Artrose in de heup

Home > Patienteninformatie > Artrose in de heup

Artrose in de heup

Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen draait de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat komt omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit. Bij artrose in de heup is het kraakbeen in het heupgewricht aangetast.

Oorzaak

Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Meestal betreft het gewone slijtage op oudere leeftijd, ofwel artrose. Bij aangeboren heupafwijkingen, zoals heupdysplasie is er een verhoogde kans op artrose. Ook kan het kraakbeen van de heup aangetast zijn door reuma of een ongeval.

Klachten

De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. Dit voelt u meestal in de lies, in de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen en de knie. Verder wordt het gewricht steeds stijver. Er is vaak sprake van nachtpijn, startpijn (stijfheid bij het opstaan), moeilijk kunnen lopen, bukken en traplopen.

Onderzoek

Tijdens uw eerste afspraak bespreekt u uw klachten met één van onze orthopeden. We doen lichamelijk onderzoek en maken een röntgenfoto. Soms is er meer onderzoek nodig om artrose vast te stellen.

Behandeling

De eerste behandeling voor artrose in de heup is pijnstilling en fysiotherapie. Als de klachten zo ernstig zijn dat pijnstillers en fysiotherapie niet meer werken, kan de orthopedisch chirurg in overleg met u besluiten om het versleten gewricht te vervangen door een kunstgewricht: een heupprothese. Ook bij een breuk van de hals van het dijbeen kan het zijn dat de heup vervangen moet worden. De pijn van de slijtage is na de operatie verdwenen. Natuurlijk is het operatiegebied de eerste periode na de operatie wel gevoelig. Ook de stijfheid die gepaard gaat met de slijtage is na de operatie minder. De heup zal geleidelijk aan weer soepel en ruim bewegen.