Onderzoek van de blaas

(mictiecystografie of urethografie)

Onderzoek van de blaas

U krijgt een onderzoek van de blaas. Met röntgenfoto’s brengen we uw blaas en de plasbuis in beeld. De blaas is op een röntgenfoto alleen te zien door een contrastmiddel te gebruiken. We noemen dit onderzoek mictiecystografie.

 

Soms brengen we daarbij ook de urineleiders in beeld. We onderzoeken dan bijvoorbeeld of urine uit de blaas naar de nieren terugloopt.

Voorbereiding

Belangrijk

  • Blijf de medicijnen gebruiken die u altijd gebruikt.
  • Laat het ons weten als u (misschien) zwanger bent. We kunnen dan soms besluiten een ander onderzoek te doen.
  • Voor het onderzoek gebruiken we een contrastmiddel waar jodium inzit. Laat het ons weten als u daar overgevoelig voor bent.

Voor het onderzoek

  • Ga voor het onderzoek plassen, zodat uw blaas tijdens het onderzoek leeg is.
  • Voor het onderzoek vragen we u in de kleedkamer uw kleren uit te trekken. Sokken en een hemd of T-shirt mag u aanhouden. Uw onderbroek kunt u aanhouden tot het onderzoek echt begint en u op de onderzoektafel ligt.

Onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer een half uur. De radioloog of uroloog doet het onderzoek. Een laborant helpt bij het röntgenonderzoek.

  1. De radioloog of uroloog brengt via de plasbuis een slangetje naar binnen. Dat is de blaaskatheter.
  2. Via deze katheter krijgt u het contrastmiddel in de blaas.
  3. We kijken tijdens het onderzoek mee op röntgenbeelden. Zo zien we goed wat we doen. Soms kunt u zelf ook meekijken op een scherm.
  4. Terwijl het contrastmiddel inloopt, maken we foto’s vanuit verschillende richtingen.
  5. Als de blaas vol is, haalt de arts de katheter weg.
  6. We vragen u nu te plassen. Tijdens en na het plassen maken we opnieuw foto’s. Soms is het niet nodig om foto’s te maken tijdens en na het plassen. Dat ligt aan wat we bij u precies onderzoeken.

Na het onderzoek

  • U mag na het onderzoek weer zelf naar huis of terug naar de afdeling.
  • U mag na het onderzoek gewoon eten en drinken.

Mogelijke problemen

  • Soms kunt u na dit onderzoek een blaasontsteking krijgen. Let de eerste dagen na het onderzoek op of u klachten krijgt die daarbij passen. Bijvoorbeeld pijn bij het plassen, een branderig gevoel, bloed bij de urine, koorts en pijn in de flanken.
  • Voor het onderzoek gebruiken we zo min mogelijk röntgenstraling. We gebruiken de hoeveelheid straling die we nodig hebben om goede beelden te maken.

De uitslag

De radioloog beoordeelt de foto’s. Hij of zij stuurt de uitslag naar de arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. Die arts bespreekt de uitslag met u.

Contact