Adviezen na nierstenen

Adviezen na nierstenen

Heeft u nierstenen gehad en wilt u voorkomen dat u die weer krijgt? De volgende adviezen helpen om nierstenen te voorkomen.

Oorzaak bekijken

Het is goed om te weten waardoor u een niersteen kreeg. Daarvoor onderzoeken we vaak de samenstelling van uw niersteen.

De meeste nierstenen bevatten calcium-oxalaat. Ze ontstaan door een te ‘rijk’ dieet. Bijvoorbeeld met te veel dierlijk eiwit of zout. De urine wordt daardoor te zout en te zuur. En de nieren plassen dan te veel kalk (calcium) en urinezuur uit. Zo ontstaan makkelijker zouten die stenen vormen. Ook kunnen sommige eiwitten in de urine hun werk niet goed meer doen. Die moeten er eigenlijk voor zorgen dat kristallen niet samenklonteren tot echte steentjes.

De meeste Nederlanders eten ongeveer hetzelfde. Toch krijgt niet iedereen een niersteen. Van patiënten met nierstenen weten we dat ze vaak familieleden hebben die ook een niersteen hebben gehad. Dit laat waarschijnlijk zien dat de urine anders is samengesteld. Met te weinig niet goed werkende eiwitten en zuren. Ook drinken patiënten met nierstenen vaak minder dan anderen. Verder kunnen bepaalde eetgewoonten zorgen voor steenvorming.

Andere oorzaken

Bijzondere steensoorten hebben meestal een bijzondere oorzaak. De uroloog bespreekt dan met u waardoor het komt en wat kan qua behandeling. Zo zijn er een paar (meestal aangeboren) ziekten die kunnen zorgen voor nierstenen. Bijvoorbeeld hyperparathyreoïdie, cystinurie, primaire hyperoxaalurie of modulaire sponsnieren. Nierstenen kunnen daarnaast ontstaan door urineweginfecties.

Kans op een nieuwe niersteen

U kunt opnieuw een niersteen krijgen. Hoe groot die kans is, ligt aan de samenstelling van de steen en waardoor u de niersteen kreeg. Als er een duidelijke oorzaak is, is de kans vrij groot dat u later nog eens last van een niersteen krijgt. Dat geldt ook als u familie heeft met nierstenen.

Plast u een ‘gewone’ calcium-oxalaat steen uit? En neemt u daarna geen maatregelen om een nieuwe steen te voorkomen? Dan is de kans dat u in de komende 10 jaar een nieuwe steen maakt ongeveer 40 procent. Niemand weet of en wanneer dat gebeurt. Volgt u de adviezen op? Dan is de kans op nieuwe stenen tot wel de helft kleiner.

Nieuwe steen voorkomen

De volgende algemene adviezen helpen om de vorming van nierstenen te voorkomen. De adviezen zijn ook goed voor mensen die geen nierstenen maken. Een streng dieet is bijna nooit nodig.

Drinken

  • Drink zoveel dat u ongeveer 2,5 liter urine per dag aanmaakt.
  • Drink vooral tijdens de maaltijd en vlak voor het slapen. Direct na de maaltijd en ’s nachts is de urine het meest geconcentreerd. Dan kunnen makkelijk grote kristallen of nierstenen ontstaan.
  • Drink het liefst water. Neem liever geen grote hoeveelheden sterke thee, ijsthee en zoete dranken. Dat is ook slecht voor uw gewicht en gebit. Sappen en citrusvruchten zijn wel aan te bevelen.

Eiwit

Neem niet te veel dierlijk eiwit. Dierlijk eiwit zit in vlees, vleeswaren en zuivelproducten. Het advies is om maar drie keer per week vlees bij de maaltijd te nemen. U heeft maar 100 gram eiwit per dag nodig.

Zout

Voeg niet te veel zout toe aan het eten. Neem ook niet te veel zoute etenswaren. Denk aan zoutjes of ingeblikt eten, zoals soepen en kant-en-klaar maaltijden. Ook in kaas zit veel zout.

Vezels

Eet meer vezelrijk voedsel, zoals groenten en fruit. Neem gemiddeld vijf porties of vruchten per dag.

Zuivel

Een matige hoeveelheid zuivelproducten is goed. Vooral tijdens de warme maaltijd.

Oxalaat

Had u een ‘gewone’ calcium-oxalaat niersteen? Dan is het ook goed om geen voedsel te nemen waar veel oxalaat inzit. Veel oxalaat zit in:

  • verse bladgroenten (spinazie, postelein, zuring, andijvie, rabarber)
  • knolgroente, zoals bieten, raapstelen, knolselderij
  • sterke zwarte thee, ijsthee
  • cacao, chocola en chocoladeproducten
  • sojabonen en alles waar sojameel in is verwerkt

Adviezen bij andere stenen

De informatie op deze pagina gaat alleen over nierstenen. Ook in de nieren, urineleider en blaas komen stenen voor.

Ureterstenen

Ureterstenen komen voor in de nieren, ureter (urineleider) en blaas. Ze zorgen voor de bekende (koliek)pijn. Ureterstenen zijn altijd in de nier gevormde en afzakkende stenen.

Blaasstenen

Een ander soort steen zijn de blaasstenen. Die kunnen uit de nier komen. Ze blijven als het ware in de blaas hangen en groeien hier verder. Meestal ontstaan blaasstenen door problemen om de blaas leeg te plassen of door blaasontstekingen.

Heeft u te maken (gehad) met ureterstenen of blaasstenen? Dan krijgt u van uw uroloog persoonlijke adviezen.

Contact