Onderzoeksprogramma geriatrie

Geheugenpoli

Lees voor
Print

Onderzoeksprogramma geriatrie (Geheugenpoli)

Problemen met het geheugen geven vaak hinder in het dagelijks leven. Het is belangrijk om te onderzoeken waardoor de klachten komen. Dan kunnen we er misschien iets aan doen. Op de Geheugenpoli kunnen we verschillende onderzoeken in één dag doen. Dat gebeurt met het onderzoeksprogramma geriatrie.

 

Voor het onderzoeksprogramma geriatrie bezoekt u op één dag de geriater en medische psycholoog. Daarnaast doen we bloedonderzoek, geheugentesten en maken we een CT-scan van de hersenen. Ook geven we tips hoe u het beste met uw klachten kunt omgaan. U hoeft zo maar één keer naar het ziekenhuis te komen en weet snel waar u aan toe bent.

Voorbereiding

Meenemen naar uw afspraak

  • Overzicht van de medicijnen die u gebruikt. Dit noemen we een actueel medicatie-overzicht. Dit krijgt u gratis bij uw apotheek.
  • Een begeleider die goed op de hoogte is van uw situatie. Dit kan een familielid zijn of iemand die u goed kent.
  • Een hoorapparaat of (lees)bril, als u die gebruikt.
  • De opgestuurde vragenlijsten. U kunt die zelf invullen of dat samen doen met uw partner of een ander familielid.
  • Een boek, handwerkje of laptop voor als u zit te wachten.
  • Trek kleding aan die fijn zit.

Onderzoek

Problemen met uw geheugen kunnen bij uw leeftijd horen. Maar ook een ziekte kan zorgen dat uw geheugen minder wordt. Tijdens het onderzoeksprogramma krijgt u verschillende onderzoeken om te kijken welke klachten u heeft. En waar de klachten vandaan komen. De onderzoeken zijn niet per se in deze volgorde.

Onderzoek door de geriater

U maakt kennis met de geriater. De geriater bespreekt welke problemen u met uw geheugen heeft. Ook kijkt hij of zij welke klachten, ziektes en medische behandelingen u eerder heeft gehad. En welke medicijnen u gebruikt. Na dit gesprek doet de arts onderzoek. Het gesprek en lichamelijk onderzoek zijn in de artsenkamer op de afdeling. Dit duurt ongeveer 45 minuten.

Bloedonderzoek

We onderzoeken uw bloed. Afwijkingen in het bloed vertellen soms meer over wat zorgt voor problemen met uw geheugen. Die problemen kunnen bijvoorbeeld ook komen door een te traag werkende schildklier, problemen met uw nieren of vitaminetekort. U mag gewoon eten en drinken voor we bloed afnemen. U hoeft niet nuchter te zijn.

CT-onderzoek van de hersenen

Met een CT-onderzoek van de hersenen brengen we uw hersenen in beeld. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel onder een grote cameraboog. Het onderzoek doet geen pijn. U hoort alleen het geluid van de camera. Het onderzoek is op de afdeling Radiologie en duurt ongeveer 5 minuten.

Geheugenonderzoek

Het geheugenonderzoek bestaat uit verschillende tests. U beantwoordt een aantal vragen en doet wat korte opdrachten. Daarmee kijken we welke problemen u heeft en hoe erg ze zijn. We kijken niet alleen naar uw geheugen. Ook andere onderdelen van de hersenen worden getest. Zoals taal, aandacht kunnen vasthouden, dingen kunnen zien en hoe u kunt plannen.

Een medewerker van de afdeling Medische Psychologie doet de test. Heeft u een leesbril of gehoorapparaat? Neem die dan mee naar de Geheugenpoli. Het onderzoek is op de afdeling zelf en duurt ongeveer 1 uur.

Gesprek tussen arts en uw begeleider

Thuis heeft u al wat vragenlijsten ingevuld. De arts praat daarover met de persoon die met u mee is gekomen. Dit gesprek gaat over de problemen die die persoon bij u thuis heeft gemerkt. We bespreken hoe die te maken kunnen hebben met de problemen met het geheugen. Het gesprek is op de afdeling en duurt ongeveer 15 minuten.

Samen met de andere tests geeft dit gesprek belangrijke informatie over welke problemen u heeft. En hoe erg ze zijn. Ook geeft dit inzicht in de zorg die u misschien nodig heeft.

Geriatrie

Na het onderzoek

De uitslag

Als alle onderzoeken klaar zijn, bespreken de specialisten die u hebben onderzocht de uitslagen van dat moment. U bent daar zelf niet bij. Na dit gesprek bespreken we de uitslagen van de onderzoeken met u. We geven dan ook adviezen voor behandeling of begeleiding. Soms is het nodig nog extra onderzoek te doen. Dat overleggen we dan met u. De uitslag van het hele onderzoek sturen we ook naar uw huisarts. Samen met ons advies over de zorg die in de toekomst nodig is.

Wat vindt u van deze informatie?

Vorige pagina