Longoperatie
Bij een longoperatie halen we een deel van de long of de hele long weg. Een longoperatie kan nodig zijn bij longkanker of bij uitzaaiingen in de longen. We kunnen ook voor een operatie kiezen als u een ontsteking in de longen heeft die maar niet over wil. Of bij een andere afwijking in de longen.
Voorbereiding
Hulp voor na de operatie
Tijdje niet werken
Beweging
Praten over uw situatie
De fysiotherapeut
Na de operatie moet u ook uw schouder aan de kant die wordt geopereerd op de juiste manier bewegen. De fysiotherapeut helpt u daarbij. Zo mag u bijvoorbeeld niet het handvat boven uw hoofd gebruiken om omhoog te komen als u op bed ligt. U krijgt daarvoor een optrekkoord aan uw bed. Ook komt uw nachtkastje niet aan de kant te staan die geopereerd wordt. De fysiotherapeut komt na de operatie regelmatig bij u langs.
Vlak voor de operatie
Operatie
Verschillende soorten longoperaties
De longen zitten zich in de borstkas, aan beide kanten van het hart. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben. De linker uit twee longkwabben (zie tekening). Om de longen zit een longvlies. We kunnen bij een operatie:
- een longkwab weghalen. Deze ingreep heet een lobectomie.
- een hele long weghalen. Dat heet een pneumonectomie.
- een stukje longweefsel weghalen. Dat heet een wigresectie.
- het longvlies weghalen. Dat heet een pleurectomie.
Manieren om te opereren
Kijkoperatie in de longen (VATS)
Thoracotomie
Het gebeurt regelmatig dat de chirurg begint met een kijkoperatie, maar tijdens de ingreep moet besluiten tocht een thoracotomie te doen.
VATS lobectomie
De operatie stap voor stap
- De operatie gebeurt onder volledige narcose. De anesthesioloog brengt voor de operatie via een ruggenprik een heel dun slangetje aan. Hierdoor geven we tijdens en na de operatie pijnstillers.
- Om de long te bereiken, gaat de chirurg meestal door de borstwand, tussen de ribben door.
- Als de borstholte geopend is, bekijkt de chirurg de situatie. Hoe groot is bijvoorbeeld de tumor? Hoe ligt die ten opzichte van de bloedvaten en luchtpijpvertakkingen?
- De chirurg haalt de aandoening en het weefsel daaromheen weg. Dat kan een longkwab zijn, wat delen van een kwab, twee kwabben of een hele long.
- Aan het einde van de operatie laat de chirurg een plastic slang in de borstholte achter. Dit noemen we een drain. Deze drain loopt door een opening in uw huid naar buiten. De drain voert lucht en wondvocht af. Meestal kunnen we de drain na een paar dagen weghalen.
Overleg met longarts
Meestal staat het operatieplan voor de operatie vast. Soms blijkt tijdens de operatie pas dat:
- er meer longweefsel weggehaald moet worden dan werd gedacht
- de tumor niet goed weggehaald kan worden
Tijdens de operatie overlegt de chirurg dan met uw longarts. Vaak doen we tijdens de operatie een microscopisch onderzoek. De chirurg neemt dan een stukje weefsel weg. De patholoog onderzoekt dat tijdens de operatie onder de microscoop. Na de operatie doen we dan nog een uitgebreider microscopisch onderzoek van het weefsel en eventueel de lymfeklieren. De uitslag daarvan duurt zeven tot tien dagen. Na de operatie vertelt de arts wat er tijdens de operatie precies is gedaan.
Na de operatie
Mogelijke problemen
Geen enkele operatie is zonder risico. Ook bij een longoperatie is er kans op complicaties. Bijvoorbeeld een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Daarnaast zijn bij een longoperatie de volgende problemen mogelijk:
Ernstige bloeding
Ander hartritme
Luchtlekkage
- Na een longoperatie is er de eerste dagen vaak wat luchtlekkage. Die lucht wordt via de drain afgevoerd.
- Een enkele keer duurt deze luchtlekkage meer dan een week. Daardoor kunnen het gezicht, de romp, armen en handen opzwellen. Dit gaat vanzelf weer weg.
- Duurt een luchtlekkage veel langer dan een week? Dan kan dat wijzen op een lek in het longweefsel of soms in een grote luchtweg. Dit lek moeten we dan dichtmaken. Dit doen we met een flexibele kijkslang (bronchoscoop) of met een nieuwe operatie.
Heesheid
Slijmprop in luchtweg
Deze problemen kunnen er soms voor zorgen dat iemand overlijdt. De kans hierop is tussen de bijna nul tot zes procent. Dit hangt ook af van de lichamelijke conditie, leeftijd, hoe erg de aandoening is en hoe erg de complicatie is.
