Operatie aan de dikke darm
Als bij u darmkanker of een andere aandoening is ontdekt, kan een dikkedarmoperatie nodig zijn. Tijdens deze operatie halen we een stuk darm weg. Dat gebeurt via een kijkoperatie of een openbuikoperatie.
Voorbereiding
Op de operatiekamer bereiden we u voor op de operatie.
- U krijgt een infuus om u vocht en (pijn)medicijnen te geven.
- We brengen u in slaap. We doen de operatie onder volledige narcose. Dat wil zeggen dat we u kunstmatig in slaap brengen en uw hele lichaam verdoofd is.
Behandeling
We kunnen de operatie op twee manieren doen:
Via een kijkoperatie
- De GE-chirurg maakt een sneetje in de buikwand. Hierdoor blazen we CO2-gas in uw buik. Dit gas is niet schadelijk. Het houdt de buikwand van de organen af. De chirurg heeft zo genoeg ruimte en zicht om de operatie te doen. Na de operatie gaat het gas weer uit uw lichaam.
- De GE-chirurg maakt drie tot zes kleine sneetjes in uw buik. Door deze gaatjes gaan dunne buisjes de buik in. Via deze buisjes bestuurt de chirurg de chirurgische instrumenten in uw lichaam.
- Eén van de sneetjes maakt de chirurg iets groter. Hierdoor haalt de chirurg het zieke deel van uw darm uit de buik naar buiten.
- De chirurg haalt het zieke deel van de darm weg en ook de lymfeklieren en bloedvaten daaromheen en een deel van het normale weefsel. In sommige gevallen is het nodig de hele dikke darm weg te halen.
- De chirurg maakt de darmdelen die overblijven weer aan elkaar vast. Soms moeten we een stoma aanleggen.
- Het weggehaalde stuk darm met de lymfeklieren sturen we op naar de patholoog. Die onderzoekt dit en kijkt of er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn.
Soms kan de chirurg tijdens de kijkoperatie de ruimte in de buik niet goed zien. Dan lukt het niet om het zieke deel met een kijkoperatie weg te halen. De chirurg gaat dan alsnog over op een openbuikoperatie.
Via een openbuikoperatie
- We maken een snee van net boven het schaambeen tot boven de navel.
- De chirurg haalt het zieke deel van de darm weg en ook de lymfeklieren en bloedvaten daaromheen en een deel van het normale weefsel.
- De chirurg maakt de darmdelen die overblijven weer aan elkaar vast. Soms is het nodig om een stoma aan te leggen.
- De snee maken we meestal dicht met nietjes.
Welke manier we kiezen, ligt aan waar we u moeten opereren. De GE-chirurg bespreekt dit vooraf met u. Dit is de chirurg die de operatie doet. GE staat voor gastro-enterologie. Deze chirurg is gespecialiseerd in aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel. Soms moet de chirurg tijdens een kijkoperatie toch overstappen op een openbuikoperatie. Goed om te weten dat dit kan gebeuren.
Stoma
Als het zieke deel van de darm is weggehaald, probeert de chirurg de andere darmdelen weer aan elkaar te maken. Soms lukt dit niet. Dan is een stoma nodig. We maken dan een uitgang voor ontlasting in de buik. Aan de stoma koppelen we een opvangzakje. Dit zakje vangt de ontlasting op. De stoma kan tijdelijk of blijvend zijn.
Verwacht de chirurg voor de operatie al dat een stoma nodig is? Dan geeft de coloncareverpleegkundige u daar alle informatie over die u nodig heeft. Deze verpleegkundige is gespecialiseerd in darmziekten en de zorg rond darmoperaties. Hij of zij is ook stomaverpleegkundige.
Video over de operatie
Na de behandeling
In het ziekenhuis
Hulpmiddelen
- U heeft een infuus om u vocht en eventueel medicijnen te geven.
- Soms zit na de operatie nog een slangetje in het operatiegebied (drain). Via deze drain wordt bloed en wondvocht afgevoerd.
- Soms heeft u een slangetje in de neus voor extra zuurstof.
