De oogziekte van Graves

De oogziekte van Graves

De ziekte van Graves is een auto-immuunziekte. Dat wil zeggen dat het lichaam antistoffen maakt tegen (delen van) het eigen lichaam. Bij de oogziekte van Graves (ook wel Graves’ ophthalmopathie) zijn er afwijkingen aan de ogen, die samen kunnen gaan met problemen van de huid van het scheenbeen en -schildklier.

 

Niet alle personen met de ziekte van Graves krijgen ook Graves’ Ophthalmopathie (de oogziekte van Graves). Omgekeerd is niet bij alle patiënten met de oogziekte van Graves een afwijkende werking van de schildklier aantoonbaar. Kortom: de schildklier- en de oogklachten kunnen, maar hoeven niet tegelijkertijd voor te komen.

Klachten

Schildklier

  • Een te snelle werking van de schildklier wordt ook wel hyperthyreoïdie genoemd. Het uit zich onder meer in een versnelde hartslag, trillende handen, transpireren, nervositeit, gewichtsafname bij een toenemende behoefte aan eten, vermoeidheid, hartkloppingen, kortademigheid bij inspanning en vergroting van de schildklier (struma).
  • Een te langzaam werkende schildklier, dit wordt ook wel hypothyreoïdie genoemd. Hypothyreoïdie uit zich onder meer in vermoeidheid, traagheid, een tragere hartslag, heesheid, koude en droge huid, obstipatie en gewichtstoename.

Ogen

Oogklachten (Graves’ Ophthalmopathie) kunnen onder andere zijn: droge ogen, een ‘zandkorrel-gevoel, pijnlijke, tranende ogen, zwelling van de oogleden, uitpuilen van de ogen, oogbewegingsstoornissen, pijn bij oogbewegingen, dubbelzien en slechter zien.

De oogafwijkingen zijn niet bij alle patiënten hetzelfde. Door de patiënt en door zijn of haar omgeving wordt het vaak als cosmetisch storend ervaren. Door het uitpuilen van de ogen kunnen ook afwijkingen optreden, zoals het uitdrogen van het hoornvlies. Dit leidt tot rode, droge en geïrriteerde ogen. Ook kan de oogzenuw als gevolg van de zwelling van oogspieren en orbitavet onder druk komen te staan. Bij patiënten met minimale uitpuilende ogen is de kans hierop groter.

Het is belangrijk dat er op tijd een behandeling komt om aantasting van het gezichtsvermogen en van het kleurenzien te voorkomen. De zwelling van de oogspieren kan ook een beperking van de oogbewegingen tot gevolg hebben. Dit leidt tot oogbewegingsstoornissen en dubbelzien.

Huid scheenbeen

Soms, als de schildklier te snel werkt, kunt u huidproblemen krijgen. Dit ziet u vooral op de scheenbenen, soms op de ellebogen en bovenop de voeten. De huid wordt dikker en er komen rode of paarsblauwe bulten of zwellingen die jeuken of pijn doen. Als veel van de huid is aangedaan, kunnen de voeten opzwellen en pijnlijk worden omdat het bloed er niet goed doorheen kan stromen. Dit gebeurt meestal alleen bij mensen met een te snel werkende schildklier die ook de oogziekte van Graves hebben. Het kan moeilijk zijn om te staan en te lopen.

Oorzaak

De directe oorzaak van de oogziekte van Graves ligt niet in het oog zelf, maar in de oogkas:

  • Het vetweefsel en de oogspieren die voor de oogbewegingen zorgen kunnen ontstoken raken en opzwellen. Daardoor nemen zij meer ruimte in beslag, met als gevolg dat de ogen naar voren gedrukt worden.
  • De uitpuilende ogen zijn samen met het opgetrokken bovenooglid de meest opvallende en bekende verschijnselen.

De oogziekte van Graves kent twee oorzaken voor een verminderde gezichtsscherpte:

  • De eerste is het uitpuilen van het oog, waardoor de oogleden het hoornvlies niet meer bedekken. Het hoornvlies droogt uit en kan beschadigingen oplopen.
  • De tweede oorzaak is een ernstige ontsteking van het vetweefsel en zwelling van de oogspieren. De oogzenuw in de oogkas raakt bekneld en functioneert minder goed. De patiënt zal slechter zien en kleuren minder helder zien, vooral rode tinten. Als deze toestand te lang duurt, beschadigt de oogzenuw zodanig dat de gezichtsscherpte blijvend verminderd zal zijn. Met aanvullend onderzoek kan worden nagegaan of de zenuw inderdaad in de knel zit.

Onderzoek

Indien de oogarts of orthoptist vermoedt dat u de ziekte van Graves heeft, maar ook als deze diagnose al gesteld is, wordt er in veel gevallen aanvullend onderzoek aangevraagd.

Het aanvullende onderzoek kan bestaan uit:

  • USG-van de orbita (oogkas). Dit is een echo-onderzoek waarbij de dikte van de oogspier(en) gemeten kan worden.
  • VER (Visual Evoked Response). Dit onderzoek wordt gedaan om de zenuwverbinding tussen oog en hersenen te beoordelen.

