Overgang
Vaak worden de termen ‘overgang’ en ‘menopauze’ door elkaar gebruikt. Toch is het niet hetzelfde:
- De menopauze is uw laatste ongesteldheid.
- De overgang is de hele periode om de laatste ongesteldheid heen. Dit is een periode van een paar jaar waarin de hormonen een nieuw evenwicht zoeken.
- Als alles weer tot rust gekomen is, ontstaat een nieuw evenwicht in de hormonen: de postmenopauze.
Klachten
Een kwart van de vrouwen heeft bij de overgang klachten die het dagelijks leven kunnen verstoren. Andere vrouwen hebben helemaal geen klachten. De meeste klachten bij de overgang komen omdat de hoeveelheid oestrogeen in het bloed schommelt. Daardoor kunt u bijvoorbeeld last krijgen van opvliegers en zweten.
Ongesteldheid
De gemiddelde tijd tussen het onregelmatig worden van de ongesteldheid en de laatste ongesteldheid is vier jaar. De meeste westerse vrouwen krijgen hun laatste ongesteldheid tussen de 40 en 60 jaar. Gemiddeld met 51 jaar.
Als u een jaar lang niet meer ongesteld bent geweest, heeft u de menopauze gehad. Dit moment is dus pas later vast te stellen.
Opvliegers
’s Nachts zweten
Droge huid en slijmvliezen
Klachten aan de vagina en seksuele veranderingen
Klachten met de blaas
Klachten na langere tijd
Botontkalking (osteoporose)
Hart- en vaatziekten
Andere klachten
U kunt ook klachten krijgen die niet duidelijk te maken hebben met de veranderingen van de hormonen. Bijvoorbeeld hartkloppingen, zwaarder worden, verstopping, gewrichtsklachten, hoofdpijn, slapeloosheid en wisselende stemmingen. Sommige vrouwen vinden het ook lastig dat ze niet meer vruchtbaar zijn. Door deze klachten kunt u ook psychische klachten krijgen. U kunt zich neerslachtig of prikkelbaar voelen. Of last krijgen van angst of problemen met de concentratie en het geheugen.
Hoe lang klachten
Hoe lang de overgang duurt, is bij elke vrouw anders. Klachten rond de overgang kunnen vijf tot tien jaar duren of soms zelfs langer. Sommige vrouwen merken maar kort dat zij in de overgang zijn.
Oorzaken
- In het vruchtbare leven maken de eierstokken de hormonen oestrogeen en progesteron. De voorraad eicellen in de eierstokken neemt langzaam af. Dan wordt ook minder oestrogeen en progesteron aangemaakt. Dit is het begin van de overgang. Meestal is dit eerst te merken aan een verandering in de ongesteldheid.
- Vrouwen van wie de moeder vroeg in de overgang kwam, hebben zelf een grotere kans vroeg in de overgang te komen.
- Het gebruik van de pil kan de overgangsklachten onderdrukken. Het heeft geen invloed op wanneer de overgang begint.
- Rookt u elke dag meer dan een pakje sigaretten? Dan begint de overgang gemiddeld twee jaar eerder.
- Zijn bij een operatie beide eierstokken weggehaald? Dan begint de postmenopauze meteen. U kunt dan heftige klachten hebben. Is alleen de baarmoeder weggehaald? Dan kan de overgang soms wat vroeger beginnen. Meestal heeft dit geen invloed.
Advies
- Eet gezond en probeer op uw gewicht te letten. Na de overgang komt u makkelijker aan.
- Zorg voor voldoende kalk om de kans op botontkalking kleiner te maken. Drink dus melk, eet kaas, yoghurt en kool. Vier porties melkproducten per dag geven u zoveel kalk als nodig is. Eén portie is bijvoorbeeld een beker melk, een bakje yoghurt of een plak kaas.
- Ook vitamine D is belangrijk. Dit maakt uw huid door zonlicht en zit ook in margarine, boter, vis en eieren.
- Probeer regelmatig zo te bewegen dat u uw botten belast. Elke dag een halfuur lopen bijvoorbeeld versterkt de botten. Andere vormen van lichaamsbeweging zijn belangrijk tegen stijfheid van gewrichten en spierpijn.
- Alcohol, koffie, thee en gekruid eten kunnen opvliegers uitlokken.
- Neem de tijd en de rust om aan alle veranderingen te wennen. Probeer genoeg slaap te krijgen. U kunt de veranderingen beter opvangen als u uitgerust bent.
