krijgen en de borstvoeding op gang te brengen, kun je in het begin je baby’s het beste één voor één voeden. Daarna kun je beide baby’s tegelijk aanleggen. Het is verstandig om per voeding je baby’s te wisselen van borst. Als de voeding goed op gang is gekomen, kun je de kinderen ook per dag wisselen van borst. Verschillende houdingen zijn mogelijk. Verder is het van belang om je conditie goed in de gaten te houden. Eet goed en gezond, drink naar behoefte en neem voldoende rust.

Borstvoeding bij een zieke of te vroeg geboren baby

Bij een zieke of te vroeg geboren baby is de moedermelk extra belangrijk. Lees meer: Borstvoeding bij een zieke of te vroeg geboren baby.

Houdingen bij het voeden

Er zijn verschillende houdingen om een baby te voeden. We onderscheiden de doorgeschoven houding, de rugbyhouding, de madonnahouding en het liggend voeden. Voor iedere houding staat hieronder een video met tekst en uitleg.

 

Wanneer, hoe vaak, hoe lang?

  • Een gezonde, voldragen baby heeft de eerste dag eigenlijk voldoende aan de eigen reserves en de eerste moedermelk (colostrum), totdat de melkproductie goed op gang is. Dit kan een paar dagen duren.
  • Om de borstvoeding op gang te brengen, is het vooral de eerste dagen belangrijk om je baby zo vaak mogelijk aan te leggen, minimaal 8 tot 12 keer per 24 uur.
  • Het is goed om beide borsten aan te bieden. Als de melkproductie eenmaal op gang komt, is het raadzaam de ene borst aan te bieden tot je baby loslaat en de tweede borst alleen als ‘toetje’ te geven. Zo krijgt je baby de kans om de vettere, meer voedzame ‘achtermelk’ te drinken.
  • Hoe lang je baby drinkt, is van kind tot kind verschillend. Het varieert ook per voeding. Dit hangt bijvoorbeeld af van de toeschietreflex, de activiteit en de eetlust van je baby. Naarmate een baby ouder wordt, wordt de drinktijd meestal korter.

Veelgestelde vragen

Waarom wil mijn baby zo vaak drinken?

Het is normaal dat een baby soms een dag heel vaak wil drinken. Je kunt dan het idee krijgen dat je alleen maar met voeden bezig bent. We noemen dit ‘clusteren’. Hiermee wordt het maken van de melk extra gestimuleerd. De baby regelt dat dan zelf.

Wat is borstvoeding op verzoek?

De eerste dag na de geboorte slaapt een baby meestal veel. Na de eerste dag kan een baby wat vaker wakker zijn en gevoelig lijken voor prikkels. Je baby alleen in de luier en op de blote borst (huid-op-huidcontact) is dan het beste. Daar voelt je baby zich veilig. Het kan handig zijn om dit huid-op-huidcontact met je kindje samen met de verpleegkundige elke dag in te plannen. Bijvoorbeeld na een badje of na het bloot wegen. Het is goed om op de baby te letten als het licht slaapt. Je baby kan dan smakkende geluidjes maken of proberen op de handjes te zuigen. Dan is het een goed moment je baby de borst te geven.
Als de voeding na 2 tot 3 dagen goed op gang gekomen is, kun je gaan voeden op verzoek. Dat houdt in: voeden zo vaak en zo lang als je baby wil. Dit zal meestal om de 2 tot 3 uur zijn, maar er kan ook kortere tijd tussenzitten. Dit is normaal.

De voordelen van voeden op verzoek zijn:

  • De melkproductie komt vlot op gang.
  • Je baby valt minder af.
  • Er is minder kans op stuwing.

Krijgt mijn baby wel genoeg?

Een gezonde pasgeborene heeft voldoende aan de kleine hoeveelheden moedermelk die er de eerste dagen zijn. Afvallen is dan een normaal verschijnsel. Afvallen tot ongeveer 7 procent is zelfs heel nuttig voor de gezondheid van een op tijd geboren gezonde baby. Een baby mag maximaal 10 procent van het geboortegewicht afvallen. Bij 7 procent kijken we goed naar het aanleggen en drinken van de baby. We bekijken welke hulp nodig is, bijvoorbeeld vaker en beter aanleggen, kolven en goede pijnbestrijding. Alleen op medische indicatie, in opdracht van de kinderarts, kan het verstandig zijn je kindje tijdelijk bij te voeden.

