Darmkanker

Darmkanker

Als u dikke darmkanker of endeldarmkanker heeft, komt er veel op u af. U krijgt met veel emoties te maken en moet misschien moeilijke beslissingen nemen. Tergooi MC helpt u daarbij. We zetten belangrijke informatie voor u op een rij en geven u voorlichting en adviezen.

 

Klachten

Als er een tumor in de dikke darm zit, kunt u verschillende klachten hebben. Welke dat zijn, ligt vooral aan waar de tumor zit. In het laatste deel van de dikke darm is de ontlasting al ingedikt. Als de tumor daar zit, zorgt dat voor de volgende klachten:

  • veranderingen in hoe uw ontlasting is, bijvoorbeeld verstopping of om en om verstopping en diarree
  • bloed of slijm bij de ontlasting
  • het gevoel naar de wc te moeten zonder dat dat echt zo is

Als de tumor aan het begin van de dikke darm zit, duurt het vaak langer voor u klachten krijgt. De ontlasting is in dit deel van de darm nog dun. Doordoor kan het makkelijk langs een tumor gaan. De eerste klachten zijn vaak:

  • vermoeidheid en duizeligheid omdat u bloed verliest zonder dat u het merkt
  • vage buikpijn
  • een gevoelige of pijnlijke plek in de rechter onderbuik
  • zwarte ontlasting door bloedverlies in de darm

Oorzaken

Er zijn meer dan honderd soorten kanker. Ze kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam zitten. Elke soort is een andere ziekte. Al deze ziekten hebben één ding gemeen: een ongeremde celdeling.

Verstoorde celdeling

Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Ze vormen de bouwstenen van ons lichaam. Steeds vormen zich nieuwe cellen. Dit is nodig om te kunnen groeien. Maar ook om beschadigde en oude cellen te vervangen. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling. Uit één cel ontstaan twee nieuwe cellen. Die delen zich ook weer en zo door.

Ons lichaam regelt en controleert de deling van cellen heel goed. De informatie die hiervoor nodig is, ligt vast in onze genen. Maar onze lichaamscellen krijgen in ons leven te maken met schadelijke invloeden. Meestal herstellen ‘repareer’-genen de schade weer.

Een cel kan uiteindelijk zo beschadigd raken dat herstellen niet meer lukt. Dit kan zorgen voor veranderingen in genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen. De celdeling raakt dan verstoord. Daardoor kan een gezwel of tumor ontstaan.

Goedaardig en kwaadaardig tumoren

Tumoren kunnen goedaardig en kwaadaardig zijn. Alleen bij kwaadaardige tumoren spreken we van kanker.

  • Goedaardige tumoren hebben meestal een duidelijke grens. Ze groeien niet door andere weefsels heen en verspreiden zich niet door het lichaam. Een wrat is bijvoorbeeld een goedaardige tumor. Zo’n tumor kan wel tegen lichaamsdelen aandrukken die om de tumor heen liggen. Soms moeten we de tumor daarom weghalen.
  • Bij kwaadaardige tumoren krijgt ons lichaam de celdeling niet meer onder controle. Een kwaadaardig gezwel drukt de omliggende weefsels opzij en kan daar ook naar binnen groeien.

Uitzaaiingen

Bij een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. De tumorcellen verspreiden zich in het lichaam via het bloed of de lymfe. Zo komen kankercellen in andere organen terecht. Ook daar kunnen ze uitgroeien tot tumoren. Dit zijn uitzaaiingen.

Dikkedarmkanker

In Nederland stellen we elk jaar bij ongeveer 14.000 mensen dikkedarmkanker vast. De meeste tumoren ontstaan in de laatste delen van de dikke darm: het sigmoïd en de endeldarm.

De dikkedarmtumor groeit door de lagen van de darmwand heen. Rond de darmen zit een uitgebreid systeem van lymfvaten en lymfklieren. Hoe verder een tumor in de darmwand groeit, hoe groter het risico dat tumorcellen losraken. Via het lymfvocht kunnen ze in de lymfklieren terechtkomen en daar uitzaaiingen vormen.

Cellen van een dikkedarmtumor kunnen zich ook via het bloed verspreiden. Zo kunnen op andere plekken in het lichaam uitzaaiingen ontstaan. Bijvoorbeeld in de lever, longen of botten. Losgeraakte cellen kunnen ook in de buikholte terechtkomen en zich daar nestelen.

Behandeling

Darmkankercentrum

Is bij u een darmoperatie nodig? Alle zorg die u nodig heeft, regelen we op het Darmkankercentrum. Uw aanspreekpunt is een van de gespecialiseerde coloncareverpleegkundigen. Zij zijn gespecialiseerd in de zorg rond een operatie aan de dikke darm. Zij geven alle informatie en begeleiden u voor en na de operatie.

Na het darmonderzoek bezoekt u uw specialist en eventueel een van deze gespecialiseerde coloncareverpleegkundigen. U krijgt dan vast algemene informatie over wat er gaat komen. Ook krijgt u een afspraak bij de chirurg die zich gespecialiseerd heeft in operaties van het maag-darmkanaal. Dit is een gastro-enterologisch chirurg of GE-chirurg.