Dementie

Dementie

Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 hersenziektes. Bij dementie gaat het verstand minder goed werken. Iemand krijgt daardoor problemen met het geheugen en met het gedrag. Klachten met het geheugen vallen het eerst op. Het bewustzijn is er nog wel.

 

Van alle soorten dementie komt de ziekte van Alzheimer het meest voor. Maar ook vasculaire dementie, frontotemporale dementie en Lewy body dementie komen veel voor.

 

Video met dank aan Alzheimer Nederland

Klachten

Problemen met het geheugen

Geheugenverlies

Iedereen vergeet wel eens wat. Vaak schiet u dit later weer te binnen. U weet dat u iets bent vergeten. Iemand met dementie vergeet veel meer. Vooral dingen die kort geleden zijn gebeurd. De patiënt vergeet ook dat hij vergeetachtig is. En zal daardoor ontkennen dat hij of zij dingen vergeet.

Informatie verwerken

Ons geheugen werkt als een bureau waar berichten op papier binnenkomen. Die leggen we op het bureau in stapeltjes. Daarna bergen we ze op in een kast. Iemand die dement is, kan minder mooie stapeltjes maken. En minder makkelijk stapeltjes terugvinden in de kast. Iemand met dementie moeten we dus korte vragen stellen of maar één boodschap geven.

Andere manier van denken

Volwassenen denken volgens vaste, logische patronen. Door te denken en informatie te verzamelen, wegen we af welke mogelijkheden we hebben. En wat de juiste en beste oplossing is of wat we van iets vinden.

Iemand met dementie denkt minder logisch en komt tot minder goede oplossingen. En kan alle informatie niet meer begrijpen. Zo kan iemand met dementie dikke kleren aantrekken, terwijl de zon schijnt en het warm is buiten. Vaak zijn mensen die dementeren met hun gedachten bij vroeger. In hun kindertijd of in de tijd dat hun kinderen nog klein waren.

Begrijpen

Normaal begrijpen we nieuwe informatie. Uitzoeken hoe een nieuwe tablet werkt, kost misschien wel wat meer moeite dan een afstandsbediening van de tv. Voor iemand met dementie zijn beide apparaten waarschijnlijk niet te begrijpen.

Lezen

Bij het lezen van woorden vormen we ideeën en beelden. We zien of horen wat de schrijver bedoeld heeft. Iemand met dementie kan minder makkelijk woorden in beelden omzetten en begrijpen wat hij leest.

Rekenen

We begrijpen getallen en waardes en kunnen daarmee rekenen. Iemand met dementie kan misschien nog cijfers optellen of aftrekken. Maar keersommen of deelsommen maken wordt al snel lastig. Net als omgaan met wisselgeld bijvoorbeeld.

Sociale vaardigheden

Door opvoeding en ervaring weten we hoe we ons moeten gedragen als we bij anderen zijn. Die kennis verdwijnt voor iemand die dement is. Hierdoor kan hij een onbekende aanspreken alsof hij of zij familie is. Of ergens over beginnen te praten wat normaal niet met anderen besproken wordt.

Schrijven

Taal is opgebouwd volgens vaste regels en spelling. Iemand die dement is, raakt het beeld voor woorden kwijt. Hij of zij zal steeds minder berichten schrijven die een ander nog kan begrijpen.

Ruimte en tijd

In het dagelijks leven hebben dagen en plekken hun eigen doel en betekenis. De zondag ziet er bijvoorbeeld anders uit dan de vrijdag. Iemand met dementie vult zijn leven met steeds minder taken en op steeds minder plekken. Ruimte en tijd verliezen hun waarde en gaan door elkaar lopen.

Gesprek voeren

Terwijl we praten, denken we. Als iemand anders praat, voegen we wat hij of zij zegt toe aan onze eigen informatie. Zo komen we tot conclusies en antwoorden in een gesprek. Iemand met dementie kan niet meer zo snel en goed informatie ordenen en invoegen. Hierdoor wordt het moeilijk een gesprek te voeren.

Herinneringen en herkenning

Het leven loopt in een logische volgorde. Iemand die dement is, vergeet het nu. Daardoor gaan het verleden en nu door elkaar lopen. Iemand kan bijvoorbeeld denken dat een dochter zijn echtgenote van vroeger is. En die persoon ook zo gaan behandelen.

Al vanaf dat we kind zijn koppelen we namen aan bekende gezichten. Namen krijgen een plaats in gebeurtenissen. Iemand die dement is, vergeet deze namen. Wel kan iemand nog lang herkennen dat een persoon wel bij hem hoort of voor hem zorgt.

Simpele handelingen doen

Veel handelingen doen we bijna automatisch, zonder erbij na te denken. Bijvoorbeeld sokken aantrekken voordat we schoenen aandoen. En veters strikken als we schoenen hebben aangetrokken. Bij iemand met dementie gaat dit niet meer automatisch. En omdat het fout gaat, doet hij of zij dit steeds minder. Of uiteindelijk helemaal niet meer.