Hoe zie je dat je kind genoeg krijgt?

Je baby heeft vanaf de vierde dag na zijn geboorte 6 tot 8 natte luiers per 24 uur.
De eerste weken heeft je baby verschillende keren per dag ontlasting. Dunne ontlasting en veel ontlasting is bij een gezond borstvoedingskind geen diarree, maar normaal. De kleur van de ontlasting is mosterdgeel, kan ook soms groen van kleur zijn. Later wordt de ontlasting dikker en heeft deze een groter volume.

  • Je baby meldt zich voor de voedingen.
  • Je baby is tevreden na de voeding.
  • Je baby maakt een alerte, ontspannen indruk.
  • Je baby valt de eerste week ongeveer zeven procent af en komt daarna minimaal 100 gram per week aan.
  • Je borsten voelen soepeler aan na het drinken.

Wanneer drinkt mijn baby goed?

Juist drinkgedrag

  • Je baby is goed aangelegd.
  • Je ziet duidelijk zichtbare bewegingen van de kaakspieren bij je baby.
  • De zuigbewegingen zijn ritmisch, eerst zijn ze kort (na het toeschieten van de melk), dan worden ze langer.
  • De pauzes tussen de zuigbewegingen zijn kort, aan het einde van de voeding langer.
  • Je hoort of ziet slikbewegingen.

Goede signalen bij de baby

  • Je baby heeft een gezonde kleur.
  • Als je baby vaak aan de borst wil, betekent dit niet dat je te weinig voeding hebt. Het is normaal als je baby soms 12 keer per etmaal aan de borst wil drinken.

Goede signalen bij jou

  • Je voelt het zuigen van de baby zonder pijn (alleen het eerste aanzuigen van de baby kan even wat pijn doen. Dit moet wegzakken tijdens het drinken.
  • Je voelt de baarmoeder samentrekken. Eventueel voel je de andere borst lekken. De eerste dagen voel je dit vaak nog niet.
  • Je wordt licht slaperig/soezerig tijdens het voeden, wat veroorzaakt wordt door hormonen die de melkproductie tot stand brengen.
  • Na het voeden ziet je tepel er niet wit en vervormd uit.
  • Je bent ontspannen tijdens het voeden.

Hoe zit het met vitamine K en D?

Als een baby borstvoeding krijgt, raden we je aan om extra vitamine K en D te geven. Dit spreekt de verloskundige of de verpleegkundige met je af.

Is het nodig om bij te voeden?

Bijvoeding is afgekolfde moedermelk en kunstvoeding. Als je baby vanaf de geboorte vaak en goed aangelegd is, is de melkproductie goed op gang gebracht. Bijvoeden is dan zelden nodig. Als je baby toch bijvoeding nodig heeft, heeft dit meestal een medische reden. Deze redenen zijn:

  • de bloedsuikerspiegel is te laag;
  • de baby is 10 procent of meer afgevallen;
  • het geboortegewicht is erg laag of juist erg hoog.

Als je kindje toch moet worden bijgevoed, doen we dit in principe met afgekolfde moedermelk. Als je het advies krijgt om te kolven, raadpleeg dan de lees dan hier hoe je dat goed moet doen. Het is belangrijk om de productie goed op gang te brengen. Je kolft zo vaak als de baby zou drinken en ook één keer in de nacht (als de baby niet aan de borst kan of mag drinken). We kiezen in principe niet voor kunstvoeding. Als er onvoldoende melkproductie is, moeten we kunstvoeding gebruiken.

Als toch bijvoeding moet worden gegeven, doen we dit door middel van fingerfeeding. We leren je de techniek, zodat je zelf je kind kunt bijvoeden. Als de baby jonger is dan 36 weken, voeden we bij met een fles.

Problemen bij borstvoeding

Een goede voorbereiding kan je helpen om problemen aan te pakken of te voorkomen.

