Mohs-operatie

Operatie in gezicht of hals bij huidkanker

Mohs-operatie

Mohs–micrografische chirurgie is een speciale techniek om huidkanker in het gezicht of in de hals weg te halen. Het uitgangspunt is om de huid helemaal kankervrij te maken. En daarbij zo veel mogelijk gezond weefsel te sparen.

 

 

We kunnen de mohs-operatie doen bij verschillende soorten basaalcelcarcinomen bij het gezicht en in de hals. Bijvoorbeeld bij:

  • een basaalcelcarcinoom dat al eerder is weggehaald maar op dezelfde plek is teruggekomen.
  • basaalcelcarcinomen die op een bepaalde manier groeien (sprieterig of micronodulair).
  • grote basaalcelcarcinomen in de zogenoemde H-zone van het gezicht. Dit is het gebied dat rond de oren naar het jukbeen tot het voorhoofd loopt. En rond de ogen tot over de neus naar de bovenlip.
  • basaalcelcarcinomen die bij een eerdere behandeling niet helemaal weggehaald zijn.

De operatie is vernoemd naar Frederick Mohs. Hij was hoogleraar chirurgie aan de Universiteit van Wisconsin in de Verenigde Staten. In de jaren veertig van de twintigste eeuw ontwikkelde hij deze manier om huidcarcinomen te behandelen.

Voorbereiding

Vooraf melden

  • Laat het aan de arts weten als u een pacemaker/ICD heeft.
  • Heeft u een allergie voor verdovingsvloeistof, pleisters of antibiotica? Geef dit dan aan bij de arts als we de afspraak voor de operatie maken.

Gesprek

Op de polikliniek of aan de telefoon bespreken uw arts en de doktersassistente de operatie met u. U hoort ook hoe u de wond daarna moet behandelen.

Dag van de behandeling

  • Draag kleren die makkelijk zitten en niet iets dat u over uw hoofd moet uitdoen.
  • Draag geen sieraden of make-up.
  • Neem voor uzelf iets te lezen of luisteren mee.
  • Laat u door iemand brengen en halen. U mag niet zelf naar huis rijden.
  • U mag voor de behandeling gewoon eten en drinken. In het ziekenhuis krijgt u koffie, thee en een lunch.
  • Een heel enkele keer mag iemand mee naar de behandeling. U moet daarvoor dan toestemming hebben van het team dat de operatie gaat doen.
  • Door te roken kan de wond minder goed genezen. Doe dat dus niet voor de operatie.

Medicijnen

  • Bloedverdunners kunt u gewoon innemen. Tenzij iets anders met u is afgesproken op de polikliniek.
  • Gebruikt u antistolling via de trombosedienst, zoals acenocoumarol of fenprocoumon? Zorg dan dat u goed ingesteld bent. De waarde van de INR mag voor de behandeling niet hoger zijn dan 3.0. Is dat wel zo? Neem dan contact op met uw trombosedienst.
  • Breng op de dag van de behandeling uw medicatielijst mee. En neem de medicijnen mee die u die dag moet innemen.

Behandeling

De mohs-operatie bestaat uit meerdere rondes. Tussendoor wacht u in de rustkamer. Voor, tijdens en na de mohs-operatie maken we veel foto’s. Die komen in het operatieverslag. Houd er rekening mee dat u de hele dag in het ziekenhuis bent.

1. Voorbereiding en wegsnijden

  1. De doktersassistente of gastvrouw brengt u naar de rustkamer en operatiekamer.
  2. Voordat de operatie begint, desinfecteren we de huid. We tekenen af waar we huid gaan weghalen.
  3. We dekken het operatiegebied af met steriele doeken. Dan verdoven we de huid op de plek waar we gaan snijden.
  4. We snijden het gebied dat is afgetekend rondom de tumor weg.
  5. Om het bloeden tegen te gaan, branden we de bloedvaatjes dicht. U krijgt een drukverband.

Dit eerste deel van de behandeling duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.

2. Weefsel onderzoeken

Na het eerste deel van de behandeling gaat u naar de rustkamer. Het weefsel dat is weggehaald, wordt nu ingevroren en in dunne plakjes gesneden. Dat gebeurt zo dat alle snijvlakken onder de microscoop bekeken kunnen worden.

De mohs-chirurg onderzoekt onder de microscoop of er in de snijranden nog tumorcellen zitten. Als dat zo is, kunnen we precies zien waar die nog zitten. Dit onderzoek duurt meestal zo’n een tot twee uur.

3. Verder met behandeling

Als er nog tumorcellen zitten, doen we de behandeling opnieuw. Net zolang totdat de hele tumor weg is. Pas daarna sluiten we de wond.

4. Wond sluiten

Bij de behandeling sparen we zoveel mogelijk gezond weefsel. Daardoor kunnen we de huid op een zo mooi mogelijke manier sluiten. Toch zal het litteken altijd te zien zijn.

We kunnen de wond op verschillende manieren dichtmaken. Dat ligt aan hoe groot de wond is en waar die zit. In het gesprek voor de mohs-operatie heeft u hier uitleg over gekregen. Soms is de wond makkelijk dicht te maken. Vaak is daar huid vanuit de buurt van de wond voor nodig. Of huid van een andere plek, bijvoorbeeld voor het oor.

