Leeftijdsgebonden

Maculadegeneratie (LMD)

Wat is maculadegeneratie (LMD)?

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) is een oogprobleem dat vaak begint als mensen ouder worden, meestal na het 50e levensjaar. Het treft het centrale deel van het netvlies, de macula lutea of gele vlek, waardoor ons scherpe zicht wordt aangetast.

 

Deze aandoening kan leiden tot problemen met zien omdat het moeilijker wordt om dingen in het midden van ons gezichtsveld scherp te zien. Het kan ons dagelijks leven beïnvloeden, zoals ons werk, onze hobby’s en onze algemene activiteiten. Het netvlies van ons oog is vergelijkbaar met de film in een fototoestel, omdat het de laag is die licht opvangt en ons in staat stelt te zien.

Macula

Het centrale deel van het netvlies, dat de macula wordt genoemd, helpt ons kleine details te zien en kleuren te onderscheiden. Dit komt doordat er veel speciale cellen, kegeltjes genaamd, in dit deel van het netvlies zitten. De rest van het netvlies helpt ons om bewegingen waar te nemen, zoals auto’s die van rechts komen als we oversteken.

Als de kegeltjes in de macula afsterven door maculadegeneratie, wordt het moeilijker om scherp te zien en ontstaat er een vlek in het midden van ons gezichtsveld. Gelukkig blijft de rest van het netvlies wel werken, dus kunnen we nog steeds zelfstandig rondlopen en bewegen, zelfs al zien we niet zo scherp meer. Volledige blindheid, niets meer kunnen zien, komt nauwelijks voor.

Syndroom van Charles Bonnet (pseudohallucinaties)

Patiënten die om wat voor reden dan ook minder goed zien, bijvoorbeeld door maculadegeneratie of glaucoom, zien soms personen of zaken die er niet zijn: ‘er zitten plots mensen in de kamer’. De patiënt is zich ervan bewust, dat wat hij/zij ziet niet echt is, maar durft dit niet aan de omgeving of oogarts te vertellen. Vaak denkt de patiënt namelijk dat dit een teken van dementie of een ander hersenprobleem is. Deze pseudohallucinaties (dus geen echte hallucinaties) zijn echter een bekend en veel voorkomend verschijnsel: de hersenen gaan bij gebrek aan scherpe beelden via het oog, zélf beelden verzinnen. Vergelijk het met dove mensen die voortdurend liedjes denken te horen.

Pseudohallucinaties zijn volkomen onschuldig en verdwijnen meestal als de patiënt even de ogen sluit of met de vinger wijst naar de zogenaamde personen die hij ziet. Het verschijnsel kan echter ieder moment weer optreden. Voorkómen is niet mogelijk. Voor verder vragen over uw ziekte kunt u zich het beste tot uw oogarts wenden.

Risicofactoren

Leeftijd

Hoge leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor LMD. In Nederland lijdt naar schatting ongeveer 14 procent van de mensen tussen de 55 en 64 jaar aan enige vorm van LMD. Dit loopt in de groep 65- tot 75-jarigen op tot bijna 20 procent en tot 37 procent bij 75-plussers.

Erfelijkheid

Een aantal onderzoeken toont aan dat LMD gedeeltelijk erfelijk kan zijn. Dit betekent dat u een groter risico heeft op het krijgen van de aandoening als één of meer van uw bloedverwanten LMD heeft.

Roken

Roken doet de hoeveelheid beschermende antioxidanten in het lichaam afnemen. Uit onderzoek is verder naar voren gekomen, dat LMD vijf keer zo vaak voorkomt bij mensen die meer dan een pakje sigaretten per dag roken en dat het risico verhoogd blijft zelfs tot 15 jaar nadat iemand is gestopt met roken.

Voeding

De kegeltjes van de macula zijn hoogstwaarschijnlijk erg gevoelig voor beschadiging door elektrisch geladen zuurstofmoleculen, de zogenoemde ‘vrije radicalen’. Uit eerder onderzoek blijkt een mogelijk verband tussen het krijgen van LMD en een gebrek aan antioxidanten, stoffen die de schadelijke effecten van vrije radicalen in het lichaam tegengaan in de voeding. Alcohol onttrekt ook antioxidanten aan het lichaam. Verder zijn hoge concentraties van verzadigde vetten en cholesterol, die zoals bekend schadelijk zijn voor de bloedvaten, mogelijk ook betrokken bij het ontstaan van beschadiging van de macula door vrije radicalen.