Ingetrokken, vlakke tepels

Echt ingetrokken tepels zijn zeldzaam. Wie ingetrokken tepels heeft die met zuigen wel naar buiten komen, kan in de eerste dagen meer moeite hebben om de baby goed aan de borst te laten drinken. Het kan ook pijn doen. Soms kan dat wel enkele weken duren. Bij platte tepels zuigt de baby in principe niet alleen aan de tepel, maar aan de tepel én de tepelhof. Hij neemt een flinke ‘hap’ van de borst en zuigt dan vacuüm. Daarmee komt de tepel vanzelf op het achterste zachte gehemelte terecht. Goed aanleggen is essentieel. Ook vermijden we, als het enigszins mogelijk is, de eerste dagen een fopspeen en flessenspeen.

Fopspeen

De eerste weken na de geboorte komt de melkproductie op gang. Hoe vaker de baby drinkt aan de borst, hoe meer dit de productie stimuleert. Als je in deze weken een fopspeen geeft, kan daardoor de melkproductie minder op gang komen. Ook kun je voedingssignalen van de baby missen. En je baby kan meer moeite hebben om de techniek onder de knie te krijgen om goed aan de borst te drinken.

Tepelhoedje

Het gebruik van een tepelhoedje adviseren we alleen bij te vroeg geboren baby’s. En soms als het goed pakken van de borst niet lukt. Bij het gebruik van een tepelhoedje kan de baby de borst soms minder goed kan legen. Dan is dus extra aandacht nodig voor het op gang komen van de melkproductie en de groei van de baby.

Bekijk onze video over het tepelhoedje.

Gevoelige, pijnlijke tepels, tepelkloven

Aanleggen van je baby kan in het begin wennen zijn. Je borst en tepel moeten wennen aan hun nieuwe functie: de borst wordt opgerekt, de tepel krijgt ineens een zuigkracht te verduren.

Oorzaken

  • Niet goed aanleggen van je kind.
  • Te korte tongriem.
  • Verkeerde zuigtechniek.
  • Gevoelige huid (vaak bij vrouwen met rood haar).
  • Spruw.
  • Irritatie door natte kompressen, zeep, crème.
  • Verkeerd gebruik van de kolf;
  • Je baby van de borst halen zonder het vacuüm te verbreken.

Adviezen

  • Haal bij aanhoudende pijn je baby van de borst en leg je baby opnieuw aan. Vraag hulp en uitleg.
  • Zorg voor een goede houding tijdens het voeden en wissel de houdingen af (zitten, liggen, baker/rugbyhouding). Zo kun je de pijnlijke kant van je tepel ontzien.
  • Begin met voeden aan de minst pijnlijke kant. De toeschietreflex zorgt ervoor dat je pijnlijke borst al melk laat toeschieten. Je baby hoeft hier daar minder hard aan te zuigen.
  • Wek de toeschietreflex op door massage en warme kompressen. De melk stroomt al als je baby gaat drinken.
  • Ga vaker maar korter voeden. Je baby is dan minder hongerig en zal rustiger drinken. Let erop dat je baby zowel de tepel als de tepelhof goed in de mond neemt.
  • Verbreek het vacuüm voordat je je baby van de borst haalt. Dit doe je door een vinger in het mondhoekje te steken totdat de baby loslaat.
  • Laat je tepels na het voeden met een druppel moedermelk goed drogen aan de lucht. Moedermelk heeft een genezende werking.
  • Gebruik zo nodig tepelbeschermers om de tepel vrij te houden van kleding.
  • Rite Aid Hydrogel Breast Discs kan helpen om de tepel te laten genezen.
  • Smeer eventueel een dun laagje lanoline tepelzalf op je tepels.
  • Let op hygiëne, verwissel de zoogkompressen na iedere voeding en draag elke dag een schone bh. Was je borsten alleen met water.
  • Start enkele dagen met kolven als het voeden te pijnlijk is en voedt door middel van vingervoeden

Stuwing

De eerste dagen na de geboorte komt de melkproductie op gang. Je borsten voelen dan vol aan. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf.

