Droge ogen

Droge ogen

Bij droge ogen zit er te weinig traanvocht (traanfilm) in de ogen. Of het traanvocht werkt niet goed.

Klachten

Traanvocht is belangrijk om het oogoppervlak nat en daarmee glad en regelmatig te houden. Traanvocht beschermt het oog ook tegen bijvoorbeeld stof en bacteriën van buitenaf. Als het oppervlak uitdroogt, kunnen ogen gaan branden en steken, slijm gaan afscheiden en soms rood worden.

Wazig zien

Als het traanvocht niet goed is, kunt u waziger gaan zien. Extra knipperen kan de wazigheid soms weer even verbeteren. Dit wisselend wazig zien komt vaak voor bij langer lezen, iets doen op een beeldscherm, tv-kijken of autorijden.

Te veel tranen

Op sommige momenten kan uitdroging van het oogoppervlak juist voor te veel tranen zorgen. Die worden als reactie op de uitdrogingsprikkels aangemaakt. Deze tranen hebben meestal geen goede samenstelling. Hierdoor komt u in een cirkel terecht: een droog oogoppervlak, klachten van brandende ogen, veel tranen die weer te snel opdrogen, waardoor u meer last krijgt van een droog oogoppervlak en zo verder.

Wisselende metingen

Als het traanvocht niet stabiel of slecht is, is het ook een stuk moeilijker om een goede brilsterkte te meten. Het kan voor wisselende metingen zorgen.

Oorzaken

Om te weten hoe droge ogen ontstaan, is het goed om te weten hoe traanvocht in elkaar zit. Traanvocht bestaat uit:

Een buitenste olieachtige laag

Kleine talgkliertjes in de oogleden maken het olieachtig laagje aan. Dat zijn de kliertjes van Meibom. Het olielaagje voorkomt dat het traanvocht te snel verdampt.

Een middelste waterige laag

De traanklier die boven het oog in de oogkas zit, maakt het waterige middelste laagje aan. Dit waterige laagje wast het oog schoon van vuil en stof.

Een binnenste slijmachtige laag

De slijmachtige binnenste laag komt uit kleine kliertjes in het bindvlies van het oog. Deze laag zorgt dat de waterige laag zich gelijk over het oog verdeelt en zich er goed aan vasthecht.

Droge ogen kunnen ontstaan als door problemen met de traanklier te weinig vocht wordt aangemaakt. Of als traanvocht te snel verdampt, meestal door problemen met de Meibomkliertjes in de oogleden. Beide vormen komen veel voor. Vaak in combinatie.

Soms knipperen of sluiten de oogleden niet goed genoeg. Daardoor verspreiden de tranen niet goed of niet vaak genoeg over het oppervlak. Het oog kan soms ’s nachts zelfs iets open blijven staan en dan extra uitdrogen.

In al deze situaties is het traanvocht niet stabiel. Het lukt minder of slecht om het oog vochtig te maken. Het oppervlak van het oog kan niet vochtig genoeg worden gehouden en droogt uit. Veel factoren kunnen zorgen voor droge ogen of de klachten erger maken:

  • (Hogere) leeftijd: droge ogen komen vaker voor als iemand ouder wordt.
  • Meibomklierdysfunctie.
  • Allergie, bijvoorbeeld hooikoorts of een reactie op contactlenzen en vloeistoffen.
  • Algemeen lichamelijke situaties of aandoeningen. Bijvoorbeeld hormonale ziekten, zoals schildklierziekten en diabetes mellitus of veranderingen zoals zwangerschap of de overgang.
  • Aandoeningen van de traanklier. De bekendste is de ziekte van Sjögren. Ook bij reumatoïde artritis en wat andere auto-immuun aandoeningen (bijvoorbeeld SLE) komt een ontsteking voor die hierop lijkt.
  • Medicijnen die voor andere problemen gebruikt worden.
  • Afwijkingen aan en ziektes van de oogleden of het bindvlies.
  • Niet genoeg knipperen. Dit komt onder andere voor bij de ziekte van Parkinson.
  • Oogleden niet goed sluiten. Dit komt bijvoorbeeld voor bij aangezichtsverlamming.

Onderzoek

De oogarts kan een aantal tests doen om te kijken waar de droge ogen door komen:

Schirmertest

Bij deze test meten we hoeveel tranen de traanklier aanmaakt. Daarvoor plaatsen we een strookje filterpapier in de ogen. Na vijf minuten kijken we hoe ver de tranen in het papierstrookje gelopen zijn. Soms doen we de test nog een keer nadat we verdovingsdruppeltjes hebben gegeven.