- Praat over eventuele problemen met uw partner, een vriendin, uw huisarts of een overgangsconsulente.
- Bij problemen met plassen kunt u uw bekkenbodemspieren oefenen. Eventueel samen met een bekkenbodemfysiotherapeut.
- Probeer te stoppen met roken. Het is slecht voor hart en bloedvaten. De kans op hart- en vaatziekten wordt na de overgang groter.
- Draag meerdere laagjes kleding. Zo kunt u bij een opvlieger iets uittrekken.
Onderzoek
Vooral uw klachten zijn een aanwijzing dat u in de overgang bent. We kunnen ook met onderzoek kijken naar hormonen in het bloed. Zo kunnen we zien of het follikelstimulerend hormoon (FSH) verhoogd is en het oestrogeen verlaagd. Daarvoor moeten we bloedonderzoek doen op de derde dag van de ongesteldheid. Dit onderzoek geeft niet aan hoe lang het nog duurt tot de ongesteldheid helemaal stopt. Daarom heeft het niet veel zin. Als uw overgang lijkt te beginnen voor u 45 bent, is dit onderzoek wel goed om te doen.
Is uw ongesteldheid tijdens de overgang erg hevig? Dan kunnen we soms onderzoek doen om te kijken of dat niet door iets anders komt.
Behandeling
Menopauzezorg
Met ernstige klachten bij de overgang kunt u terecht bij de afdeling Menopauzezorg van Tergooi MC. Uw huisarts kan u doorverwijzen.
Medicijnen
Onregelmatig ongesteld zijn, opvliegers en zweetaanvallen horen bij de overgang en gaan vanzelf over. Als u er erg veel last van heeft, kunt u medicijnen gaan gebruiken. U vult het tekort aan oestrogeen dan aan met tabletten, pleisters, neusspray, implantatietabletten onder de huid, gel, vaginale zetpillen, tabletten, crème of een ring. Opvliegers zijn soms ook te verhelpen met tabletten zonder hormonen (clonidine).
U moet oestrogenen combineren met progesteron of progestageen. Anders heeft u iets meer kans hebben op baarmoederslijmvlieskanker. En een grote kans op onregelmatig bloedverlies. Dit hoeft niet als uw baarmoeder is weggehaald.
U kunt ook last hebben van klachten aan de vagina, zoals droogheid, afscheiding of pijn bij het vrijen. Of klachten met de urinewegen door meer blaasontstekingen. Meestal kunnen we deze klachten behandelen met vaginale zetpillen, crème, tabletten of een ring. Deze behandeling kan jaren nodig zijn.
Wel of geen hormonen
- Of u hormonen wilt gebruiken of niet, bepaalt u zelf. Het belangrijkste is hoeveel last u daarvan heeft. En of er voor u bezwaren zijn om hormonen te gaan gebruiken. U kunt de voor- en nadelen van een behandeling met uw gynaecoloog bespreken.
- Het kan helpen om te praten met vrouwen in dezelfde situatie. Dit geeft vaak herkenning waardoor u sommige klachten beter zult begrijpen.
- Er bestaan ook homeopathische middelen tegen overgangsklachten. Of middelen op plantaardige basis (soja, rode klaver). Daarmee kunnen klachten soms verbeteren. De meningen verschillen of deze middelen echt werken. Hier is ook nog maar weinig onderzoek naar gedaan.
- Als u kort hormonen gebruikt, heeft u niet meer kans op borstkanker. Dat is niet met zekerheid te zeggen als u langere tijd hormonen gebruikt. Daarom maken we soms een röntgenfoto van de borsten voor u met hormonen start. Als u die langer dan vijf jaar gebruikt, kunnen we dit onderzoek elke twee jaar opnieuw doen.
- De bijwerkingen van oestrogenen kunnen heel verschillend zijn. Sommige vrouwen houden vocht vast en krijgen gespannen of pijnlijke borsten. Dat ligt ook aan hoeveel u krijgt.
Gebruik van de pil
Zolang u de pil gebruikt, blijft u bloedingen krijgen. Stopt u met de pil en blijven de bloedingen weg? Dan kunt u in de overgang zijn. Zolang dat niet zeker is, is het slim voorbehoedsmiddelen te gebruiken. Blijf dat doen tot u langer dan een jaar niet meer ongesteld bent geweest. De kans om op zwanger te worden als u rond de 50 bent is klein, maar is er wel.
Met dank aan de NVOG voor het gebruik van deze informatie en de animaties.