Mola-zwangerschap

Mola-zwangerschap

Bij een mola-zwangerschap is er bij de bevruchting of kort daarna iets misgegaan. Daardoor groeit alleen de placenta door en is er geen vruchtje.

 

Er zijn twee soorten mola-zwangerschappen:

  1. Complete mola-zwangerschap. Hierbij wordt een eicel zonder erfelijk materiaal bevrucht door een spermacel.
  2. Incomplete mola-zwangerschap. Hierbij wordt één eicel bevrucht door twee spermacellen.

Gewoonlijk is er bij een mola-zwangerschap geen embryo. Is er bij uitzondering toch een vrucht? Dan is die niet geschikt om te blijven leven.

Klachten

  • In het begin lijkt de mola-zwangerschap op een normale zwangerschap. U kunt ook klachten hebben die bij een gewone zwangerschap passen, zoals moe of misselijk zijn.
  • Hoe langer u zwanger bent, hoe meer kans dat u bloed via de vagina verliest.
  • De baarmoeder groeit snel en de buik wordt sneller dik dan bij een gewone zwangerschap.
  • Bij een echo zien we veel kleine blaasjes en geen vruchtzakje met een embryo.
  • Een kenmerk van een mola-zwangerschap is een hele grote hoeveelheid zwangerschapshormonen in het bloed.
  • Soms heeft u klachten die lijken op zwangerschapsvergiftiging: oedeem, hoge bloeddruk en eiwit in de urine.

Oorzaken

Een mola-zwangerschap komt heel zelden voor: bij 1 op de 2.000 zwangerschappen. Waardoor een mola-zwangerschap komt, is niet bekend. Het is dan ook niet te voorspellen welke vrouw dit krijgt. Sommige vrouwen hebben wel meer kans op een mola-zwangerschap. Bijvoorbeeld vrouwen die uit Zuidoost-Azië komen.

Mogelijk spelen erfelijke factoren een rol. Ook de leeftijd speelt mee. Vrouwen onder de vijftien en boven de veertig jaar hebben meer kans op een mola. Meestal is er geen oorzaak voor een mola-zwangerschap aan te wijzen. De kans is ook niet groter als u lang de pil gebruikt, sport of stress heeft.

Onderzoek

We kunnen een mola-zwangerschap ontdekken met een echo. We zien dan geen vruchtzakje met een embryo en een kloppend hartje, zoals bij een gewone zwangerschap. Wel zien we veel kleine blaasjes die de baarmoederholte opvullen. Soms krijgt u een echo omdat u bloed verliest via uw vagina. Soms omdat het hartje niet te horen is of omdat de baarmoeder te groot lijkt voor hoe lang u zwanger bent. We kunnen een mola-zwangerschap ook toevallig ontdekken als we voor iets anders een echo maken.

Extra onderzoek

  • Laat een echo zien dat u (zeer waarschijnlijk) een mola-zwangerschap heeft? Dan maken we een longfoto. Daarop kunnen we zien of de mola-blaasjes ook naar de longen gegaan zijn.
  • In het laboratorium onderzoeken we hoeveel zwangerschapshormoon in het bloed zit (de hCG-waarde). Dit hormoon wordt in het placentaweefsel gemaakt. De hoeveelheid van dit hormoon geeft aan hoeveel placentaweefsel er is. En dus hoe actief de mola is.

Behandeling

Curettage

  • Bij een mola-zwangerschap adviseren we altijd om een curettage te doen. Bij deze ingreep zuigen we het mola-weefsel met een dun slangetje uit de baarmoederholte weg, via de vagina. De gynaecoloog probeert zoveel mogelijk mola-blaasjes weg te halen. Meestal doen we deze ingreep onder narcose.
  • Bij de curettage kunt u soms veel bloed verliezen. Een bloedtransfusie tijdens of na de ingreep kan dan nodig zijn.
  • Na de curettage heeft u nog een paar weken wat bloederige of bruinige afscheiding. U kunt het beste pas weer vrijen als het bloedverlies voorbij is.

