DaTSCAN-scintigrafie

DaTSCAN-scintigrafie

Met een DaTSCAN-scintigrafie kunnen we onder meer de ziekte van Parkinson opsporen. Bij het onderzoek gebruiken we een klein beetje van de radioactieve stof jodium-123. Dit spuiten we in via een bloedvat. Zo gaat de stof met uw bloedstroom mee naar uw hersenen. Daar wordt het opgenomen. Dan maken we foto’s met een gammacamera.

 

Het kan zijn dat uw arts kiest voor een iets andere methode. Dan kan het onderzoek wat anders gaan dan hoe het hier staat.

Voorbereiding

  • Heeft uw arts u ook gevraagd om bijvoorbeeld een bloed- of urineonderzoek te doen? Laat dit dan doen voor u dit onderzoek heeft. Of anders twee dagen na dit onderzoek.
  • U mag voor het onderzoek gewoon eten en drinken.

Belangrijk

Medicijnen

Sommige medicijnen hebben invloed op hoe de hersenen de stof die we inspuiten opnemen. Die medicijnen moet u voor het onderzoek een tijdje niet nemen. U hoort dit van de arts die u behandelt. U kunt ook zelf vragen aan uw arts of u uw medicijnen kunt blijven gebruiken.

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u (misschien) zwanger? Neem dan contact op met uw arts. Misschien kunnen we voor een ander onderzoek kiezen. Geeft u borstvoeding? Dat kan de eerste twee dagen na het onderzoek niet. Een oplossing is om voor het onderzoek te kolven. U kunt de moedermelk ook de eerste dag na het onderzoek afkolven. Die kunt u dan 48 uur na het onderzoek alsnog geven.

Onderzoek

Het onderzoek duurt in totaal vier uur. Daar zit ook drie uur wachttijd bij. Die tijd is nodig om het jodium-123 in de hersencellen te laten hechten.

1. Prik met jodium-123

De laborant geeft u een prik in uw arm. Via de naald spuit de laborant de radioactieve stof jodium-123 bij u in. U merkt hier niets van. U krijgt het niet warm en wordt niet misselijk of slaperig. U voelt alleen de prik van de naald. Een beetje zoals bij bloedprikken.

2. Wachttijd

Het jodium-123 heeft drie uur nodig om goed in de hersencellen te hechten. Daarom moet u na de injectie drie uur wachten. U mag in die drie uur doen wat u wilt. U hoeft niet in het ziekenhuis te blijven. Op de tijd die is afgesproken, komt u weer terug.

3. Foto’s maken

  • U komt op een smalle tafel liggen. Met uw hoofd ligt u in een hoofdsteun. Omdat u tijdens het onderzoek heel stil moet blijven liggen, maakt de laborant uw hoofd vast.
  • De laborant schuift u tussen de gammacamera’s. Dit zijn de fotoapparaten waarmee we het onderzoek doen. We zetten die zo dicht mogelijk om uw hoofd. Dat geeft het beste beeld.
  • Als de gammacamera’s goed zijn ingesteld, begint de laborant met foto’s maken. De gammacamera’s draaien 35 minuten dicht om uw hoofd. U moet in die tijd stil blijven liggen.

Na het onderzoek

Naar huis

Na het onderzoek kunt u weer naar huis. Met de radioactieve stof jodium-123 kunt u gewoon autorijden. U mag ook alles eten en drinken.

De uitslag

De laborant verwerkt de beelden en stuurt die naar de nucleair geneeskundige. Die beoordeelt de beelden. Het verslag gaat naar de arts die u behandelt. Dit duurt ongeveer vijf werkdagen. U maakt een afspraak met uw arts om de uitslag te bespreken.

De radioactieve stof

U krijgt maar een heel klein beetje radioactieve stof bij dit onderzoek. De hoeveelheid straling kunt u vergelijken met het maken van een gewone röntgenfoto. U heeft daar dus verder geen last van. De ingespoten radioactieve stof gaat vanzelf uit uw lichaam, via uw nieren. Ook vormt u geen stralingsgevaar voor uw omgeving.

Mogelijke problemen

  • Heel soms kan iemand een allergische reactie krijgen. Als dat al gebeurt, is dat een hele lichte reactie.
  • Op de plek waar u geprikt bent, kan een bloeduitstorting komen. Die kans is klein. De bloeduitstorting gaat na een paar dagen vanzelf weer weg.

Contact