Elleboogprothese

Elleboogprothese

Een elleboogprothese vervangt het bot met versleten kraakbeen in de elleboog. Er bestaat hierna weer een goed scharnier zodat u zich beter kunt bewegen.

 

Elleboog met een prothese

De meeste elleboogprothesen worden geplaatst vanwege pijn. De pijn wordt meestal een stuk minder na de operatie. Vaak komt die pijn door slijtage van het kraakbeen (artrose). Die slijtage komt meestal door gewrichtsreuma of een botbreuk. Een enkele keer is de oorzaak van de slijtage niet bekend. Een elleboogprothese is niet voor iedereen geschikt. Hij is moeilijk te plaatsen en kwetsbaar. Hierdoor kan hij makkelijk loslaten.

Soorten elleboogprothesen

Een totale elleboogprothese

Een totale elleboogprothese vervangt het gehele ellebooggewricht.


Totale prothese in elleboog (links) en prothese (rechts)

Een halve elleboogprothese

Een halve elleboogprothese vervangt alleen het onderste deel van de bovenarm. Dit vindt meestal plaats bij een breuk in het onderste deel van de bovenarm. De prothese is er in verschillende doorsneden en diktes en kan dus aangepast worden aan uw eigen elleboog zodat uw anatomie zo veel mogelijk kan worden hersteld.


Halve elleboogprothese in elleboog (links) en prothese (rechts)

Radiuskopprothese

De radiuskopprothese vervangt alleen het uiteinde (kopje) van het spaakbeen. De prothese is gemaakt van metaal.


Radiuskopprothese in elleboog (links) en radiuskopprothese (rechts)

Radiuskop- en capitellumprothese (radiocapitellaire prothese)

De radiuskop- en capitellumprothese vervangt het uiteinde van het spaakbeen en de buitenzijde van de bovenarm.

Klachten

De meeste elleboogprothesen worden geplaatst vanwege pijn. Vaak komt die pijn door slijtage van het kraakbeen (artrose). Die slijtage komt meestal door gewrichtsreuma of een botbreuk. Een enkele keer is de oorzaak van de slijtage niet bekend.

Een elleboogprothese is niet voor iedereen geschikt. Hij is moeilijk te plaatsen en kwetsbaar. Hierdoor kan hij makkelijk loslaten. Of een elleboogprothese geschikt voor u is, hangt af van:

• De conditie van het ellebooggewricht
• De kwaliteit van de botten in de arm
• Hoe u uw arm gebruikt

Onderzoek

We kijken naar uw klachten en doen lichamelijk onderzoek. Aanvullend wordt er een röntgenfoto van de elleboog gemaakt.

Behandeling

In een vroeg stadium kan gewrichtsslijtage behandeld worden met ontstekingsremmers, fysiotherapie of corticosteroïdeninjecties in het gewricht.

Operatie

Als de klachten zo ernstig zijn dat dit niet werkt, kan de orthopedisch chirurg besluiten om het versleten gewricht te vervangen door een kunstgewricht: een elleboogprothese. Na de operatie zullen de pijnklachten van de artrose vrijwel geheel verdwenen zijn en kunt u uw gewricht beter bewegen. Alleen volledig strekken is niet mogelijk.

  • Afhankelijk van de prothese (hele of gedeeltelijke), maakt de orthopeed een snee aan de achterkant (hele) of zijkant (radiuskop) van de elleboog.
  • De arts vervangt het beschadigde gewricht door een kunstgewricht (prothese).
  • Als het nodig is gebruikt de orthopeed cement om de prothese extra vast te zetten.
  • De operatie duurt ongeveer 2 tot 4 uur.

Na de behandeling

Na de operatie

  • Na de operatie blijft u enkele dagen in het ziekenhuis.
  • De eerste dagen zit er een drukverband om de wond en geeft een nachtspalk extra steun. U draagt de nachtspalk de eerste 4-6 weken.
  • Na vier tot zes dagen mag u gaan oefenen met uw arm onder begeleiding van een fysiotherapeut. Dit doet u om de beweeglijkheid te vergroten en de spieren sterker te maken.
  • Wanneer u weer thuis bent na de operatie kunt u stukje bij beetje uw dagelijkse bezigheden weer oppakken.
  • Een elleboogprothese mag u niet te zwaar belasten, omdat de prothese anders kan loslaten.
  • Sporten waarbij u kracht zet met uw armen, kunt u beter niet doen met een elleboogprothese. Badminton en tennis bijvoorbeeld.
  • U kunt uw arm na de operatie niet meer volledig strekken. Dit is normaal.

Complicaties

Er is een kleine kans dat er complicaties optreden:

  • Er kan een zenuw (nervus ulnaris) beschadigen. Het gevolg: tintelingen of een door gevoel in de pink en ringvinger. Meestal verdwijnt dat weer langzaam.
  • Infectie van de wond.
  • Nabloeding.
  • De prothese kan loslaten. Bijvoorbeeld als gevolg van een infectie.

Neem contact op als:

  • De wond gaat lekken.
  • De wond dik en/of rood wordt of meer pijn gaat doen.
  • U koorts krijgt: hoger dan 38,5°C.
  • Als het herstel ineens stopt.