Controle

Bij een curettage proberen we zo veel mogelijk mola-blaasjes weg te halen. Maar er blijven altijd blaasjes achter. Normaal ruimt het lichaam die resten uit zichzelf op. We controleren of de blaasjes die zijn achtergebleven goed verdwijnen. Daarvoor onderzoeken we regelmatig uw bloed. We kijken hoeveel zwangerschapshormoon daar in zit. In het begin doen we dit onderzoek elke week. Als de hCG-waarde normaal is, elke maand. Meestal duurt het drie tot vier maanden voordat de bloeduitslagen normaal zijn. Soms daalt het hCG niet genoeg of blijft het te hoog. Dan is verdere behandeling nodig.

Als mola-weefsel blijft

Soms gaan de mola-blaasjes niet weg uit de baarmoeder of groeien ze zelfs weer aan. Als mola-weefsel blijft zitten, spreken we van een persisterende trofoblast. De hCG-waarde daalt dan niet genoeg. Meestal zijn er geen klachten. Maar soms krijgt u weer verschijnselen die bij een zwangerschap passen of verliest u weer bloed.

Een enkele keer komt mola in de longen terecht. U kunt dan last krijgen van hoesten en kortademig zijn. Ter controle maken we altijd een nieuwe longfoto.

Een persisterende trofoblast kan een voorstadium zijn van een kwaadaardige aandoening. Daarom is chemotherapie nodig. We behandelen u dan met medicijnen die de cellen doden. De kans dat u helemaal beter wordt is heel groot. Heeft u geen wens meer om een kind te krijgen? Dan kunnen we ook besluiten uw baarmoeder weg te halen.

Een nieuwe zwangerschap

  • Na een mola-zwangerschap is het beter een tijd te wachten met een nieuwe zwangerschap. Het mola-weefsel dat is achtergebleven, kan opnieuw actief worden.
  • Als de hCG-waarde in uw bloed weer normaal is, is het slim om nog een half jaar anticonceptie te gebruiken. Vaak wordt de pil geadviseerd. Een spiraaltje raden we af. Dan kunt u bloedingen krijgen. Heeft u medicijnen gebruikt omdat mola-weefsel bleef zitten? Dan is het beter pas weer zwanger te worden als de hCG-waarde in het bloed een jaar normaal is.
  • Na een mola-zwangerschap heeft u niet meer kans op onvruchtbaarheid, problemen met uw gezondheid of problemen bij een volgende zwangerschap. Wel is er een iets grotere kans (1%) op een tweede mola-zwangerschap. Laat daarom bij een volgende zwangerschap vroeg een echo-onderzoek doen. Zo kunnen we zien of alles normaal is.
  • Een eerdere mola-zwangerschap is geen reden voor een medische indicatie en bevalling onder leiding van een gynaecoloog. Wel adviseren we om zes weken na de bevalling het bloed nog een keer te controleren op hCG.

Geestelijk herstel

Veel vrouwen maken na een mola-zwangerschap geestelijk een moeilijke tijd door. De verwerking is soms moeilijker dan na een gewone miskraam. Een mola-zwangerschap is onbekend en u moet vrij lang wachten voor u opnieuw kunt proberen zwanger te worden. Mola-zwangerschappen komen weinig voor. Het is daardoor voor de omgeving vaak niet duidelijk wat u doormaakt.

Iedereen verwerkt een mola-zwangerschap anders. Hoe lang de verwerking duurt, is moeilijk aan te geven. Het is verstandig om te blijven praten. Met uw partner en misschien met stellen die hetzelfde hebben meegemaakt. Patiëntenvereniging Freya kan daarbij helpen, zie www.freya.nl.

Mola-registratie

In Nederland worden alle mola-zwangerschappen geregistreerd bij het Academisch Ziekenhuis in Nijmegen. Zo hopen artsen hier meer over te weten te komen. De gynaecoloog meldt ook uw gegevens bij deze registratie aan. Tenzij u hier bezwaar tegen maakt.

Deze tekst is tot stand gekomen met dank aan de Nederlandsen Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).