Het team dat u behandelt

Een team van onder andere artsen, doktersassistenten en technisch laboranten doet de behandeling. De dermatoloog leidt het team. Hij of zij heeft een opleiding gehad in de mohs-chirurgie. En is geregistreerd bij de werkgroep mohs-chirurgie van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie en de European Society of Micrographic Surgery. Het team bestaat onder andere uit:

  • Doktersassistenten. Zij begeleiden u en helpen op de polikliniek en in de operatiekamer. Zij vertellen ook hoe u de wond na de operatie moet verzorgen. U kunt uw vragen of zorgen altijd met hen bespreken.
  • Artsen in opleiding tot specialist. Zij helpen tijdens de behandeling en leren de techniek.
  • Een technisch laborant. Die verwerkt de weefsels zo dat de mohs-chirurg ze onder de microscoop kan onderzoeken.
  • Een gastvrouw. Zij verzorgt u op de dag in het ziekenhuis.
  • Een patholoog. Hij of zij kijkt het weefsel na de operatie nog een keer na onder de microscoop.
  • Soms een plastisch chirurg om de wond na de operatie te sluiten. Dit is dan in het gesprek vooraf met u besproken. U heeft dan ook al een afspraak bij de plastisch chirurg gehad om kennis te maken en uw situatie te bespreken. Meestal zal de mohs-chirurg de wond zelf kunnen sluiten.

Na de behandeling

Pijn

Als de verdoving is uitgewerkt, kan de plek die geopereerd is gevoelig of pijnlijk zijn. U kunt hiervoor paracetamol nemen (drie keer per dag 1.000 mg). Krijgt u na een paar dagen steeds meer pijn of krijgt u koorts? Neem dan contact op met uw arts van de polikliniek dermatologie of plastische chirurgie. Wacht niet tot u de volgende afspraak in de polikliniek heeft.

Verzorging wond

  • Zorg dat de wond de dag van de behandeling en de eerste dag na de behandeling droog blijft.
  • De hechtstrips mag u maximaal drie dagen laten zitten.
  • Is ook een grotere pleister of drukverband gebruikt? Dan mag u die na één dag weghalen.
  • Op de plek waar u geopereerd bent, komt vaak een blauwe plek en zwelling. Rond de wond kan ook een klein rood gebied ontstaan. Dit is normaal. De blauwe of rode plek en de zwelling gaan na een tijdje vanzelf weer weg.
  • De hechtingen mogen er meestal na een week uit. U krijgt hiervoor een afspraak op de polikliniek dermatologie of plastische chirurgie.

Litteken

Elke operatiewond geeft een litteken. We doen er alles aan de wond zo mooi mogelijk dicht te maken. Toch zult u altijd een litteken blijven zien. Hoe goed de wond geneest, heeft vooral te maken met:

  • welk type huid u heeft
  • of u rookt (roken is slecht voor de genezing van de wond)
  • de plek waar u geopereerd bent

Alle littekens zijn eerst rood of paars. Later worden ze bleker. Dit kan na een paar weken zijn, maar ook pas na maanden of een paar jaar. Houd het litteken de eerste zes weken weg uit zonlicht. Ga er ook niet mee onder de zonnebank. Daarna kunt u wel in de zon zitten. Bescherm het litteken dan wel met een zonnebrandcrème met beschermingsfactor SPF 30 of hoger.

Adviezen

Doe het de eerste dagen na de ingreep rustig aan. Dat betekent in elk geval:

  • niet voorover bukken
  • geen zware inspanning
  • niet sporten

Gebruik in deze periode ook geen aspirine. Tenzij een arts dit voorgeschreven heeft. Heeft u een wond rond de lip? Neem dan zo weinig mogelijk eten waar u veel op moet kauwen.

Mogelijke problemen

Nabloeding

Soms ontstaat na de operatie een nabloeding. Druk dan met een schone handdoek een kwartier stevig op de wond, zonder die los te laten. Doe dit nog een keer een kwartier als de bloeding niet is gestopt. Meestal zal nabloeding dan stoppen.

  • Stopt de nabloeding? Laat dan wel bij de polikliniek weten dat u een nabloeding heeft gehad.
  • Stopt de nabloeding niet na twee keer een kwartier drukken? Bel dan de spoedeisende hulp (SEH) van het ziekenhuis via T 088 753 1753.

Infectie

Een infectie herkent u aan meer pijn, zwelling, roodheid en pus uit de wond. Soms ook met koorts.

Wond open

In zeldzame gevallen kunnen de randen van de wond losraken en springt de wond open.

Beschadiging gevoelszenuwen

Bij de ingreep kunnen kleine gevoelszenuwen beschadigd raken. Daardoor kan het gevoel op die plek veranderen. Meestal wordt dit na een paar maanden weer beter. In hele zeldzame gevallen kan een zenuw van de aangezichtsspieren beschadigen.

Losse hechting

De hechtingen die we in de diepte gebruiken, lossen na twee tot drie maanden op. Heel soms komt zo’n hechting door de huid naar buiten. We kunnen die dan makkelijk weghalen.

Heeft u problemen, zoals een nabloeding, heftige pijn of een infectie? Of is de wond opengegaan? Neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek van de arts die de wond bij u dichtgemaakt heeft:

Voor spoedgevallen buiten kantooruren belt u met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 1753.

Onze wachttijden

Behandelingen

Wachttijd in dagen

Dermatologie

Mohs chirurgie

36

Afhankelijk van uw klachten of aandoening kan de wachttijd per patiënt verschillen. Meer over wachttijden.

Update: 07-01-2025