Nierstenen

en stenen in urinewegen

Nierstenen en stenen in urinewegen

Als afvalstoffen in uw plas niet goed oplossen, kunnen ze samenklonteren en hard worden. Zo kunnen steentjes ontstaan. Zolang de steen in de nier zit, heeft u er meestal weinig last van. Maar de niersteen kan zich ook verplaatsen en vast komen te zitten. Dan kunt u daar veel klachten van krijgen.

Klachten

  • Nierstenen kunnen heftige pijn in de zij geven. Wij noemen dit koliekpijn.
  • Als een niersteen zich verplaatst, kan die in de urineleider komen. De urineleiders zijn heel dun en hebben een gespierde wand. Deze spieren proberen het steentje naar de blaas te persen. Dit zorgt voor de heftige pijn.
  • Door de niersteen kan plas soms minder goed naar de blaas stromen. Daardoor kan de druk in de nier oplopen. U kunt dan last hebben van misselijkheid, spugen en koorts.
  • Als de steen verder gaat naar de blaas, kunnen de klachten veranderen. De pijn zakt af van de rug en de zij. En gaat via de onderbuik en de lies naar de balzak, eikel of schaamlip.
  • Als de steen bij de blaas in de buurt zit, kan dat problemen met plassen geven. Het kan voelen dat u naar de wc moet zonder dat u moet plassen. Of u moet vaker naar de wc.
  • Als de steen in de blaas zit, plast u die meestal zonder problemen uit. Dit hoeft u niet te merken. Merkt u wel de u steen uitplast? Vang die dan op en neem de steen mee naar de afspraak bij de uroloog of physician assistant.
  • Soms geeft een steen weinig of geen klachten. U kunt wat last van uw rug hebben of vermoeid zijn. Soms ziet u bloed in uw plas na bijvoorbeeld sporten of zwaar tillen.
  • Soms vinden we stenen bij toeval bij een echo of röntgenonderzoek. Stenen die geen klachten geven, kunnen later wél klachten geven. Bespreek dit daarom altijd met uw uroloog of physician assistant.

Oorzaken

Nierstenen kunnen makkelijker ontstaan:

  • bij mensen die weinig drinken
  • bij mensen die ongezond eten
  • bij mensen die vaak een infectie aan de urineweg hebben
  • bij mensen die veel zweten
  • bij mensen die bepaalde medicijnen gebruiken
  • bij bepaalde aangeboren afwijkingen
  • bij overgewicht
  • als nierstenen in de familie voorkomen

90% van alle stenen zijn zogenoemde calciumoxalaatstenen. Die stenen komen voor bij mensen die te veel dierlijke eiwitten eten. Zoals kip, rood vlees en vis. En bij mensen die weinig pH-neutrale dranken drinken, zoals water. Ook sommige ziektes kunnen zorgen voor nierstenen. Bijvoorbeeld hypoparathyreoïdie, cystinurie, primaire hyperoxaalurie en medullaire sponsnieren.

Blaasstenen hebben een andere oorzaak dan nierstenen. Daar gaan we in deze tekst niet op in.

Voorkomen

Heeft u eerder een niersteen gehad? Dan is de kans ongeveer 40% dat u in de 10 jaar daarna weer last krijgt van een niersteen. U kunt verschillende dingen doen om nierstenen te voorkomen.

Drinken

Veel mensen krijgen een niersteen omdat ze te weinig water drinken en daardoor te weinig plassen. De stoffen die voor nierstenen zorgen, zijn dan sterker geconcentreerd. En dat maakt de kans groter dat ze samenklonteren.

Het is moeilijk aan te geven hoeveel u moet drinken om genoeg te plassen. Dit komt omdat het vocht ook via andere wegen uit uw lichaam gaat. Let daarom op uw eigen plas. Hoe meer u drinkt, hoe helderder uw plas zal zijn. Heldere plas is goed. Probeer te zorgen dat uw plas niet donkergeel van kleur is. Goed verdunde plas is helder doorzichtig geel. Bijna als gewoon water.

