Dementie (ziekte van Alzheimer)
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Het is een hersenziekte die hersencellen geleidelijk aantast. De hersencellen liggen aan de buitenkant van de hersenen. Dat gebied heet ook wel de hersenschors of cortex. Patiënten met de ziekte van Alzheimer verliezen geleidelijk steeds meer hersenfuncties. Het verlies van functies heeft gaandeweg sterke invloed op relaties, werk en andere activiteiten.
Waar heeft u last van?
Het eerste verschijnsel van de ziekte van Alzheimer is meestal verlies van het geheugen, en dan vooral het kortetermijngeheugen. Als u lijdt aan Alzheimer vergeet u bijvoorbeeld dat u tien minuten geleden een telefoongesprek hebt gevoerd, of dat u dezelfde vraag dertig minuten geleden ook al hebben gesteld. U kunt geleidelijk aan ook dingen vergeten die langer geleden zijn gebeurd, bijvoorbeeld dat uw moeder is overleden.
Andere verschijnselen zijn:
- moeite met oriëntatie, de weg kwijt raken;
- moeite met plannen of organiseren;
- moeite met simpele handelingen, zoals koffiezetten en aankleden;
- taalstoornissen (het begrip en het vinden van woorden kan verstoord zijn)
- verandering van karakter of gedrag. U kunt onzeker, onrustig (ook ’s nachts) of juist initiatiefloos worden.
In de loop van de ziekte ontstaat meestal steeds meer afhankelijkheid van anderen voor de dagelijkse verzorging. Veel patiënten komen uiteindelijk in een verzorgingshuis of verpleeghuis terecht.
Wat is de oorzaak?
Bij de ziekte van Alzheimer slaan eiwitten neer tussen en in de hersencellen. Deze plekken heten de plaques en tangles. De hersencellen sterven hierdoor af. We weten niet waaróm deze eiwitten neerslaan bij patiënten met de ziekte van Alzheimer. We kennen wel een aantal risicofactoren zoals:
- een hersenschudding in het verleden;
- vasculaire schade van de hersenen (bijvoorbeeld een herseninfarct);
- familieleden met de ziekte van Alzheimer.
Hoe stelt de neuroloog de diagnose?
De neuroloog stelt zijn diagnose op basis van:
- de anamnese: waar heeft de last van?;
- de hetero-anamnese: wat merkt uw partner of kind van uw klachten?;
- cognitief onderzoek: testen van hersenfuncties door specialist, verpleegkundige of neuropsycholoog;
- eventueel een MRI- of CT-scan van de hersenen. Soms helpt een lumbaalpunctie of EEG bij het stellen van de diagnose.
Wat kunt u eraan doen?
Helaas bestaat er nog geen manier om de ziekte van Alzheimer te genezen. Sinds een aantal jaren bestaan wel medicijnen om het ziekteproces af te remmen: acetylcholinesteraseremmers (galantamine (reminyl) en rivastigmine (exelon)). Deze medicijnen zijn niet bij alle patiënten effectief en het effect is bescheiden. Bij gevorderde ziekte van Alzheimer, wanneer gedragsproblemen de dagelijkse verzorging belemmeren, kan memantine (ebixa) worden voorgeschreven.
Heel belangrijk voor patiënten met de ziekte van Alzheimer is een regelmatig en herkenbaar dag- en weekritme in een bekende en vertrouwde omgeving. Daarom streeft de behandelend arts ernaar om u zolang mogelijk in uw eigen thuissituatie te houden, met behulp van thuiszorg en ondersteunende maatregelen voor de mantelzorger.
Deze tekst is voor een groot deel overgenomen van de website www.neurologie.nl van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie.