Laparoscopische operatie
De instrumenten waar we mee werken, worden steeds beter. Daardoor kunnen we steeds uitgebreidere operaties met de laparoscoop doen. Het voordeel is dat de buikholte afgesloten blijft. Door de kleinere sneetjes heeft u minder pijn aan de wond. U hoeft minder lang in het ziekenhuis te blijven en herstelt meestal sneller. Wel duurt de operatie soms langer.
Voorbereiding
Wel of geen operatie
Het is belangrijk dat u zelf achter de beslissing staat voor de operatie. Vaak heeft u bij een laparoscopische operatie genoeg tijd om hierover na te denken. Kijk of u het antwoord heeft op de volgende vragen. Bespreek ze anders met de gynaecoloog.
- Waarom krijgt u de operatie?
- Als u geen klachten heeft: is de behandeling echt nodig?
- Als u wel klachten heeft: hoe groot is de kans dat die minder worden of weggaan na de operatie?
- Zijn er andere mogelijkheden voor behandeling?
- Wat wordt er weggehaald en wat betekent dat daarna?
- Waar komen de littekens?
- Bent u op de hoogte van mogelijke problemen die kunnen ontstaan?
- Heeft u genoeg informatie en tijd gehad om een goede beslissing te nemen?
Voor de operatie
- De gynaecoloog bespreekt met u hoe lang en wanneer u in het ziekenhuis wordt opgenomen. Dit kan de dag van de operatie zijn of de dag ervoor.
- Voor de operatie doen we een paar onderzoeken. Bijvoorbeeld bloedonderzoek, soms een longfoto, een hartfilmpje (ECG) en een algemeen lichamelijk onderzoek. Meestal gebeurt dit op de polikliniek. Soms ook op de afdeling als u al eerder wordt opgenomen.
- De operatie gebeurt onder volledige verdoving (narcose). U heeft voor die tijd een gesprek met de arts die de narcose geeft.
Regelen voor na de operatie
Na de operatie kunt u nog pijn hebben en zich slap voelen. Wat hulp thuis kan dan fijn zijn. Het is goed om daar voor de operatie vast over na te denken en daar iets voor te regelen. Bespreek dit vooraf met de gynaecoloog of uw huisarts. Meestal kunt u een paar weken niet werken na de operatie. Dat ligt ook aan wat we bij u precies gaan doen en hoe snel u beter bent.
Dag van de operatie
- Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf middernacht niet meer mag eten, drinken of roken.
- Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling. Soms scheren we het bovenste deel van het schaamhaar weg voor de operatie.
- U krijgt een prik zodat u minder kans heeft op trombose.
- U krijgt operatiekleding aan.
- Vlak voor de operatie krijgt u soms een medicijn waar u slaperig van wordt. Daar kunt u een droge mond van krijgen.
Behandeling
De operatie kan van een half uur tot een aantal uur duren. Dat ligt aan uw situatie en wat we precies gaan doen.
- De gynaecoloog maakt een sneetje van ongeveer één centimeter in de onderrand van de navel. Vermoeden we dat daar verklevingen zitten? Dan kunnen we dit ook op een andere plek doen, bijvoorbeeld onder uw ribben.
- Via dit sneetje brengen we een dunne naald in de buikholte. Hierdoor vullen we de buik met koolzuurgas. Zo ontstaat meer ruimte in de buik om alles te zien en u te opereren.
- De gynaecoloog brengt via hetzelfde sneetje de laparoscoop (kijkbuis) in de buik. Die sluiten we aan op een videocamera. We zien het gebied dat we gaan opereren nu op het scherm.
- We maken ook op andere plekken sneetjes. Bijvoorbeeld net boven het schaambeen en de zijkanten van de onderbuik. Hierdoor brengen we de instrumenten voor de operatie in.
- Via de vagina en baarmoederhals kunnen we een staafje in de baarmoederholte brengen. Zo kunnen we die tijdens de operatie bewegen.
- We kunnen ook een snee maken in de vagina, achter de baarmoedermond. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld een vergrote eiderstok of vleesboom uit de buikholte weghalen.
Toch gewone buikoperatie
Soms moeten we tijdens de operatie toch besluiten over te gaan op een gewone buikoperatie (laparotomie). We moeten dan een grotere snee in de buik maken. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij erge verklevingen door endometriose of een eerdere buikoperatie. Of als afwijkingen niet goed te zien zijn. U blijft dan na de operatie langer in het ziekenhuis en het hertel duurt langer.
Wat we kunnen doen
Niet altijd is een laparoscopische operatie de beste oplossing. Bij bijvoorbeeld een kwaadaardige aandoening kiezen we vaak voor een andere operatie. Uw gynaecoloog bespreekt dit met u. We kunnen via een laparoscopische operatie onder andere het volgende doen:
Cyste of vergrote eierstok weghalen
- een cystadenoom. Dit is een goedaardige afwijking waarbij slijm of ander vocht zich ophoopt in de eierstok.
- een endometriose-cyste (zie het kopje Endometriose weghalen).
Een eierstok kan ook helemaal vergroot zijn. Vaak is dan sprake van een dermoïd. Dit is een grote cyste waarin allerlei soorten weefsel kunnen voorkomen. Zoals haren, botten en talg.
Een operatie kan helpen als u klachten heeft of om klachten in de toekomst te voorkomen. Uw gynaecoloog bespreekt voor de operatie met u of de hele eierstok weggehaald wordt of alleen de cyste. Soms kunnen we pas tijdens de operatie goed zien wat kan.
Normale eierstokken weghalen
Endometriose weghalen
Bij de laparoscopische operatie kunnen we een chocoladecyste openen of weghalen. Haardjes van endometriose kunnen via laserstralen of verhitting weggebrand worden. Bij erge verklevingen door endometriose is een laparoscopische operatie erg moeilijk of niet mogelijk.
Hydrosalpinx behandelen
Als u geen klachten en geen kinderwens heeft, is behandeling meestal niet nodig. Heeft u wel een kinderwens? Dan kijkt de gynaecoloog hoe de andere eileider er uitziet. En of het verstandig is de hydrosalpinx weg te halen of te openen. Soms is voor het openen van een hydrosalpinx een grotere operatie nodig.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap weghalen
We kunnen besluiten de hele eileider met de buitenbaarmoederlijke zwangerschap weg te halen. Soms is het mogelijk de zwangerschap voorzichtig uit de eileider te ‘pellen’. Of medicijnen of suikerwater in te spuiten.
Voor de operatie bespreekt de gynaecoloog de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden. Soms wordt pas tijdens de operatie duidelijk wat de beste behandeling voor u is. Hoe we u behandelen ligt ook aan de schade bij de eileider en hoe de andere eileider eruitziet. En of u nog kinderen wilt.
Vleesbomen weghalen
Verklevingen weghalen
In hele zeldzame gevallen kunnen verklevingen een darm voor een deel of helemaal afsluiten. Dan is zeker een operatie nodig. Dit kan bijna nooit met een laparoscopische operatie.
Operatie bij ongewild urineverlies
Baarmoeder weghalen
Na de behandeling
In het ziekenhuis
- Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de afdeling.
- U kunt wat last van uw keel hebben door het buisje dat tijdens de narcose is geplaatst om u te beademen.
- U kunt misselijk zijn of moeten spugen na de kijkoperatie.
- Vaak krijgt u via een bloedvat in uw hand of arm vocht vanuit een infuus. Meestal halen we het infuus een paar uur na de operatie weg als de misselijkheid over is.
- Heel soms heeft u tijdens de operatie een blaaskatheter gekregen om urine af te voeren. Die wordt vaak dezelfde of de volgende dag weggehaald. Bent u geopereerd omdat u last had van ongewild urineverlies? Dan blijft de katheter soms langer zitten.
- U blijft na de operatie een of een paar dagen in het ziekenhuis. Dat ligt aan de operatie die u heeft gehad en uw conditie.
Pijn
Herstel thuis
De eerste dagen kunt u meestal wel voor u zelf zorgen, maar niet voor een gezin. Vaak bent u sneller moe en kunt u minder aan dan u dacht. In dat geval is het verstandig toe te geven aan de moeheid en extra te rusten. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt. Daarnaar luisteren is belangrijk. Te veel doen helpt niet bij het herstel. U zult merken dat u langzaam weer steeds meer kunt.
Bloedverlies
Hechtingen
Douchen en in bad
Seks
Controle
Na iedere operatie krijgt u een afspraak voor controle op de polikliniek. Hebben we weefsel weggehaald tijdens de operatie? Dan krijgt u dan de uitslag van het weefselonderzoek. De gynaecoloog bespreekt met u of nog verdere controle of behandeling nodig is. Ook bespreekt u wanneer u weer aan het werk kunt. Natuurlijk kunt u zelf ook vragen stellen.
Mogelijke problemen
De kans op problemen bij een diagnostische laparoscopie is klein.
Beschadiging urinewegen, darmen of bloedvat
Blaasontsteking
Nabloeding
Infectie of trombose
Littekenbreuk
Andere klachten
Wanneer contact opnemen
Neem contact op met het ziekenhuis of uw huisarts bij hevige buikpijn, koorts of als u veel bloed verliest (meer dan bij een normale ongesteldheid).