Onderzoek werking zenuwen en spieren
Met een EMG en/of zenuwgeleidingsonderzoek krijgen we informatie over hoe goed uw zenuwen en spieren werken. Zo kunnen we onderzoeken of uw klachten iets te maken hebben met de werking van uw zenuwen of spieren.
Voorbereiding
- Smeer uw huid voor het onderzoek niet in met crème, zalf of lotion. Dat kan invloed hebben op de meting.
- Soms is het nodig uw armen en benen voor het onderzoek op te warmen. Dit gebeurt in vier bakken die gevuld zijn met warm water (38 graden Celsius) en duurt 20 minuten.
- Gaan we uw arm onderzoeken? Doe dan uw ringen en armbanden thuis vast af.
Onderzoek
Een neuroloog en/of een speciaal opgeleide laborant doet het onderzoek. Hij of zij laat u eerst weten wat er precies gaat gebeuren. Het onderzoek kan bestaan uit een onderzoek van uw zenuwen en soms ook van uw spieren (EMG). Het onderzoek duurt ongeveer 15 tot 60 minuten. Dat ligt aan hoeveel zenuwen of spieren we moeten onderzoeken. De afdeling Klinische Neurofysiologie geeft u hier meer informatie over.
Onderzoek zenuwen
Om te meten hoe de zenuwen werken, maken we verbindingen tussen de huid en het apparaat waarmee we meten. Daarvoor gebruiken we kleine metalen plaatjes (elektroden). Die vangen de elektrische signalen van de zenuwen en spieren op. Daarna geven we op verschillende plekken bij de zenuw elektrische schokjes. Zo prikkelen we de zenuw. Dit kan een vervelend gevoel geven.
Spieronderzoek (EMG)
Om de activiteit van de spieren te onderzoeken, gebruiken we een hele dunne elektrode. Die vangt de elektrische signalen van de spieren op. Met de elektrode prikken we de spier aan. Dit kan wat gevoelig zijn. De arts vraagt u de spier aan te spannen of juist te ontspannen. We zetten de elektrische activiteit van de spier om in geluid en beeld.
Na het onderzoek
Na het onderzoek haalt de arts of laborant de elektroden weg. U kunt na het onderzoek gewoon zelf naar huis of weer aan het werk gaan.
De uitslag
De neuroloog beoordeelt het onderzoek. Hij of zij bespreekt de uitslag met u als u weer een afspraak op de polikliniek heeft. Of de uitslag gaat naar de specialist die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. Dan bespreekt die de uitslag met u.