TranslateConvergentie-insufficiëntie
Uw ogen bewegen naar de punt van uw neus wanneer u een voorwerp van dichtbij wilt bekijken. Hierdoor kunt u het voorwerp scherp en enkel zien. Deze beweging heet convergentie. Wanneer u moeite heeft met convergeren noemen we dit convergentie-insufficiëntie.
Klachten
Een convergentie insufficiëntie kan de volgende klachten geven:
• hoofdpijn (vaak aan de voorzijde van het hoofd en boven de ogen)
• wazig zicht
• dubbelzien
• leesklachten
• dansende letters
Behandeling
We raden aan enkele convergentieoefeningen te doen. Aanvankelijk kun je door deze oefeningen juist meer last krijgen, zoals hoofdpijn of een vermoeid gevoel. Vergelijk dit met spierpijn na het sporten. Bij een groot deel van de patiënten helpen de oefeningen voldoende om van de klachten af te komen. Vaak blijft een convergentie-insufficiëntie wel ‘een zwakke plek’. Daarom kan het nodig zijn om regelmatig te blijven oefenen.
Welke oefeningen kunt u doen?
De stippellat:
U houdt de stippellat tegen uw neus en kijkt naar de verste stip. Als het goed is, zie u één stip, met twee lijnen die de stip kruisen. Vervolgens kijkt u naar de eerstvolgende stip. Dit herhaalt u tot aan de allereerste stip. Het is de bedoeling dat u steeds één stip en twee lijnen blijft zien die elkaar kruisen in de stip waar u naar kijkt. Als u twee stippen ziet of maar één lijn, ga dan een paar stippen terug en begin opnieuw. Herhaal dit ongeveer vijf keer.
Pen-oefening:
Houd een pen (of een ander klein voorwerp) op armlengte afstand en kijk er met beide ogen naar. Beweeg de pen langzaam naar het puntje van uw neus en blijf ernaar kijken. Het is de bedoeling dat u één pen blijft zien. Wanneer u de pen dubbel ziet, beweeg dan uw pen iets verder van uw neus en begin opnieuw. Herhaal dit ongeveer vijf keer.
Hoe vaak doet u deze oefeningen?
U kunt niet te vaak oefenen, maar wel te lang achter elkaar. Oefen ongeveer tien keer per dag ongeveer vijfmaal per keer.