Of aanvullend onderzoek nodig is, is sterk afhankelijk van het complete beeld. Dat kan voor iedere patiënt anders zijn. Uw oogarts of orthoptist zal u hierin adviseren.

Behandeling

De eerste stap in de behandeling is het reguleren van de schildklierfunctie met behulp van medicijnen. Vaak kunnen kunsttranen de klachten verlichten, maar er kan ook een operatie aan de oogleden of oogkas nodig zijn. Indien nodig zullen er operaties aan de oogkas, oogleden en oogspieren plaatsvinden. De totale behandeling kan soms jaren duren, maar het eindresultaat is meestal bevredigend. Deze behandelingen dienen in een bepaalde volgorde, afhankelijk van de klachten, uitgevoerd te worden.

Oogkasoperatie

Als er, nadat de schildklierfunctie al een langere periode goed gereguleerd is, nog klachten van ‘uitpuilende’ ogen bestaan, dan kan een oogkasoperatie (orbitadecompressie) vaak verbetering geven. Bij deze operatie wordt de druk in de oogkas ontlast. De operatie vindt plaats onder narcose. Een deel van het bot van de wanden van de oogkas wordt verwijderd, zodat de oogkas groter wordt, het weefsel meer ruimte krijgt en het oog weer dieper in de oogkas komt te liggen. Andere afwijkingen, zoals irritatie en roodheid, nemen vaak ook af omdat de oogleden weer beter kunnen sluiten.

Een oogkasopeartie is een grote operatie met in meerdere of mindere mate kans op complicaties, afhankelijk van de gebruikte techniek. Deze complicaties kunnen onder andere zijn:

  • Het ontstaan van dubbelzien of de toename ervan bij patiënten die al dubbelzien hadden, is de meest voorkomende complicatie.
  • Verminderde gezichtsscherpte ten gevolge van een bloeding tijdens of na de operatie.
  • Een doof gevoel rondom kaak/wang dat meestal binnen een aantal maanden verdwijnt.

Ooglidoperatie

Ook de oogleden kunnen bij de ziekte van Graves afwijkingen hebben. Een te hoog opgetrokken bovenooglid geeft een ‘verschrikte blik’. Zoals eerder genoemd kan dit er ook toe leiden dat het oog niet goed sluit, waardoor het hoornvlies kan uitdrogen met als gevolg een zanderig gevoel en later beschadiging van het hoornvlies. Is het laatste het geval, dan moet de stand van het ooglid worden gecorrigeerd. Ook uit cosmetische overwegingen kan dit wenselijk zijn. Het operatief corrigeren van deze afwijkingen gebeurt na de oogkasoperatie.

Behandeling voor dubbelzien

De zwelling van de oogspieren kan een beperking van de oogbewegingen geven. Dit leidt tot pijnlijke oogbewegingen, scheelzien en dubbelzien. Afhankelijk van welke oogspieren niet meer goed functioneren, kan het dubbelzien naast elkaar, boven elkaar of schuin boven elkaar zijn. Het dubbelzien kan continu aanwezig zijn of alleen bij kijken in een bepaalde blikrichting. Het kan erger zijn bij vermoeidheid of juist ’s morgens bij het opstaan. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk in geval van dubbelzien. Naar aanleiding van het orthoptisch onderzoek zal de orthoptist u adviseren over welke behandelmethode voor u het meest geschikt is.

Een prismabril

Als er sprake van dubbelzien is bij rechtvooruit kijken, is het soms mogelijk met behulp van een plakprisma op een brillenglas het dubbelzien op te heffen. Bij een geringe en stabiele afwijking is het mogelijk het prisma in het brillenglas te laten slijpen. Bij een grotere afwijking en een stabiele situatie, kan er een operatieve correctie van de oogstand (oogspieroperatie) overwogen worden.

Afdekken van een oog (occlusie)

In bepaalde gevallen is de oogstandafwijking te groot voor een prismacorrectie. De enige (tijdelijke) oplossing is dan om een van beide brillenglazen af te plakken.

Oogspieroperatie

Een oogspieroperatie kan pas worden verricht wanneer de afwijkende oogstand stabiel is. Daarnaast moet ook de schildklierfunctie stabiel zijn. Wanneer de operatie te vroeg wordt uitgevoerd is de kans namelijk groot dat het dubbelzien terug komt. Het doel van de oogspieroperatie is: het opheffen van het dubbelzien bij kijken recht vooruit en verbetering van de beweeglijkheid van de ogen.
Afhankelijk van de ernst van de situatie is het mogelijk dat er na de oogspieroperatie nog dubbelzien aanwezig is als men in een bepaalde blikrichting kijkt. Het is niet altijd mogelijk dit op te lossen. Uw behandelend orthoptist bespreekt met u welk resultaat u mag verwachten.

Bij de behandeling van de ziekte van Graves zal vrijwel altijd sprake zijn van samenwerking tussen internist of endocrinoloog, oogarts, eventueel KNO-arts en radiotherapeut.

Na de behandeling

De ziekte van Graves dooft in 50 procent van de gevallen na een aantal jaren vanzelf uit. De gevolgen verdwijnen helaas niet vanzelf. Afhankelijk van de ernst kan de totale behandeling soms een aantal jaren duren.