Electro Convulsie Therapie (ECT)
Het precieze aantal ligt niet van tevoren vast. U krijgt in principe twee keer per week een behandeling. De therapie bestaat meestal uit minimaal twaalf behandelingen, waarna we kijken of het nog zinvol is om door te gaan.
Voorbereiding
Pre-operatieve screening
Voordat de therapie kan beginnen, heeft u een afspraak voor de pre-operatieve screening bij anesthesioloog, iemand die u onder verdoving brengt. Tijdens deze afspraak kunt u het volgende verwachten:
- een vragenlijst over uw lichamelijke situatie
- een lichamelijk onderzoek
- bloedonderzoek
- soms een ECG (hartfilmpje)
Het kan nodig zijn dat andere specialisten uw conditie verder beoordelen, bijvoorbeeld een cardioloog of longarts.
Risico’s van de behandeling
Tijdens het toedienen van de korte stroomstimulus stijgen uw bloeddruk en hartslag. Dit kan gevolgen hebben voor mensen met hart- en vaatziekten. De anesthesioloog beoordeelt uw lichamelijke conditie tijdens de pre-operatieve screening. Hij bespreekt met u welk risico u loopt tijdens deze behandeling en of de behandeling verantwoord is.
Medicijnen afbouwen
Er zijn medicijnen die de behandeling kunnen verstoren. Dit zijn medicijnen die gebruikt worden bij de behandeling van psychische aandoeningen, zoals slaapmiddelen en angst dempende medicijnen. Het is daarom belangrijk dat u deze medicijnen in overleg met uw arts afbouwt en niet meer inneemt als de behandeling begint.
Vaak is er een aantal weken tijd nodig de medicatie die u gebruikt af te bouwen. Veel patiënten zijn bang dat hun klachten in de afbouwperiode toenemen. De afbouwperiode wordt inderdaad vaak zwaar gevonden, maar toename van klachten valt meestal mee. Uiteindelijk lukt het vrijwel iedereen om tijdelijk met deze medicijnen te stoppen.
Met medicijnen die u voor eventuele andere aandoeningen gebruikt, hoeft u meestal niet te stoppen.
Behandeling
U wordt opgenomen op de Afdeling Psychiatrie. Eerst krijgt u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Tijdens dit gesprek krijgt u een aantal vragen en wordt alles uitgelegd. Om het effect van de behandelingen te kunnen beoordelen, nemen we voor én tijdens de opname een korte vragenlijst (MADRS) met u door.
De dag van de behandeling
- In de ochtend mag u uw medicijnen innemen en een licht ontbijt nuttigen.
- U mag zelf douchen en uw bed te verschonen. Als dit niet lukt, wordt u daarbij geholpen door de verpleegkundige.
- Voordat u naar het operatiekamercomplex wordt gebracht, krijgt u een operatiejasje en incontinentiemateriaal aan.
- De verpleegkundige vraagt u om eventuele sieraden af te doen. Ook mag u geen piercings dragen. Als u een gebitsprothese draagt, moet u deze uitdoen.
- Verder mag u tijdens de behandeling geen make-up, nagellak en kunstnagels dragen.
- U krijgt een polsbandje om met uw naam erop.
- De verpleegkundige brengt u in een ziekenhuisbed naar het operatiekamercomplex.
De verpleegkundige blijft tijdens de behandeling bij u. De anesthesieverpleegkundige, anesthesioloog en de psychiater zijn bij uw behandeling aanwezig. Soms is er ook een arts in opleiding bij de behandeling aanwezig.
De behandeling op de OK
Op de operatiekamer krijgt u een infuusnaaldje in uw arm en worden er een aantal controles gedaan. We sluiten u aan op apparatuur die uw lichaamsfuncties tijdens de behandeling bewaken.
U heeft dan:
- plakkers op uw borst (hartritme)
- twee plakkers op de arm (spieractiviteit)
- een band om uw arm (bloeddruk)
- een knijpertje op uw vinger (zuurstofgehalte bloed)
- een band om uw andere arm om te controleren hoe goed het insult verloopt
De psychiater voert de behandeling uit. Eerst wordt uw voorhoofd, slapen en achter uw oren ontvet met een watje met alcohol. Ook krijgt u:
- plakkers boven uw wenkbrauwen en achter uw oren (hersenactiviteit)
- metalen plaatjes op de slapen die dienen als elektroden
- een elastische band om het hoofd om deze elektroden op hun plek te houden.
De psychiater zal voor de behandeling nogmaals met u doornemen of u weet waarvoor u komt en of alle voorbereidingen goed zijn doorlopen. De zogenaamde ’time out’ procedure.
De anesthesioloog geeft u daarna via het infuusnaaldje een kortwerkend slaapmiddel. Nadat u goed onder narcose bent gebracht, geeft de psychiater u een aantal seconden een stroomstimulus. Deze veroorzaken het insult. Het insult duurt ongeveer een halve minuut. Een paar minuten nadat het insult is gestopt, wordt u wakker.
Na de behandeling
- Na de behandeling ligt u korte tijd op de uitslaapkamer.
- Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd.
- De verpleegkundigen op de uitslaapkamer bekijken wanneer u weer naar de afdeling terug mag, meestal is dat een halfuur later. Daar wordt nog een keer uw hartslag en bloeddruk gemeten.
- Zodra u goed wakker bent en een slokje water kan drinken, wordt het infuus eruit gehaald.
- Daarna mag u weer uit bed en mag u ook weer eten en drinken.
Zodra de behandeling is afgerond of vroegtijdig moet worden gestaakt, zult u worden terugverwezen naar uw eigen behandelaar. U zult in dit geval dus niet opgenomen blijven.
Resultaat
Het effect van de behandeling is vaak pas na een aantal keer merkbaar. Om dit te meten vult u wekelijks een depressie scorelijst (MADRS) in.
Bijwerkingen van de therapie
Het is vooraf niet precies te zeggen hoe u op de behandeling zal reageren. Een deel van de patiënten heeft na de behandeling last van hoofdpijn, misselijkheid en/of spierpijn. Ook kunt u direct na de behandeling soms wat verward zijn. Deze klachten verdwijnen na korte tijd. De belangrijkste bijwerking van deze behandeling is tijdelijk geheugenverlies voor de korte termijn. Deze klacht verdwijnt meestal na enkele weken tot maximaal drie maanden na het stoppen van de ECT behandeling.