Oorzaken

  • Te kort, te weinig en verkeerd aanleggen.
  • Fopspenen.
  • Het geven van bijvoeding.

Signalen

  • Je borsten voelen gespannen en pijnlijk aan.
  • Je borsten zijn rood van kleur.
  • Temperatuurverhoging.
  • Kleine harde verdikkingen over je hele borst.
  • Je baby drinkt niet goed en beschadigt eventueel de tepel.
  • Bij ernstige stuwing lekken de borsten weinig of geen melk, de moeder heeft verhoging. Dit kan wel 38 °C zijn.

Adviezen

  • Leg je baby vaak aan in wisselende houdingen.
  • Leg vlak voor de voeding warme kompressen op je borst. Dit verwijdt de melkkanaaltjes en bloedvaten waardoor de melk gemakkelijker kan stromen.
  • Masseer je borst tijdens het voeden of kolven.
  • Kolf met de hand de spanning er af. Zie voor de werkwijze om met de hand te kolven: Kolfboek en kolfdagboek.
  • Draag een steunende bh die niet te strak zit.
  • Laat je baby naar behoefte drinken, voed op verzoek, vaak, ook ’s nachts.
  • Let op het ontstaan van harde plekken in de borst.
  • Bij ernstige stuwing helpt het als de borsten eenmalig worden leeggekolfd.

Dreigende borstontsteking

Oorzaken

  • Verstopte melkgang.
  • Te volle borsten, bijvoorbeeld door het overslaan van een voeding.
  • Spruw van je baby.
  • Een andere infectie van buitenaf.
  • Knellende (beugel-)bh.
  • Vermoeidheid of stress.
  • Het gebruik van tepelhoedjes.
  • Je drukt je borst in om het neusje van je baby vrij te houden.

Signalen

  • Onaangenaam blijvend gespannen gevoel in de borst. Dit neemt na de voeding niet af.
  • Pijnlijke, harde, soms rode plekken in de borst.
  • Temperatuur rond de 38 °C, soms een wat grieperig gevoel.

Adviezen

  • Leg je baby als eerste aan de meest pijnlijke borst, zodat deze borst goed leeggedronken wordt. Eventueel even beginnen te voeden aan de ‘goede’ borst tot de melk is toegeschoten.
  • Gebruik warme kompressen voor de voeding. Hierdoor kan de melk gemakkelijker stromen.
  • Masseer tijdens de voeding voorzichtig de harde plekken.
  • Voed op verzoek: minimaal om de 3 uur en minimaal één keer ’s nachts.
  • Wissel de verschillende voedingshoudingen af (dit stimuleert ook andere melkkanaaltjes).
  • Vermijd druk op de borsten en draag geen knellende kleding.
  • Zorg altijd voor een goede hygiëne (altijd handen wassen).
  • Neem extra rust (niet je borst, maar u moet zelf meer rust nemen).
  • Vraag om een pijnstiller.
  • Stop niet met de borstvoeding. Doorgaan met borstvoeding is toch het allerbeste, anders belemmer je de doorstroming van de voeding. Hierdoor kunnen de klachten erger worden.

Borstontsteking

Oorzaken

  • tepelkloven
  • oververmoeidheid
  • onvoldoende legen van de borst
  • onvoldoende hygiëne
  • verkeerd aanleggen
  • spruw
  • knellende kledingstukken

Signalen

  • Plotselinge pijnlijke borst.
  • 24 uur flinke koorts met rillerigheid.
  • Grieperig gevoel met hoofd- en spierpijn.
  • Harde warme rode plekken in de borst die niet verdwijnen na het voeden.

Adviezen

  • Neem in ieder geval 24 uur bedrust en probeer goed te eten. Neem eventueel paracetamol.
  • Raadpleeg na 24 uur je huisarts wanneer er geen verbetering is.
  • Houd je temperatuur in de gaten.
  • Drink extra.
  • Geef om de twee uur borstvoeding; ook ’s nachts.
  • Gebruik koude kompressen vlak na de voeding om de pijn te verlichten.
  • Gebruik warme kompressen voor de voeding, hierdoor kan de melk makkelijker gaan stromen.
  • Als je baby niet voldoende blijkt te drinken, start dan met kolven.
  • Tijdens de borstontsteking is het belangrijk dat je niet stopt met de borstvoeding. Ook als je antibiotica moet gebruiken, kunt je de melk gewoon aan de baby geven.
  • Vraag eventueel om een pijnstiller.

