Opname op verpleegafdeling Geriatrie

Opname op verpleegafdeling Geriatrie

Tijdens een opname op de verpleegafdeling Geriatrie doen we medisch onderzoek, kijken we wat u wel en niet kunt en zorgen we voor een goede behandeling. We kijken zo welke problemen u heeft en of en hoe u kunt herstellen.

 

We proberen u zo te laten herstellen dat u weer terug kunt naar huis. We geven daarbij advies over welke behandeling of hulp na het ziekenhuis nodig is. Of kijken waar u naartoe kunt als teruggaan naar de eigen omgeving niet meer lukt.

Voorbereiding

Opnamegesprek en onderzoek

Voor de opname in het ziekenhuis heeft u een opnamegesprek. Dit gesprek is met u en uw familie of begeleider, een verpleegkundige en zaalarts. Informatie van een familielid of begeleider is belangrijk. Zo krijgen we een duidelijk beeld van uw problemen. Daarvoor doet de arts ook uitgebreid lichamelijk onderzoek. We laten verder:

  • bloed prikken
  • een foto van hart en longen maken
  • een hartfilmpje maken
  • urineonderzoek doen

Soms is meer onderzoek nodig. Bijvoorbeeld foto’s van de hersenen of buikorganen. Dat bespreken we dan met u of uw familie.

Eén contactpersoon

Volgens de Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO) mag de zorgverlener geen informatie geven aan anderen. Ook niet aan directe familie. Dit mag alleen als de patiënt daar zelf uitdrukkelijke toestemming voor geeft. Of als de wet ons daartoe verplicht.

We vragen u om ons de naam en het telefoonnummer te geven van één contactpersoon. Wij geven dan alleen informatie aan die persoon. De contactpersoon is aanspreekpunt voor het ziekenhuis, maar ook voor uw familieleden, vrienden en kennissen. Zo komt de goede informatie op de juiste plek. En voorkomen we dat niet iedereen los van elkaar dezelfde vragen stelt aan onze artsen en medewerkers. Tijdens het opnamegesprek bespreken we wie de contactpersoon wordt.

Meenemen naar het ziekenhuis

  • toiletspullen
  • kleding en nachtkleding (inclusief ochtendjas)
  • goede schoenen en pantoffels met stroeve zool
  • eventueel schoenlepel of aantrekhulp voor steunkousen
  • bril, gehoorapparaat, batterijtjes
  • rolstoel, stok, rollator
  • eventueel foto’s van de mensen om u heen
  • actueel overzicht van de medicijnen die u gebruikt (af te halen bij uw apotheek). Neem geen medicijnen mee. Die krijgt u van het ziekenhuis.
  • overdracht, als u in een instelling verblijft
  • zorgdossier, als u thuiszorg krijgt
  • schriftelijke wilsverklaring, als u die heeft opgesteld

Tip: zet uw naam op uw spullen.

Waardevolle spullen

Neem geen waardevolle spullen en geld mee naar het ziekenhuis. De verpleging kan ook geen geld of kostbare spullen voor u bewaren. Is geld nodig voor de kapper of pedicure? Dan kan de familie of contactpersoon daar direct afrekenen.

Eten en drinken

U mag geen eten en drinken meenemen dat in de koeling bewaard moet worden. Dit mag alleen als u het gelijk opeet of -drinkt.

Onderzoek en behandeling

In het ziekenhuis doen we onderzoek om vast te stellen wat er aan de hand is. Onderzoeken die we standaard doen zijn bloed-, urine-, röntgen- en hartonderzoek. We houden daarbij rekening met wat u wel en niet kunt. Na de onderzoeken maken we een behandelplan. De behandeling kan bijvoorbeeld bestaan uit een dieet, medicijnen en fysiotherapie.

De verpleging verzorgt u en houdt u in de gaten. Ook probeert de verpleging u om actief te worden. Zo kunt u weer zo zelfstandig mogelijk naar huis.

Halfgesloten afdeling

Soms zijn patiënten in de war en kunnen ze de weg kwijtraken. Daarom heeft de afdeling Geriatrie een deur die vanzelf afsluit. Om van de afdeling te gaan, heeft u een code nodig. De code van de deur van de verpleegafdeling is 2468. Hiermee kunt u de deur openmaken.

Schrift voor communicatie

Is het voor u als patiënt lastig om dingen goed te vertellen? Dan kan de contactpersoon om een communicatieschrift vragen bij de activiteitentherapeut. De activiteitentherapeut schrijft hier dan in wat u heeft gedaan. Ook andere zorgverleners kunnen in het schrift informatie opschrijven en vragen stellen aan de familie.

Indeling van de dag

  • Op de verpleegafdeling willen we zorgen voor structuur. Dit houdt in dat u overdag zo veel mogelijk gewone kleren draagt.
  • Na het ontbijt volgt de lichamelijke verzorging.
  • Als dat kan met uw gezondheid, gaat u daarna naar de huiskamer.
  • In de huiskamer zijn activiteiten en zorgen de activiteitentherapeuten voor structuur. Zo zorgen we dat u weer actief wordt en kunnen we zien wat wel en niet lukt.
  • Onderzoeken en de voorbereiding daarvan zijn een vast onderdeel van het dagprogramma.
  • Soms krijgt u ook fysiotherapie of ergotherapie. Deze therapie krijgt u op de afdeling zelf of in speciale oefenruimten.

