Wat is diabetes?
Bij diabetes mellitus (suikerziekte) is er te veel suiker (glucose) in uw bloed: de bloedglucosespiegel is te hoog.
Er bestaan verschillende vormen van diabetes, onder andere:
Diabetes type 1
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte; het eigen lichaam vernietigt door een fout in het afweersysteem de cellen die insuline produceren in de alvleesklier (bètacellen in de eilandjes van Langerhans).
Daardoor maken de bètacellen geen of nauwelijks insuline meer aan. Het gevolg hiervan is dat de cellen onvoldoende glucose opnemen en dat de bloedglucose stijgt. Hier passen allerlei klachten bij als veel dorst hebben, veel drinken, veel plassen en erg vermoeid zijn. Diabetes type 1 kunnen we alleen maar behandelen met het toedienen (injecteren) van insuline.
Diabetes type 2
Bij diabetes type 2 is er sprake van een combinatie van problemen: de alvleesklier maakt te weinig insuline waardoor de bloedglucose gaat stijgen én de lichaamscellen zijn ongevoelig voor insuline waardoor glucose niet goed de cel in kan en dus ook de bloedglucose laat stijgen. Diabetes type 2 kan allereerst met een gezonde leefstijl en zo nodig later met tabletten en/of insuline worden behandeld.
Lees meer over de behandeling van diabetes
Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes ontstaat tijdens de zwangerschap. Vaak ontstaat zwangerschapsdiabetes na de twintigste zwangerschapsweek. De placenta (of moederkoek) maakt zwangerschapshormonen die ervoor zorgen dat het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline. Er is tijdens de zwangerschap daardoor veel meer insuline nodig om de bloedglucosespiegel normaal te houden. Als de alvleesklier niet in staat is deze extra insuline te maken, spreken we van zwangerschaps- diabetes. Meestal heeft u hierbij geen klachten.
Lees meer over zwangerschapsdiabetes