Darmkrampjes bij de baby

De meeste baby’s krijgen last van darmkrampjes. Dit komt omdat de spijsvertering op gang komt na de geboorte en de darmen nog moeten wennen aan hun nieuwe taak.

Oorzaken

  • Je baby heeft veel lucht binnengekregen tijdens het voeden.
  • Je baby krijgt te veel voormelk.
  • Een onrijp zenuwstelsel.
  • Je baby krijgt teveel of te weinig voeding.
  • Je voedingspatroon, bijvoorbeeld door het gebruik van te veel koffie.
  • Allergie bij je baby.
  • Soms is er geen oorzaak te vinden.

Signalen

  • Je baby huilt veel.
  • Je baby trekt zijn knieën tegen de buik.
  • Je baby is moeilijk te troosten.
  • Je baby heeft een opgezet buikje.
  • Je baby heeft veel behoefte om te zuigen.
  • Je baby heeft dunne ontlasting.
  • Je baby maakt spartelende bewegingen.

Adviezen

  • Geef veel lichaamscontact, bijvoorbeeld huid-op-huid, dit geeft je baby een gevoel van geborgenheid.
  • Wrijven over de rug of buik.
  • Geef je baby een warme doek op de buik.
  • Laat je baby goed boeren. Als he baby erg gulzig of slordig drinkt ook halverwege de voeding laten boeren.
  • Draag je baby in buikligging op de arm.

Te veel moedermelk

Sommige moeders maken veel melk aan. Te veel kan lastig zijn. De baby kan zich verslikken door een sterke toeschietreflex, de baby kan spugen en de borsten kunnen gespannen blijven. Hier volgen een paar tips:

  • Geef één borst per keer, laat deze borst wel goed leegdrinken.
  • Voed op verzoek en bied zo nodig nogmaals dezelfde borst aan.
  • Draag een goed passende, niet-knellende beha.
  • Ga tijdens het voeden achterover zitten en leg je kind aan met zijn buik op je buik.
  • Laat de eerste melk wegstromen.
  • Ga blokvoeden: voed binnen een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 3 uur) steeds dezelfde borst. Raadpleeg hiervoor een lactatiekundige.

De baby krijgt te weinig moedermelk binnen

Veel moeders hebben wel eens het gevoel dat zij onvoldoende borstvoeding hebben. Soms is dit echt een probleem. Als je onvoldoende melk produceert, begin dan met je baby vaker aan te leggen. Dat wil zeggen: ongeveer twee à drie dagen om de twee uur voeden. Of start met kolven om de melkproductie goed op gang te brengen.

Signalen

  • Je baby huilt veel.
  • Je baby huilt niet en gedraagt zich onrustig.
  • Je baby gedraagt zich juist opvallend rustig en lusteloos.
  • Je baby wil veel drinken, drinkt kort, wordt dan onrustig of boos of drinkt erg lang.
  • Je baby groeit onvoldoende en valt af.
  • Je baby heeft weinig, harde of groene ontlasting.
  • Je baby heeft weinig plasluiers.

Adviezen

  • Vind een ontspannen houding om te voeden.
  • Eet volwaardige maaltijden.
  • Geef je baby geen bijvoeding, tenzij de kinderarts dit voorschrijft.
  • Gebruik geen fopspeen of tepelhoedje.
  • Sla geen nachtvoedingen over.

Weigeren van de borst

Oorzaken

  • Aangeboren afwijkingen aan mond of kaak.
  • Moeite hebben met het aanleren van de borstvoedingstechniek.
  • Moeizame bevalling met medische ingrepen.
  • Het geven van voeding met een fles of het geven van een fopspeen.
  • Vlakke, ingetrokken of zeer grote tepels.
  • Pijn bij het drinken, bijvoorbeeld spruw.
  • Stuwing.
  • Geel zien, sufheid en slaperigheid de eerste dagen.
  • Een moeizame start van de baby na de bevalling.
  • Scheiding van moeder en kind.
  • Dwangmatig aanleggen van je baby, bijvoorbeeld door te duwen tegen het achterhoofd.

