Adviezen bij een pacemaker
Wond
- Bij de wond kan een bloeduitstorting ontstaan. Die trekt vanzelf weg. Dit kan langer dan een week duren.
- De wond is gesloten met hechtingen of met wondlijm. De hechtingen lossen vanzelf op en hoeven dus niet weggehaald te worden. Wondlijm vormt een soort ‘korstje’ op het litteken. Dat valt er uiteindelijk vanzelf af.
Pleister
Heeft u een pleister op de wond gekregen? Laat die twee dagen zitten. Daarna vervangt u die door een nieuwe wondpleister. Op de vierde dag nadat de pacemaker is geplaatst, mag de pleister eraf. Met de speciale wondpleister mag u gewoon douchen.
Wanneer contact opnemen
Is de wond gezwollen, rood en komt er vocht of bloed uit? Bel dan naar de polikliniek Cardiologie. In het weekend kunt u met deze klachten terecht op de Eerste Hart Hulp (niet bij de Huisartsenpost). Dit geldt ook bij pijn of koorts (boven 38° Celsius) of als de wond niet meer goed sluit.
Pijn
- U mag per dag tot maximaal vier gram paracetamol innemen. Dat zijn acht tabletten van 500 milligram.
- De pacemaker werkt met een lage energiestroom. U voelt die dus niet. Alleen het weefsel van het hart is hier gevoelig voor. Voelt u toch iets of blijft u bijvoorbeeld de hik houden? Neem dan contact op met de cardioloog.
Controles
- U krijgt een afspraak om de wond te laten controleren bij de pacemakertechnicus. Die afspraak is meestal tien tot veertien dagen nadat u weer naar huis bent gegaan.
- Uw pacemakertechnicus bepaalt hoe vaak u daarna voor controle moet komen. Meestal is dat om de drie tot zes maanden. De technicus controleert dan of de pacemaker goed werkt. Later wordt dat minder vaak, bijvoorbeeld elk jaar.
- De pacemakertechnicus kan altijd precies zien hoeveel energie de batterij nog heeft. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig op de afgesproken controles komt. Zo blijft de pacemaker werken.
Pacemakerpas
Weer aan het werk
- Meestal kunt u na ongeveer een week weer aan het werk.
- Heeft u werk dat lichamelijk zwaar is? Dan is het soms beter om wat langer te wachten.
Rustig aan doen met uw arm
- geen grote bewegingen maken met de arm
- de elleboog niet hoger dan uw schouder uit laten komen
- geen (te) zware dingen tillen
Uw arm moet wel in beweging blijven. Zo voorkomt u dat de schouder gaat ‘vastzitten’ (frozen shoulder). Dit geldt niet bij een pacemakerwissel. Of als u een ILR (implanteerbare looprecorder) heeft gekregen, zoals een Reveal® of Confirm®. Bespreek dit met uw cardioloog.
Melden dat u een pacemaker heeft
Smartphone
Autorijden
Veiligheidspoortjes vliegveld en winkels
Bewegen en sporten
Vrijen
Pacemaker en overlijden
Het is volgens de wet verplicht om de batterij van de pacemaker weg te halen voordat iemand gecremeerd wordt. Dat mag de uitvaartondernemer ook doen.