Problemen met het gedrag

Mensen met dementie begrijpen situaties niet meer. Steeds weer klinkt iets voor hun als een nieuwe afspraak. Ze moeten van alles zonder te weten waarom. Ze beseffen soms dat ze iets niet goed doen en raken daardoor geïrriteerd. Niet vreemd dus dat bij dementie veel verschillende problemen met het gedrag voorkomen.

Problemen met gedrag komen bij bijna elke vorm van dementie voor. Bijna iedere patiënt zal hier een periode of vaker last van hebben. Problemen die het meest voorkomen, zijn:

  • wanen of hallucinaties
  • achterdocht
  • geladen of agressief
  • prikkelbaar
  • zwerfgedrag
  • doelloze handelingen
  • nachtelijke onrust
  • roepen of gillen
  • lusteloos of sloom zijn
  • eetstoornissen
  • depressie

Video symptomen en signalen van dementie

 

Video met dank aan Alzheimer Nederland

Oorzaken

De klachten die iemand heeft bij dementie, komen door niet aangeboren afwijkingen van de hersenen. Bepaalde gebieden in de hersenen werken niet goed meer. Dit geldt vaak ook voor de gebieden die te maken hebben met emoties en zelfcontrole. En de gebieden die gaan over de relatie met een persoon en zijn of haar omgeving.

  • Zitten de afwijkingen vooral links in de hersenen? Dan is de kans groter dat er problemen met taal ontstaan. De patiënt heeft dan moeite zijn eigen wensen uit te drukken.
  • Zitten de afwijkingen aan de rechterkant van de hersenen? Dan is de kans groter dat de patiënt meer moeite heeft om zich te oriënteren in de omgeving. Of signalen uit die omgeving goed te begrijpen. Daardoor heeft de patiënt moeite om goede keuzes te maken.

Onderzoek

Om te kijken waar de dementie vandaan komt, kunnen we verschillende stappen nemen:

  • We kijken naar hoe de dementie is ontstaan (het beloop).
  • We kijken welke stoornissen nu vast te stellen zijn.
  • We kijken welke afwijkingen we vinden. Dat gebeurt bijvoorbeeld met een CT-scan of MRI-scan, laboratoriumonderzoek, ECG en eventueel onderzoek van het hersenvocht.

Het is een ingewikkeld proces om te onderzoeken waar de dementie vandaan komt. Het vraagt om specialistisch onderzoek. Na het overlijden kunnen afwijkingen in de hersenen onderzocht worden met microscopisch onderzoek.

Problemen met gedrag

Problemen met het gedrag kunnen soms ook komen door iets anders dan de dementie. Bijvoorbeeld omdat de hersenen minder doorbloed worden. Daarom doen we lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek als de klachten tijdens de dementie opeens anders worden. Zo kunnen we kijken of er niet ook nog iets anders aan de hand is.

Behandeling

Dementie is bijna nooit te genezen. Heel soms kan een neurochirurg een operatie doen. Dat ligt aan waardoor de dementie komt. Een operatie kan bijvoorbeeld soms als:

  • er een bloeding tussen de hersenvliezen is door een flinke klap op het hoofd.
  • de ruimtes in de hersenen die met vocht gevuld zijn langzaam groter worden. Hersenvocht wordt dan slecht vervangen of te veel aangemaakt.
  • de dementie is ontstaan door een hersentumor. Een operatie kan dan alleen als het weghalen van de tumor niet voor te veel schade zorgt.

Meestal maken we een scan van de hersenen om te kijken wat mogelijk is.

Behandeling van problemen met gedrag

Problemen met het gedrag kunnen we met of zonder medicijnen behandelen. Voor een behandeling zonder medicijnen is het belangrijk te zoeken naar wat zorgt voor het gedrag. Denk aan te veel prikkels, angst, te hoge eisen of iemand niet goed benaderen. Die dingen kunnen bij de patiënt emoties, irritatie of verdriet oproepen. Omdat het niet lukt met die gevoelens om te gaan, kan iemand problemen met het gedrag krijgen.

Behandeling zonder medicijnen of operatie

Regelmatig bewegen

Uit onderzoek blijkt dat bewegen goed is voor mensen met dementie. Voor wat zij doen, voor hun conditie en stemming. We raden aan minimaal vijf keer per week een half uur te bewegen. Zorg dat de ademhaling en hartslag versnellen, maar de persoon niet buiten adem raakt en nog gewoon kan praten.

Hersenen actief houden

Mensen met dementie houden hun hersenen vaak langer fit door mentaal bezig te zijn. Bijvoorbeeld door oude foto’s te bekijken of een potje te dammen. Geef ze daarbij niet het gevoel dat ze getest worden. Een geheugenspel is daarom minder geschikt.