Geslacht

Een vrouw van boven de 75 jaar heeft twee keer zoveel kans op LMD als een man van dezelfde leeftijd. Een lage oestrogeenspiegel (een hormoon in het bloed) bij vrouwen na de menopauze verhoogt het risico op de aandoening.

UV straling

Deze straling kan LMD ook verergeren, het is dan ook verstandig om als er beginnende LMD gevonden is, zo vaak mogelijk een UV werende (zonne)bril te dragen.

Oorzaak

Bij leeftijdgebonden maculadegeneratie zijn er twee belangrijke vormen met ieder een eigen oorzaak.

De ‘droge’ LMD

Droge leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) begint met kleine ophopingen van bleekgeel materiaal, genaamd drusen, in het centrale deel van het netvlies, de macula. Als deze drusen toenemen, verminderen ze het aantal kegeltjes in de macula, wat leidt tot verslechtering van het zicht. Dit proces verloopt heel langzaam en kan vele jaren duren voordat het zicht echt slechter wordt. Meestal zijn beide ogen min of meer gelijkmatig aangetast.

Het is belangrijk om te letten op tekenen van vertekening in de omgevingsbeelden, zoals krommingen in raamkozijnen of vervormingen van teksten. Dit kan wijzen op het ontstaan van de ‘natte’ vorm van LMD.

In het eindstadium van droge LMD, ook wel geografische atrofie genoemd, ontstaan er gebieden in het netvlies die lijken op landkaarten. Deze gebieden hebben minder pigment, waardoor de bloedvaten eronder zichtbaar worden. Dit wordt veroorzaakt door het verlies van cellen van het retinale pigment epitheel. Als deze atrofie zich uitbreidt naar de fovea, het centrale deel van het netvlies, leidt dit vaak tot ernstig verlies van het gezichtsvermogen.

De ‘natte’ LMD of exsudatieve macula degeneratie

Wanneer iemand natte leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) heeft, betekent dit dat er nieuwe bloedvaten achter de macula (het centrale deel van het netvlies) beginnen te groeien. Deze bloedvaten kunnen vocht en bloed lekken in of onder het netvlies, wat de term ‘natte’ LMD verklaart. Dit lek beschadigt de cellen in het netvlies die licht detecteren, waardoor het zicht snel en ernstig verslechtert. Uiteindelijk vormt zich een litteken in de macula, waardoor het centrale zicht verloren gaat.

Als gevolg van deze veranderingen kunnen beelden vervormd lijken. Nieuwe bloedvaten vormen zich onder het netvlies, wat kan leiden tot lekkage van vocht en bloed, waardoor het zicht snel slechter wordt. Uiteindelijk ontstaat er een blinde vlek in het centrum van het gezichtsveld. De meeste mensen met LMD behouden echter wel een redelijk zicht aan de randen van hun gezichtsveld. Volledige blindheid, waarbij iemand niets meer kan zien, komt zelden voor bij LMD.

Onderzoek

Voor het vaststellen van LMD test de oogarts eerst uw gezichtsscherpte. Verder kan men met een bladzijde met ruitjespatroon testen of er vervormingen of vlekken in het centrale gezichtsveld bevinden. Dit wordt de Amslertest genoemd. Deze test is zeer geschikt voor zelfcontrole thuis.

Amsler test

  1. Als u een leesbril heeft, zet deze dan op en dek één oog af.
  2. Houd het raster op 30 centimeter van het gezicht.
  3. Fixeer op het centrale punt met uw niet afgedekte oog.
  4. Herhaal dit met het andere oog.
  5. Als er vervormingen of witte plekken verschijnen in het raster, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met uw oogarts.

Amsler test

 

amsler-grid

 

Indien u vervormingen waarneemt, dient u binnen een week door een oogarts te worden gezien, zo nodig via verwijzing van uw huisarts. Na verwijden van de pupil door het indruppelen van de ogen kan de oogarts met een lamp en een vergrootglas het volledige netvlies en in het bijzonder de macula onderzoeken. Dit onderzoek wordt ‘oogspiegelen’ genoemd. Meestal is aanvullend onderzoek noodzakelijk, zoals bijvoorbeeld een scan (OCT -scan) of een Fluorescentie Angiografie.