Een richtlijn is om minimaal 2,5 liter per dag te plassen. U kunt een keer een plaslijst invullen. Zo ziet u wat u drinkt en hoeveel u plast op een dag.

Drink het liefst water. Probeer niet te veel sterke thee, ijsthee en zoete dranken te drinken.

  • Goed: mineraalwater met bicarbonaat, citrusdrank (wel verdunnen)
  • Redelijk: appelsap, gewoon mineraalwater
  • Niet: koffie en zwarte thee (maximaal twee koppen per dag)

Voeding

In plas zitten van nature stoffen die de vorming van nierstenen tegengaan. Een van de belangrijkste remmers van niersteenvorming is citroenzuur. Zorg dat u hier genoeg van binnenkrijgt. Citroenzuur zit vooral in citrusvruchten. U kunt de hoeveelheid citroenzuur van uw plas verder verhogen door producten te nemen waar veel kalium inzit. Kalium zit vooral in fruit en groente.

Door sommige gewoontes met eten neemt de hoeveelheid citroenzuur in uw plas af. En heeft u dus meer kans op nierstenen. Dat geldt vooral als u te veel vlees en zout neemt. We adviseren niet meer dan 100 gram vlees en niet meer dan 6 gram zout per dag te nemen. Een goed advies is om maar drie keer per week vlees bij de maaltijd te nemen. Een matige hoeveelheid zuivelproducten is goed, vooral tijdens de warme maaltijd.

  • Goed: fruit, groenten, vegetarisch dieet
  • Beperk: vlees (minder dan 100 gram per dag), bonen, champignons
  • Niet: vis, ei, kaas, soja, sausjes en zout

Laat kinderen niet helemaal geen vlees of vis eten. Hierin zitten voedingsstoffen die voor hen belangrijk zijn.

Medicijnen

Als eten en drinken niet genoeg helpen, kunnen we ook medicijnen geven die invloed hebben op de zuurgraad van uw plas.

Dieetadvies bij bepaalde stenen

Calciumoxalaatstenen

Deze stenen komen het meest voor. Twee keer zo veel bij mannen als bij vrouwen. Calciumoxalaat vormt zich als calcium en oxalaat samenkomen. Als dit in uw plas gebeurt, vormen zich nierstenen.

U mag melkproducten nemen, maar neem liever niet meer dan twee eenheden per dag. Oxaalzuur zit in eten. Bijvoorbeeld in:

  • verse bladgroenten (spinazie, postelein, zuring, andijvie, rabarber, raapstelen)
  • knolgroenten (bieten, knolselderij en pastinaak)
  • cacao, chocola en chocoladeproducten
  • sojabonen en alles waar sojameel in verwerkt is, noten
  • ijsthee en koffie (koffie het liefst met een wolkje melk)

Zorg dat uw plas helder blijft en dat u ongeveer 2,5 liter plast per dag. U kunt zorgen dat u minder calcium uitscheidt door minder zout en minder vlees te eten. U kunt ook zorgen voor meer citroenzuur in de plas door citrusvruchten te eten.

Calciumfosfaatstenen

Calciumfosfaatstenen ontstaan door te hoge concentraties calcium en fosfaat in de plas. Neem niet meer dan 6 gram zout per dag in. Dan scheidt u niet te veel calcium uit. Neem ook niet meer dan 100 gram vlees per dag. Dat zorgt voor minder uitscheiding van fosfaat. Bij dit type stenen is het beter om juist geen citrusvruchten te nemen.

Urinezuurstenen

Urinezuurstenen komen vooral voor bij oudere mensen. Drie keer vaker bij mannen dan bij vrouwen. Urinezuurstenen ontstaan vaker bij overgewicht, jicht en als u plastabletten gebruikt. Deze stenen behandelen we vaak met medicijnen. Een operatie is dan niet nodig.

Zure urine kunt u voorkomen door minder vlees te eten en meer citrusvruchten. Ook wordt de urine minder zuur door citroenzuur. Afvallen helpt ook.