Aandacht voor vallen

Vallen komt bij ouderen vaak voor. Bijvoorbeeld door problemen met het evenwicht of met lopen, duizeligheid, verwardheid, slecht horen en slecht zien. In het ziekenhuis vragen we of u de laatste zes maanden bent gevallen. We nemen zo nodig maatregelen om de kans dat u valt kleiner te maken. We kunnen bijvoorbeeld de bedhekken omhoog doen. Of kijken naar een laag-laagbed, valmat of een valsensor.

Voorkomen dat u valt lukt helaas nooit helemaal. Soms kan ook iemand van de familie op de kamer blijven slapen of meehelpen. Ook is het belangrijk dat u blijft bewegen. Als u veel in bed blijft liggen, verliest u in korte tijd veel kracht in uw spieren. De kans is dan groter dat u valt.

Verschillende hulpverleners

In het ziekenhuis heeft u contact met de zaalarts. De zaalarts is de arts die de behandeling doet. De zaalarts overlegt daarover met een of meer geriaters. De geriater en de zaalarts werken samen met de verpleegkundigen, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, maatschappelijk werker, activiteitentherapeut, diëtist, geestelijk verzorger, transferverpleegkundige en psycholoog.

De geriater kan ook andere specialisten vragen voor een consult. Dit kan bijvoorbeeld een internist zijn, een cardioloog, een huidarts of psychiater. Dat ligt aan welke problemen u heeft tijdens uw opname. Ook heeft de afdeling voedingsassistenten en huishoudelijke assistenten.

Elke dag koppelen we een verpleegkundige aan een aantal patiënten. Dit is zo veel mogelijk steeds dezelfde verpleegkundige. Op het witte bord op de gang ziet u welke verpleegkundige dat voor die dag is.

Contact

  • De ergotherapeut maakt zelf afspraken met de contactpersoon. De contactpersoon kan vragen over de ergotherapie zelf stellen aan de ergotherapeut.
  • De fysiotherapeut heeft geen contact met de contactpersoon.
  • De activiteitentherapeut vertelt op verzoek aan de contactpersoon hoe het gaat in de huiskamer. Tijdens het bezoekuur in de middag kan de contactpersoon dit vragen aan de activiteitenbegeleider.
  • De logopedist en diëtist maken als zij dat nodig vinden zelf een afspraak met de contactpersoon.
  • De maatschappelijk werker en de transferverpleegkundige maken zelf afspraken met uw familie. Dat kan bijvoorbeeld tijdens het familiegesprek (zie het kopje Familiegesprek).
  • De geestelijke verzorging van de afdeling is er voor alle patiënten en hun familie. Het maakt niet uit welk geloof of welke achtergrond iemand heeft. Wilt u een gesprek? Dan vragen we de geestelijk verzorging bij u langs te komen.

Overleg over behandeling

De zaalarts komt regelmatig langs. Eén keer per week komt de zaalarts samen met de geriater langs. Verder bespreken verpleegkundigen en artsen elke dag uw behandeling. Soms is het beter de behandeling aan te passen. Dit overleggen we altijd met u en uw familie of contactpersoon.

Familiegesprek

Het familiegesprek is een gesprek met u als patiënt en met de contactpersoon, zaalarts en verpleegkundige. In dit gesprek geeft de zaalarts u medische informatie over uw onderzoeken. U bespreekt met uw arts hoe het verder gaat met uw behandeling. De verpleegkundige geeft daar ook informatie over. Soms is verder de maatschappelijk werker bij het familiegesprek aanwezig.

Bezoek

De bezoektijd op de afdeling is van 09:00 tot 21:00 uur. Bezoek buiten het bezoekuur kan alleen als u dit eerst met de verpleegkundige van de afdeling is overlegd. Gaat de patiënt met het bezoek van de afdeling af? Laat ons dit dan weten.

Soms moeten we tijdens de bezoektijd een onderzoek of behandeling doen. We vragen hiervoor uw begrip en medewerking.

Na de behandeling

Weer naar huis

Een opname duurt meestal één tot twee weken. Soms langer, soms korter. Het behandelteam stelt vast op welke datum u weer uit het ziekenhuis mag. We laten dat aan u en uw contactpersoon weten.

Het kan nodig zijn om maatregelen te nemen voor u weer naar huis kunt. Denk aan verpleegkundige zorg, ondersteuning bij de maaltijden of andere vormen van thuiszorg. Ook kijken we naar de medicijnen die u gebruikt en of u een dieet volgt. Als het nodig is, hebben we eerst nog een gesprek voor u naar huis gaat.

Verpleeg- of verzorgingshuis

Is in het ziekenhuis duidelijk geworden dat u in een verpleeghuis of verzorgingshuis moet worden opgenomen? Dan gaat u eerst terug naar huis. Daar wacht u tot u in het verpleeg- of verzorgingshuis terecht kunt. De transferverpleegkundige zorgt dat u in de periode thuis genoeg zorg krijgt.

Tevreden of niet

Graag horen we hoe u de zorg vond die u heeft gekregen. U kunt uw mening met ons delen via het patiënttevredenheidonderzoek. Dat gaat via internet. Doet u mee? Vraag hiervoor dan een uitnodigingsbrief aan ons.