Ziekte van Dupuytren – operatie

Ziekte van Dupuytren – operatie

Bij de ziekte van Dupuytren vormen zich knobbels en strengen in de handpalm en de vingers door bindweefselvorming in het oppervlakkige peesblad van de hand. Op den duur kan dit leiden tot verkromming van de vingers, die de functie van de hand beperkt. Met een operatie (selectieve fasciectomie) kan dit behandeld worden.

Oorzaak van de ziekte

De oorzaak van de ziekte is onbekend. De ziekte komt uitsluitend voor bij het blanke ras; zeven keer vaker bij mannen dan bij vrouwen. De ziekte kan familiair voorkomen en begint meestal in het verlengde van de ringvinger of pink. Meerdere vingers en soms de gehele hand kunnen worden aangedaan, waarbij de vingers dusdanig krom kunnen gaan staan dat de hand minder goed te gebruiken is.

Operatie

Voorbereiding voor de operatie

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen zoals ascal, sintrom of marcoumar moet in overleg met uw behandelend arts worden aangepast.

Werkwijze bij de operatie

De operatie voeren we uit in dagverpleging en vindt plaats onder algehele verdoving (narcose) of door middel van een okselprik. De plastisch chirurg bespreekt met u wat voor u mogelijk is. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening in uw hand duurt de operatie ongeveer een uur. Als de vingers al langere tijd sterk gekromd staan, lukt het niet altijd een volledige strekstand daarvan te bereiken. Aan het eind van de operatie verbinden we uw hand.

Na de operatie

Na de operatie moet u de hand in een draagdoek dragen. Om een stijve schouder te voorkomen, moet u af en toe uw arm omhoog brengen. Ook is het goed de vingers in het verband te bewegen. Na de operatie kunt u niet zelf autorijden. Laat u door iemand ophalen of maak gebruik van het openbaar vervoer.

Mogelijkheden en verwachtingen

Bij een ongestoorde wondgenezing en afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening, kunt u de hand vier tot zes weken na de operatie weer normaal gebruiken. Soms is handtherapie nodig. Aangezien de oorzaak van de ziekte van Dupuytren niet bekend is, kan – ook na een geslaagde operatie – de ziekte met al zijn verschijnselen opnieuw optreden, waardoor een nieuwe operatie nodig is. De ziekte is dus niet 100 procent te genezen.

Risico’s en complicaties

Zoals iedere operatie, heeft ook deze operatie risico’s. Op de eerste plaats de risico’s van narcose of okselprik. Hierover kunt u zich het beste laten informeren door de anesthesioloog. Verder bestaat de mogelijkheid van nabloeding en infectie, gestoorde wondgenezing. Ook kan tijdens de operatie een zenuw in de vinger beschadigd raken, waardoor een deel van de vinger doof aanvoelt. Herstel van het gevoel treedt meestal in beperkte mate op.

Onze wachttijden