Struviet of infectiestenen

Deze stenen bestaan uit magnesium, ammoniak en fosfaat. Ze ontstaan door bacteriën in de urinewegen. Urineweginfecties zorgen voor veel ammonium en een lage zuurgraad van de urine. Bij deze stenen behandelen we eerst de steen zelf, daarna de urineweginfectie.

Cystinestenen

Deze stenen komen weinig voor. Ze komen door een erfelijke aandoening. Daardoor is de uitscheiding van aminozuur cystine in de plas sterk verhoogd. Het doel van de behandeling is cystine in de urine naar beneden te brengen. Dit kunt u zelf doen door drie tot vier liter per 24 uur te plassen.

Als de hoeveelheid citroenzuur in de plas hoog is, kunt u dit verlagen door een keer per dag een citrusvrucht te eten. Eet maximaal 100 gram vlees per dag en 6 gram zout. Dan is de cystine beter op te lossen in de urine.

Onderzoek

Soms is extra onderzoek nodig. Dit kan bestaan uit bloedonderzoek, urineonderzoek, radiologisch onderzoek of steenonderzoek.

Behandeling

Welke behandeling voor u nodig is, ligt aan hoe groot de steen is en waar die zit. Niet alle stenen in de urinewegen hoeven we te behandelen. Kleine stenen tot 6 mm plast u vaak vanzelf uit. Voor de pijn kunnen we u pijnstillers geven. Ook kunnen we een medicijn voorschrijven om de urinewegen wat te ontspannen. Bijvoorbeeld een alfablokker, zoals Tamsulosine.

Drink niet te veel als u last van pijn heeft. De nier staat dan namelijk al onder druk. U kunt dan beter steeds kleine beetjes drinken. We kunnen de druk in de nier tijdelijk minder maken door de plas via een slangetje (katheter) weg te laten lopen.

Mogelijke behandelingen

Niersteenvergruizer

Via de huid kunnen we geluidsgolven en trillingen op de steen richten. Zo kunnen we proberen die te vergruizen. De zandkorrels of kleine steentjes die overblijven, plast u zelf uit. Zie ook Behandeling met de niersteenvergruizer (ESWL).

Per behandeling behandelen we één steen. Via een infuus krijgt u een roesje en geven we u pijnstilling. Het uitplassen van de stukjes steen kan dagen tot weken duren. U krijgt medicijnen waardoor de urinewegen ontspannen. Dat maakt het makkelijker de steentjes uit te plassen. U krijgt ook pijnstillers mee naar huis.

Ureterrenoscopie

Via de plasbuis en de blaas brengen we een instrumentje met een camera in. We gaan met de camera tot waar de steen zit. Soms kunnen we de steen in één keer weghalen met een vangnetje. Als de steen te groot, schieten we die eerst met een laser in kleinere stukjes. U bent tijdens deze operatie onder volledige verdoving (narcose).

Soms kunnen we tijdens de operatie niet bij de steen komen. We kunnen de steen dan niet weghalen. In dat geval plaatsen we een JJ-stent. Dit is een hol slangetje dat tussen de nier en de blaas komt. Zo kan de plas goed afgevoerd worden. De steen halen we tijdens een tweede operatie weg.

Kijkoperatie via de huid

Via deze kijkoperatie probeert de uroloog via de rug door de huid bij de steen te komen. We noemen deze operatie ook wel een percutane nefrolithotrypsie (PNL). U bent onder volledige verdoving en ligt op uw zij en rug. We prikken de nier aan en brengen via een dunne naald een kijkbuis in. Als de uroloog de steen ziet, kan die weggehaald worden. Soms moeten we de steen eerst met trillingen kleiner maken.

U blijft twee tot drie dagen in het ziekenhuis. Niet altijd lukt het niet met één operatie. Dan moeten we u nog een keer opereren.

De uroloog of physician assistant wil graag in één keer zo veel mogelijk steen weghalen bij de behandeling. Maar veiligheid staat voorop.

Contact

Onze wachttijden

Behandelingen

Wachttijd in dagen

Urologie

Vergruizing niersteen

37

Afhankelijk van uw klachten of aandoening kan de wachttijd per patiënt verschillen. Meer over wachttijden.

Update: 08-11-2024