Adviezen

  • Gebruik de zoek- en hapreflex van je baby en leg je baby goed aan om hem of haar weer terug aan de borst te krijgen.
  • Zorg voor een rustige, ontspannen omgeving.
  • Zorg dat je comfortabel zit of ligt.
  • Druk wat colostrum uit je tepel voor de smaak.
  • Als je baby de borst niet goed pakt, haal je baby dan van de borst en probeer opnieuw goed aan te leggen.
  • Als je baby blijft tegenstribbelen, kolf dan de moedermelk af, voed eventueel bij en neem rustig de tijd om je baby vertrouwd te maken met de borst in de mond.

Spruw

Dit kan een reden zijn waarom het voeden pijnlijk is en de baby niet goed drinkt. Meer lezen? Bekijk dan onze pagina over spruw.

Overige informatie

5 standaarden

BabyFriendly heeft 5 standaarden geformuleerd. Hier moet een organisatie voldoen die het BabyFriendly-certificaat wil behalen. Deze 5 standaarden bestaan uit: organisatie, pasgeboren, praktijk, kind, hechting. Tergooi MC is sinds 2010 in het bezit van het BFHI (Baby Friendly Hospital Initiatief) kwaliteitskeurmerk van de WHO/Unicef.

Standaard 1: beleid, scholing, prenatale voorlichting en ketenzorg

Een gecertificeerde organisatie heeft in beleid vastgelegd dat extra aandacht wordt gegeven aan voeding voor een baby in de eerste twee jaar. Medewerkers zijn geschoold, zodat ze ouders goed kunnen begeleiden bij het voeden van hun baby en kind tot twee jaar. De organisatie leeft de WHO-code na. Om hier zicht op te houden, stelt zij een WHO-code verantwoordelijke aan. Ouders krijgen van de organisatie reclamevrije informatie over de bevalling en het voeden van de baby. Zo kunnen zij op grond van neutrale en feitelijke informatie kiezen hoe zij willen bevallen en hoe zij hun kind willen voeden. De gecertificeerde organisatie zorgt voor een goede overdracht naar andere zorgverleners en verwijst naar moeder- of babygroepen.

Standaard 2: goede start

De baby mag in een gecertificeerde organisatie direct na de geboorte bloot op de huid van de moeder liggen. Dit huidcontact duurt minstens een uur. Ondertussen laat de zorgverlener zien wanneer de baby aan een voeding toe is. Als ouders willen, krijgen zij hulp bij de eerste voeding.

Standaard 3: informatie en praktijk van het voeden

Ouders krijgen van de gecertificeerde organisatie uitleg over wat de baby nodig heeft, zoals informatie over voeding op verzoek en over het dichtbij houden van de baby. De organisatie leert ouders hoe zij de baby kunnen aanleggen of de melk kunnen afkolven. De borstvoeding kan dan worden voortgezet als moeder en baby gescheiden zijn. Als ouders kiezen voor het voeden met de fles, leert de organisatie hun hoe zij dat het beste kunnen doen. Ook krijgen ouders informatie over de normale groei en ontwikkeling van de baby.

Standaard 4: bijvoeding en voeding voor het oudere kind

Ouders krijgen informatie over medisch geïndiceerde bijvoeding en het starten met vaste voeding. Zo kunnen zij op basis van goede informatie beslissingen nemen.

Standaard 5: hechting en zeggenschap

Ouders krijgen hulp en informatie bij het opbouwen van een goede band met hun baby, tijdens de zwangerschap en daarna. Daarnaast zorgt de organisatie ervoor dat ouders goed geïnformeerd zijn over de verzorging en behandeling van hun kind, zodat zij op basis daarvan beslissingen kunnen nemen.

Externe informatie

Vragen?

Heb je nog vragen? Neem dan contact op met onze lactatiekundigen.