- Een slang in uw blaas (katheter) zorgt voor de afvoer van urine.
We gebruiken deze hulpmiddelen het liefst zo kort mogelijk. U speelt hierin zelf een belangrijke rol.
Start met herstelprogramma
Pijn
- Het CO2-gas dat gebruikt is tijdens de operatie kan een prikkelend gevoel in de schouder geven. Dit gaat vanzelf weer weg.
- Voor de operatie zijn we al gestart met pijnstillers. Na de operatie geeft de verpleegkundige u op vaste tijden tabletten, zodat u minder pijn heeft. De verpleegkundige vraagt u verschillende keren per dag hoeveel pijn u heeft. U kunt uw pijn dan een cijfer geven. In overleg met de arts kunnen we u meer pijnstillers geven. Het is belangrijk dat de pijn u niet in de weg zit om dingen te doen.
- Als uw wond pijnlijk of gevoelig is, raden we u aan die met uw hand te ondersteunen. Bijvoorbeeld als u moet hoesten.
Controle en uitslag
Meestal bent u vier dagen na uw operatie genoeg hersteld om naar huis te gaan. U krijgt een afspraak voor controle bij:
- de GE-chirurg op de polikliniek GE-chirurgie
- de stomaverpleegkundige als u een stoma heeft gekregen
Hoe lang we u daarna blijven controleren, ligt aan uw situatie en ziekte. De arts bespreekt dit met u.
Uitslag
Het darmweefsel dat we hebben weggehaald, wordt microscopisch onderzocht. De uitslag is na ongeveer een week bekend. Een team met verschillende artsen bespreekt de uitslag. Daarna bespreekt de chirurg dit met u op de polikliniek GE-chirurgie. De chirurg kan u adviseren een aanvullende behandeling te doen.
Weer thuis
Als u weer thuis bent, is het belangrijk dat u actief blijft. Dan herstelt u beter. Over het algemeen geldt: dat wat u kunt doen, mag u ook doen. Luister naar uw lichaam. Het is moeilijk aan te geven hoe lang het duurt voor u weer helemaal hersteld bent. Dat ligt aan de operatie die u heeft gehad, waarvoor u geopereerd bent en hoe u zich voelt.
Mogelijke problemen
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Ook bij een operatie aan de dikke darm is er kans op complicaties. Ook ernstige.
Algemene problemen
- trombose
- longontsteking
- hartproblemen
- urineweginfecties
- nabloeding
- wondinfectie
Specifieke problemen
- Een ileus: de darmen willen na de operatie dan niet goed op gang komen.
- De plek waar de darm weer aan elkaar is gemaakt groeit niet goed vast en gaat lekken. Dan volgt meestal een nieuwe operatie. De chirurg haalt de darmnaad los en legt meestal een tijdelijke stoma aan.
- Bij endeldarmoperaties beschadigen soms de zenuwen naar de geslachtsdelen en blaas. Mannen die een uitgebreide endeldarmoperatie hebben gehad, kunnen last krijgen van impotentie. Ook kan het door zenuwschade een probleem zijn de blaas helemaal te legen. Deze problemen zijn meestal tijdelijk.
- Bij tien procent van de geopereerde patiënten ontstaat na de operatie een littekenbreuk.
Als u problemen krijgt, geeft uw arts hier meer uitleg over. Soms moet u hierdoor langer in het ziekenhuis blijven.
Wanneer bellen
De coloncareverpleegkundige belt u twee of drie dagen nadat u naar huis bent gegaan. Voor die tijd kunt u ook zelf contact opnemen als u vragen of problemen heeft. De coloncareverpleegkundige is bereikbaar op werkdagen tussen 08:00 en 16:00 uur via T 088 753 32 23. Buiten deze tijden neemt u contact op met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 15 60. Bel ons altijd als u de volgende problemen heeft:
- koorts (boven de 38,5°C)
- spugen
- erge buikpijn
- problemen met de wond
- problemen met uw stoma
- als u zich ergens onzeker over voelt of vragen heeft
Met dank aan het Albert Schweitzer Ziekenhuis voor het gebruiken van de video op deze pagina.