Botontkalking

Osteoporose

Botontkalking

Een normaal en gezond bot is sterk en flexibel en kan tegen een stootje. Bij botontkalking wordt het bot langzaam brozer. Daardoor kan het makkelijk breken. De medische term hiervoor is osteoporose.

Klachten

Botbreuken

Osteoporose zelf geeft geen klachten, maar door botontkalking heeft u meer kans een bot te breken. Vooral van heup, pols, ruggenwervels en schouder. Bij één op de twee tot drie vijftigplussers die na een botbreuk op de afdeling Spoedeisende Hulp belanden, is sprake van botontkalking.

Breekt een bot omdat het verzwakt is door botontkalking? Dan is de kans op een nieuwe breuk twee keer zo groot. Bij een wervelfractuur is de kans op een nieuwe botbreuk zelfs vier keer zo groot. Vrouwen breken drie keer zo vaak iets door verzwakte botten als mannen.

Andere klachten

  • kleiner worden, kromme rug krijgen
  • slechtere conditie
  • minder zelfstandig worden, afhankelijk van hulp
  • op bed moeten blijven liggen

Oorzaken

De structuur van onze botten lijkt op een honingraat. Bij botontkalking worden de gaten in de honingraat langzaam groter. De afbraak van bot is dus groter dan de aanmaak. Daardoor wordt de structuur van het bot zwakker. Een kleine stoot of val kan dan al zorgen voor een botbreuk. Bijvoorbeeld als u een tas met boodschappen optilt of op een ongelukkige manier van de stoep afstapt en valt. U kunt dan zomaar een heup, ruggenwervel, pols of schouder breken.

Een gezond bot (links) en een bot met osteoporose (rechts). Bron: Osteoporose Stichting

Tijdens de groei, worden onze botten langer en dikker. Als we groeien, maken we meer bot aan dan we afbreken. Die aanmaak neemt nog verder toe als we veel bewegen. Wie veel beweegt (als kind en als volwassene) heeft én houdt stevigere botten. Onze botten zijn het stevigst rond ons dertigste jaar. Vanaf die leeftijd wint de botafbraak het langzaam van de botaanmaak.

Na de overgang gaat bij veel vrouwen de botafbraak sneller. Dat komt door hormoonveranderingen. Ook andere factoren kunnen de botaanmaak vertragen en/of de botafbraak versnellen:

  • roken
  • ondergewicht
  • meer dan 2 glazen alcohol per dag
  • weinig calcium in de voeding
  • onvoldoende vitamine D
  • weinig bewegen
  • medische oorzaak; een aandoening waardoor het lichaam geen of te weinig kalk opneemt uit de voeding bijvoorbeeld.
  • het gebruik van bepaalde medicijnen

Onderzoek

Om te weten of u osteoporose heeft, doen we op de afdeling Radiologie een botdichtheidsmeting (DEXA-scan). Zo nodig doen we ook bloedonderzoek.

Na de botdichtheidsmeting heeft u een afspraak bij de verpleegkundig specialist osteoporose. Die geeft u de uitslag van het onderzoek. Samen bespreekt u wat voor u de beste behandeling is.

Behandeling

Botontkalking is tegenwoordig goed te behandelen. De laatste jaren zijn nieuwe medicijnen ontwikkeld. Mensen die door botontkalking een bot hebben gebroken, hebben een grote kans om kort daarna weer een bot te breken. Met de behandeling maken we de kans op een nieuwe breuk kleiner. Binnen een half jaar is de kans op een nieuwe breuk de helft kleiner.

Leefstijladvies bij osteoporose

Bewegen

Bewegen is erg belangrijk om (het erger worden van) osteoporose te voorkomen. Wie als kind veel beweegt, krijgt stevige botten. Wie als volwassene veel beweegt, zorgt ervoor dat de botaanmaak zo groot mogelijk blijft. Bewegen vermindert de botafbraak. Voor stevige botten is bewegen waarbij uw benen en voeten uw lichaamsgewicht dragen, het beste. Touwtje springen, hardlopen en wandelen hebben bijvoorbeeld meer effect dan fietsen en zwemmen. Bewegen is niet alleen goed om uw botten stevig te maken en te houden, maar ook om uw spieren te trainen. Hierdoor valt u minder snel. Dat verkleint weer de kans op een breuk.

Kalkrijke voeding

Zuivelproducten geven het lichaam voldoende bouwstenen (calcium) om de botten stevig te houden. Bij 1 tot 3 porties is 500 mg extra calciumsupplementen nodig. En als u geen zuivel gebruikt 1000 mg. Heeft u botontkalking, dan zijn alleen kalkrijke voeding of supplementen met calcium niet genoeg om botbreuken te voorkomen. Uw arts zal zo nodig aanvullende medicijnen voorschrijven.

Vitamine D

Vitamine D helpt om de kalk (calcium) uit uw voeding om te zetten in stevige botten. Vitamine D maakt u aan in uw huid onder invloed van zonlicht. Heeft u botontkalking en komt u weinig buiten of draagt u buiten altijd een sluier, dan is het advies om extra vitamine D te gebruiken (20 mg of 800IE per dag).

Medicijnen

Volgens de richtlijn krijgt u bij osteoporose – naast leefstijladvies en eventueel calcium en vitamine D supplementen – anti-osteoporosemiddelen (bisfosfonaten). Deze medicijnen zorgen ervoor dat uw botten steviger blijven. Na vijf jaar gebruiken is de kans op een nieuwe botbreuk met de helft gedaald.

Als u medicijnen gebruikt, blijft u onder controle van een arts. Deze heeft aandacht voor leefstijladviezen, bijwerkingen van de medicijnen en voor het gebruik van de medicijnen. Aan het einde van de behandeling, of als u weer een bot breekt, herhaalt de arts het onderzoek. Zo kan de arts besluiten om u andere medicijnen te geven.

Roken en alcoholgebruik

Roken en het drinken van (meer dan drie eenheden) alcohol (per dag) hebben een slechte invloed op uw botten. Als u botontkalking heeft, is het belangrijk dat u stopt met roken en dat u niet of weinig alcohol drinkt.

Vallen voorkomen

Heeft u osteoporose, dan is het verstandig om de kans op vallen te verkleinen.

  • Bekijk uw huis en tuin eens goed. Zijn er misschien matjes, vloerkleden, losse spullen of gladde oppervlakken waardoor u kunt vallen? Heeft u problemen met lopen, vraag dan advies over schoenen en hulpmiddelen zoals een wandelstok.
  • Ook problemen met uw gezondheid zijn belangrijk. Minder goed kunnen zien, een slechter evenwicht, hartritmestoornissen en het gebruik van sommige medicijnen vergroten de kans op vallen. En dus op een botbreuk. Uw arts zal hier op letten en dit met u bespreken.
  • Het is mogelijk om de balans en kracht te trainen om vallen te voorkomen. Ook kunt u ‘goed’ leren vallen. Vraag hiernaar bij uw huisarts of fysiotherapeut.