Uitdrogingsplekjes beoordelen

Bij een fluoresceïne- of Lissamine-kleuring leggen we een strookje met oranje-gele of groene kleurstof tegen het oog. Hiermee kunnen we zien hoe erg het oppervlak door de uitdroging is beschadigd (de uitdrogingsplekjes).

Kwaliteit en stabiliteit traanfilm testen

De oogarts dienst de kleurstof fluoresceïne toe en kijkt daarna hoe snel de traanfilm verdampt. Zo testen we de kwaliteit en stabiliteit van de traanfilm.

Verstopping Meibomkliertjes testen

De oogarts duwt met vingers of een wattenstok op de oogleden om te zien of de Meibomkliertjes verstopt zijn. En hoe het met de samenstelling van de talg is.

Soms doen we nog extra test of metingen. We kunnen u ook doorverwijzen naar een andere specialist om de oorzaak van uw problemen verder te onderzoeken. Bijvoorbeeld een internist of reumatoloog.

Behandeling

Behandeling van droge ogen is vaak niet makkelijk. Waar dat kan, proberen we de oorzaak te behandelen. Bijvoorbeeld bij ontstekingen of een andere stand van oogleden. Het lukt lang niet altijd de oorzaak van de droge ogen weg te nemen.

Soms weten we niet waardoor u last van droge ogen heeft. Of kunnen we de oorzaak niet behandelen, bijvoorbeeld omdat de traanklier niet goed meer werkt of niet meer te herstellen is. Dan proberen we de klachten zo veel mogelijk te verminderen of dragelijk te krijgen. Dat kan op verschillende manieren:

Kunsttranen

Heel vaak starten we kunsttranen. U krijgt dan oogdruppels of ooggel om kunstmatig traanvocht aan te maken. Zo kunnen we het oog weer vochtiger krijgen. De druppels en gel zijn er in veel soorten. Soms duurt het een tijd om te ontdekken welk product voor u het beste werkt.

Afvoer en verdamping tegengaan

Zijn kunsttranen alleen niet genoeg? Dan kunnen we ook proberen om de tranen die er zijn (eigen of kunsttranen) zo lang mogelijk vast te houden op het oogoppervlak. We kunnen de afvoer en verdamping tegengaan met bijvoorbeeld een speciale afschermende bril (kappenbril). Ook kunnen we de traan-afvoerkanaaltjes in het onderooglid bij de neus (tijdelijk) afsluiten met ‘punctumpluggen’.

Zwaardere medicijnen

Bij ernstige gevallen is het soms nodig om zwaardere medicijnen in te zetten. Dat kunnen oogdruppels of tabletten zijn. Ook kunnen we de traan-afvoerkanaaltjes voorgoed dichtmaken.

Oogdruppels van het eigen bloed

In een enkel ernstig geval kunnen we oogdruppels van het eigen bloed maken. We noemen dat autoloog serum oogdruppels. Hiermee krijgt het oogoppervlak weer meer voedings- en beschermingsstoffen.

Beschermende contactlenzen

Zo nu en dan kiezen we bij ernstiger gevallen voor beschermende contactlenzen.

Wat u zelf kunt doen

Gebruik regelmatig oogdruppels zoals de oogarts heeft voorgeschreven. Laat in ernstige gevallen uw ogen regelmatig controleren door de oogarts. Zo voorkomt u problemen, zoals infecties. Op sommige momenten heeft u misschien meer klachten dan anders. Met de volgende adviezen kunt u dit veranderen of verminderen.

Luchtvochtigheid

Verbeter de luchtvochtigheid in huis of op kantoor. Zo voorkomt u dat het traanvocht te snel verdampt. U kunt hiervoor waterbakken aan de verwarming hangen of een luchtbevochtiger plaatsen.

Bril

Draag buiten een speciale (fiets-)bril die aan de zijkanten is afgesloten. Dat zorgt ervoor dat uw ogen niet te veel uitdrogen door de wind.

Extra druppelen

Weet u dat u last gaat krijgen van uw ogen, maar kunt u de situatie niet vermijden? Druppel dan (al vooraf) extra met kunsttranen of gel.

Geen contactlenzen dragen

Contactlenzen kunnen bij droge ogen soms zorgen voor meer klachten. Het kan dan helpen om vaker een bril te dragen.

Kompressen en masseren

Is de kwaliteit van uw traanvocht niet goed omdat de Meibomklieren in de ooglidrand niet goed werken of verstopt zijn? Dan kunt u warme kompressen aanbrengen en de oogleden daarna masseren. Zie ook Ooglidrandontsteking (blefaritis) en Meibomklierdysfunctie.

 

Deze tekst is tot stand gekomen met dank aan de commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG).