DMSA-scan
Het kan zijn dat uw arts kiest voor een iets andere methode. Dan kan het onderzoek wat anders gaan dan hoe het hier staat.
Voorbereiding
- Heeft uw arts u ook gevraagd om bijvoorbeeld een bloed- of urineonderzoek te doen? Laat dit dan doen voor u dit onderzoek heeft. Of anders een dag na dit onderzoek.
- U mag voor het onderzoek gewoon eten en drinken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u (misschien) zwanger? Neem dan contact op met uw arts. Misschien kunnen we voor een ander onderzoek kiezen. Geeft u borstvoeding? Dat kan de eerste twee dagen na het onderzoek niet. Een oplossing is om voor het onderzoek te kolven. U kunt de moedermelk ook de eerste dag na het onderzoek afkolven. Die kunt u dan 48 uur later geven.
Onderzoek
Het onderzoek duurt drie tot vier uur. Daar zit ook drie uur wachttijd bij.
1. Prik met technetium
De laborant geeft u een prik in uw arm. Via de naald spuit de laborant de radioactieve stof technetium bij u in. U merkt hier niets van. U krijgt het niet warm en wordt niet misselijk, akelig of slaperig. U voelt alleen de prik van de naald. Een beetje zoals bij bloedprikken.
2. Wachttijd
Het radioactieve technetium heeft drie uur nodig om goed in de nieren te hechten. Daarom moet u na de prik drie uur wachten. In die tijd kunt u doen wat u wilt. U hoeft dus niet in het ziekenhuis te blijven. Op de afgesproken tijd komt u weer terug.
3. Scan maken
- Voor de scan ligt u op uw rug op een smalle tafel.
- De laborant schuift u tussen de gammacamera’s. Dit zijn de apparaten waarmee we de foto’s nemen. De onderste gammacamera komt heel dicht onder uw rug. Dit geeft het beste resultaat.
- Als de gammacamera’s goed zijn ingesteld, start de laborant met de foto’s. Dit duurt ongeveer 10 minuten.
- De laborant draait de camera’s nog twee keer anders. Zo kunnen we vanuit een andere stand een opname maken. Ook dit duurt ongeveer 10 minuten.
Na het onderzoek
Naar huis
Na het onderzoek kunt u weer naar huis. Met de radioactieve stof technetium kunt u gewoon autorijden. U mag ook alles eten en drinken.
De uitslag
De laborant verwerkt de beelden en stuurt die naar de nucleair geneeskundige. Die beoordeelt de beelden. Het verslag gaat naar de arts die u behandelt. Dit duurt ongeveer vijf werkdagen. U maakt een afspraak met uw arts om de uitslag te bespreken.
De radioactieve stof
U krijgt maar een heel klein beetje radioactieve stof bij dit onderzoek. De hoeveelheid straling kunt u vergelijken met het maken van een gewone röntgenfoto. U heeft daar dus verder geen last van. De ingespoten radioactieve stof gaat vanzelf uit uw lichaam, via uw nieren. Ook vormt u geen stralingsgevaar voor uw omgeving.
Mogelijke problemen
- Heel soms kan iemand een allergische reactie krijgen. Als dat al gebeurt, is dat een hele lichte reactie.
- Op de plek waar u geprikt bent, kan een bloeduitstorting komen. Die kans is klein. De bloeduitstorting gaat na een paar dagen vanzelf weer weg.