Op de Intensive Care
- In ieder geval de eerste nacht na de operatie ligt u op de afdeling Intensive Care. Daar bewaken en verplegen we u de eerste tijd na de operatie.
- De eerste uren na de operatie bent u nog slaperig. We geven u zuurstof via een neusslangetje.
- U heeft een infuus in uw arm of hals. Hierdoor geven we u vocht en eventuele medicijnen.
- U heeft één of meerdere drains en een blaaskatheter. Een blaaskatheter is een rubber slangetje dat zorgt voor de afvoer van uw plas. De plas wordt zo vanzelf afgevoerd. Een paar dagen na de operatie haalt de verpleegkundige de katheter weer weg.
- Uw hartritme, bloeddruk en temperatuur meten we automatisch.
We leggen alles wat we doen bij uw behandeling en verzorging aan u uit. Na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. Die controleert of u diep genoeg kunt doorzuchten en helpt u om slijm op te hoesten.
Terug op de longafdeling
- Zodra dat kan, gaat u van de afdeling Intensive Care naar de verpleegafdeling. Hier kunt u verder herstellen. De arts kijkt goed hoe u herstelt. De arts komt elke dag langs.
- De verpleegkundige helpt u in het begin bij wat u zelf nog niet kunt of mag doen. Douchen mag u pas twee dagen nadat de drain is weggehaald.
- Het slangetje in uw rug dat u heeft gekregen voor medicijnen tegen de pijn halen we meestal de derde of vierde dag na de operatie weg. Net als de blaaskatheter.
- De borstwand aan de kant van de operatie blijft nog wel een maand of drie pijnlijk. Hiervoor kunt u pijnstillers (tabletten) krijgen.
- Vanaf de eerste dag na de operatie mag u weer gewoon eten. Bouw dit voorzichtig op.
- In principe mag u de eerste dag na de operatie al uit bed. Eerst alleen op de stoel, later wandelen op de kamer, dan op de gang. Uiteindelijk gaat u ook traplopen als dat thuis nodig is. De fysiotherapeut helpt u hierbij.
Uitslag weefselonderzoek
Als de uitslag van het weefselonderzoek bekend is, bespreekt de arts die met u. In dat gesprek hoort u ook wat u mag verwachten na de operatie. En welke verdere behandeling u nodig heeft. Het is niet altijd mogelijk uw vooruitzichten precies te voorspellen. Wilt u dat een familielid ook bij dit gesprek is? Dat kan natuurlijk. Bespreek dit dan voor die tijd met uw arts of verpleegkundige.
Goed om te weten
Pijn
Geen gevoel bij de wond
Lege ruimte in borstkas
- Als de hele long is weggehaald, vult die ruimte zich met weefselvocht. Dat vormt zich om tot een soort littekenweefsel.
- Als een deel van de long is weggehaald, vult de ruimte zich met het deel van de long dat overgebleven is.
Wat u wel en niet kan
- hoe goed uw longen voor de operatie waren
- hoeveel longweefsel is weggehaald
Als een longkwab is weggehaald, kunnen de longen iets minder goed hun werk doen. Dit hoeft u later niet meer te merken, als u weer hersteld bent. Soms kunt u na de operatie wel lichamelijk minder doen dan voor die tijd. Dat kan door verschillende dingen komen:
- uw conditie en spierkracht kunnen afgenomen zijn in het ziekenhuis
- door de grootte van de operatie
- door wat u precies heeft aan uw longen heeft
- hoe uw conditie verder is
- hoe u zich op dat moment voelt
Naar huis
- Gaat alles goed en is de drain weggehaald? Dan kunt u vijf tot zeven dagen na de operatie weer naar huis.
- U krijgt een afspraak mee om de hechtingen weg te laten halen. Dit is na zeven tot tien dagen.
- De eerste twee maanden na de operatie heeft de wond rust nodig om te genezen. Doe het deze periode rustig aan.
Controle
Ondersteuning thuis
Wond niet in de zon
Fysiotherapie
De fysiotherapeut geeft de volgende adviezen voor als u weer thuis bent:
- Maak elke dag een wandeling om uw conditie op te bouwen. Kijk daarvoor wat voor u lukt. Bouw dat rustig verder op en maak de wandelingen steeds wat langer.
- Fiets elke op een hometrainer, als u die heeft. Doe dit steeds iets langer.
- Luister goed naar uw lichaam. Neem rust als u hier behoefte aan heeft. Of rust elke dag op een vaste tijd uit.
- U krijgt van uw therapeut in het ziekenhuis oefeningen mee voor de arm en de schouder. Blijft deze oefeningen doen tot de beweging links en rechts hetzelfde is.