Behandeling

De behandeling van LMD is meestal alleen maar mogelijk in het vroege stadium van de ‘natte’ vorm van LMD. In de meeste gevallen kan een stabilisatie van de visus bereikt worden, in een minderheid van de patiënten verbetert de gezichtsscherpte en in een deel van de patiënten gaat de visus toch achteruit.

intravitreale injectie

In de afgelopen jaren zijn we begonnen met het gebruiken van speciale medicijnen, genaamd anti-VEGF, wanneer er sprake is van de ‘natte’ vorm van maculadegeneratie. Deze medicijnen, zoals Avastin (bevacizumab), Lucentis (ranibizumab), en Eylea (aflibercept), worden rechtstreeks in het oog geïnjecteerd. Ze helpen om te voorkomen dat de nieuwe bloedvaten gaan lekken en verder groeien. Hierdoor kan verdere achteruitgang van het zicht worden gestopt en in sommige gevallen kan zelfs een verbetering van het gezichtsvermogen optreden.

Meestal zijn er minstens 2 tot 3 injecties nodig volgens de landelijke richtlijn voor maculadegeneratie. Soms kan de volledige behandeling enkele maanden tot jaren duren. Het doel is om het zicht zo goed mogelijk te behouden en verdere schade aan het netvlies te voorkomen.”

Laserbehandeling

“We gebruiken soms een klassieke laserbehandeling om lekkende bloedvaatjes te sluiten en verdere verslechtering van het gezichtsvermogen te voorkomen. Maar het is belangrijk om te weten dat deze behandeling alleen effectief is voor een zeer klein aantal patiënten. Zelfs als het effectief is, kunnen we niet garanderen dat het positieve effect blijvend is

Photodynamische therapie (PDT)

Photodynamische therapie (PDT) kan succesvol zijn bij een beperkte groep van patiënten met natte MD. Bij deze therapie behandelen we alleen de lekkende bloedvaten. De achteruitgang van de gezichtsscherpte wordt door deze behandeling geremd. De geschiktheid voor deze behandeling bepalen we aan de hand van een fluorescentie angiogram.

Combinatie

Soms kan voor een combinatie van PDT en vaatgroeiremmende geneesmiddelen worden gekozen. Met de klassieke laserbehandeling worden lekkende bloedvaatjes gedicht en wordt verdergaande lekkage en achteruitgang van gezichtsvermogen voorkomen. Echter, ook hiervoor komt maar een gering aantal patiënten voor in aanmerking.

Operatie

Operatieve behandeling van natte LMD lijkt in zeer geselecteerde gevallen een gunstig resultaat te kunnen hebben, zoals bijvoorbeeld de behandeling met Tissue Plasminogen Activator (TPA) en intravitreale injectie met gas bij een bloeding onder de gele vlek, maar dit moet binnen zeer korte tijd toegepast worden en heeft niet altijd het gewenste resultaat.

Wat kunt u doen om uw ogen te beschermen?

  • Draag een beschermende zonnebril, wanneer u in aanraking komt met ultraviolette lichtbronnen (zon, zonnebank).
  • Gebruik voeding met veel fruit en donkere bladgroenten (spinazie, groene kool, boerenkool).
  • Rook niet.
  • Beperk alcoholgebruik.

Voedingssupplementen

Recent onderzoek laat zien dat mensen met een voorstadium van LMD op de lange termijn baat kunnen hebben bij het nemen van hoge doses voedingssupplementen. Dit kan helpen om de progressie van de ziekte te vertragen. Het is echter belangrijk om deze supplementen alleen in te nemen na overleg met uw oogarts.

Als u rookt of in het verleden heeft gerookt, is het aan te raden om voedingssupplementen te gebruiken zonder bètacaroteen.

Welke hulp is er beschikbaar voor mensen met een eindstadium van LMD?

Mensen met een eindstadium van LMD kunnen bij lezen en televisiekijken gebruik maken van hulpmiddelen voor slechtzienden, zoals vergrotingsapparaten, telescoopbrillen, grootletter en gesproken boeken en aangepaste computers. Het goed en vakkundig aanpassen van zogenaamde ‘Low Vision’ hulpmiddelen is van groot belang bij mensen met LMD. Daardoor kan een patiënt met LMD toch grote letters lezen en iets meer van de omgeving waarnemen. Speciaal opgeleide ‘Low-Vision’ specialisten zijn daarbij behulpzaam. Ook regionale centra voor hulpverlening aan blinden en slechtzienden kunnen u mogelijk van advies voorzien. Deze instellingen inventariseren de behoefte aan hulp en begeleiding, inclusief gebruik van hulpmiddelen.

Meer informatie