HSG: röntgenonderzoek baarmoeder en eileiders
Voorbereiding
Moment van het onderzoek
Als u ongesteld bent, kunnen we geen baarmoederfoto maken. Dit kunnen we ook niet doen na de eisprong. Dan zou u eventueel zwanger kunnen zijn. Het onderzoek plannen we daarom het liefst tussen de vijfde en twaalfde dag na de eerste dag van de ongesteldheid. Dat ligt ook aan hoe lang uw cyclus duurt.
Via de BeterDichtbij app geeft u door wanneer u ongesteld bent geworden. We nemen dan via de app of telefonisch contact met u op. Lukt het doorgeven van uw ongesteldheid niet via de app? Dan kunt u ons tussen 08:00 en 12:00 uur bellen om een afspraak voor het onderzoek te maken.
Moeten we het onderzoek toch rond de eisprong doen? Zorg dan dat u de week voor het onderzoek alleen vrijt met bescherming.
Pijnstillers
Voor het onderzoek kunt u Naproxen-tabletten innemen. Deze pijnstillers zorgen dat u geen krampen in de baarmoeder krijgt. Naproxen-tabletten koopt u zelf bij de drogist.
- Neem de avond voor het onderzoek twee tabletten Naproxen van 250 mg.
- Neem op de dag van het onderzoek ongeveer een uur voor de afspraak nog een keer twee tabletten.
Vooraf melden
Tijdens het onderzoek gebruiken we jodium. Ben u allergisch voor jodium? Meld dit dan aan de gynaecoloog of fertiliteitsarts. Als u allergisch bent voor jodium, kan het onderzoek niet doorgaan.
Onderzoek
Het onderzoek duurt in totaal tien tot vijftien minuten. De gynaecoloog of fertiliteitsarts doet het onderzoek. Een radiodiagnostisch laborant assisteert. Uw partner mag bij het onderzoek aanwezig zijn.
- Voor het onderzoek doet u uw onderkleding uit in de kleedkamer.
- U komt op de onderzoekstafel liggen.
- De gynaecoloog of fertiliteitsarts maakt de vagina en baarmoedermond eerst goed schoon. Daarvoor gebruiken we een jodiumoplossing die niet prikt.
- De arts brengt een eendenbek in.
- De arts plaatst een slangetje met een klein ballonnetje eraan in de baarmoedermond. We blazen het ballonnetje op met lucht. Zo sluiten we de baarmoeder af. U kunt daardoor wat kramp voelen onderin de buik.
- We spuiten een klein beetje contrastvloeistof in de baarmoeder en de eileiders terwijl we röntgenbeelden maken. Dit kan even pijnlijk zijn.
- Op de monitor zie we nu de baarmoeder en eileiders.
Extra foto
Soms moeten we na tien minuten nog een extra foto maken. U hoort dit van de gynaecoloog of fertiliteitsarts. U mag tussendoor dan even een wandeling maken. De laborant maakt daarna de foto. Dat gebeurt zonder contrastmiddel en andere hulpmiddelen.
Na het onderzoek
- Na het onderzoek kunt u weer gewoon alles doen. Soms blijft uw onderbuik de dag van het onderzoek nog wat gevoelig.
- U kunt soms wat bloed verliezen en er kan contrastmiddel terugvloeien. U krijgt daarvoor van de laborant een maandverbandje.
De uitslag
Meestal bespreekt de gynaecoloog of fertiliteitsarts direct na het onderzoek kort de beelden met u. U hoort dus meteen de voorlopige uitslag van het onderzoek. Een radioloog beoordeelt daarna de foto’s. U bespreekt de definitieve uitslag later met de gynaecoloog of fertiliteitsarts.
Mogelijke problemen
- Voor het onderzoek gebruiken we ioniserende straling. Dit gaat om een hele kleine hoeveelheid. U merkt hier niets van.
- Bij dit onderzoek is er een kleine kans om een infectie te krijgen. Gaat u zich de dagen na het onderzoek ziek voelen? Krijgt u koorts? Laat dit meteen weten aan uw gynaecoloog of fertiliteitsarts.