Goed contact met mantelzorgers

De ziekte verloopt beter als mensen met dementie op een goede, positieve manier geholpen worden. Ze zijn vaak vrolijker en meer tevreden met zichzelf. Voor mantelzorgers is het daarom belangrijk dat zij de juiste kennis hebben en dementie goed begrijpen.

Ergotherapie

Voor iemand met dementie worden gewone taken steeds lastiger. Een boterham smeren, stofzuigen, douchen, ‘s nachts de weg vinden naar de wc. Ergotherapie kan dan helpen. Een ergotherapeut maakt moeilijke taken makkelijker met hulpmiddelen en nieuwe technieken. Denk aan nachtlichtjes om niet te verdwalen of een pen anders leren vasthouden.

Logopedie

Mensen met dementie krijgen vaak moeite met praten of het begrijpen van taal. Ze vinden het bijvoorbeeld lastig om woorden uit te spreken of zinnen te maken. Logopedie kan dan helpen. Met training en hulpmiddelen kan iemand duidelijker maken wat hij of zij bedoelt.

Psychologische hulp

Mensen met dementie voelen zich vaak somber, hebben last van angst of van andere negatieve gevoelens. Het is belangrijk deze klachten serieus te nemen. Een psycholoog kan helpen om met deze gevoelens om te gaan. Dat kan ook samen met een partner. Of in groep met andere mensen met dementie.

Ander soort behandelingen

Bij het kiezen van een behandeling is het belangrijkste dat die past bij de persoon met dementie. Een behandeling kan ook een vorm van therapie zijn. Denk aan muziektherapie, aromatherapie, therapie met huisdieren, reminiscentie (ophalen van herinneringen) of creatieve therapie. Deze therapieën kunnen helpen om met dementie om te gaan. Of zorgen voor plezier en ontspanning.

Tips

Omgaan met iemand die dementeert

Omgaan met dementie is moeilijk. Het kan voor veel emoties zorgen en het vraagt veel tijd. Mensen in de omgeving kunnen invloed hebben op het gedrag van iemand met dementie. Daarom helpt het om op de juiste manier met iemand om te gaan. Alzheimer Nederland heeft daar wat tips voor:

  • Benader iemand met dementie op de juiste manier. Trek bijvoorbeeld de aandacht als u iets wilt zeggen. Leg even uw hand op de arm en maak oogcontact.
  • Praat in korte zinnen. Gebruik in elke zin maar één boodschap. En wacht even totdat de tekst is verwerkt.
  • Een beeld is herkenbaarder dan woorden. Beelden van vroeger zijn beter herkenbaar dan beelden van nu.
  • Plan regelmatige rustmomenten in op de dag. Zo kan de persoon met dementie even tot rust komen en prikkels en informatie verwerken.
  • Kom in beweging. Zoek naar een manier die prettig voelt. Gaat u liever niet wandelen? Dan kunt u misschien samen tuinieren.
  • Gebruik meerdere zintuigen. Laat de persoon met dementie dingen ruiken of aanraken als u het ergens over heeft. Hierdoor zal hij of zij beter begrijpen wat u bedoelt of wat iets is.
  • Lach met elkaar en gebruik humor.
  • Hang een duidelijke kalender en klok op. Laat de persoon met dementie op de klok kijken en streep gebeurtenissen af als ze geweest zijn.
  • Zorg voor structuur. Een duidelijke indeling van de dag helpt.

Omgaan met gedrag

Uw gedrag bepaalt voor een deel het gedrag van iemand met dementie. Deze informatie helpt u daarbij.

Begripvolle, rustige benadering

Probeer problemen met het gedrag te verminderen door begripvol te zijn en iemand rustig te benaderen. Houd de omgeving, de verzorgende(n), de dagindeling en de conditie zo veel mogelijk hetzelfde. Dit kan ontzettend moeilijk zijn. De problemen kunnen zo erg zijn dat u er veel last van heeft. Of dat de situatie gevaarlijk wordt. Dan zijn soms medicijnen of een (tijdelijke) opname nodig.

Vermijd wat het gedrag uitlokt

Als bekend is wat voor bepaald gedrag zorgt, kunt u proberen dat niet meer te doen. Soms voelt u dat zelf goed aan. Als dat lastig is, kunt u om advies vragen. Pas uw tempo aan aan de persoon met dementie. Probeer geen nieuwe dingen aan te leren. Biedt veiligheid en vertrouwen door iemand zelf te laten doen wat nog goed gaat. Vaak is het nodig taken op te delen in kleine stappen.

Boosheid en achterdocht

Boosheid en achterdocht zijn bijna nooit persoonlijk bedoeld. Het is vaak een manier om onmacht te laten zien. Probeer niet in te gaan op wat iemand letterlijk zegt. Zeker als de dementie al erger is. Let meer op de gevoelens die u uit die woorden haalt.

Hulp vragen

Durf om hulp te vragen als alles te veel. Binnen de geriatrie, de ambulante geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuizen is veel deskundigheid. Daar kunt u om advies vragen.