Poeptraining voor kinderen

De poepgoedpoli

Poeptraining

Bij verstopping blijft poep te lang in je darmen en wordt het hard. Daardoor komt het er moeilijker uit. Soms doet het ook pijn. Als er veel poep onderin je darm zit, kun je ook moeilijker voelen wanneer je moet poepen. Dan gaat het wel eens mis. Samen gaan we jouw poepprobleem oplossen.

Over poep

Hoe poepen werkt

In je buik zitten je darmen. In je darmen wordt je poep bewaard. De dikke darm maakt poep. De dunne darm is een soort zeef. In alles wat je eet en drinkt zitten voedingsstoffen, zoals vitaminen en vetten. Die heb je nodig om te groeien en te bewegen. Alles wat je niet nodig hebt, gaat van je dunne darm naar je dikke darm. Zo ontstaat poep. Je poep is dus eigenlijk het afval dat overblijft als de dunne darm alle belangrijke stoffen eruit heeft gehaald.

De dikke darm maakt krampbewegingen. Zo wordt je poep naar je endeldarm geduwd. In je endeldarm zitten soort antennes. Die geven een seintje naar je hoofd als er poep in je endeldarm komt.

Poepcomputer

In je hoofd zit een soort poepcomputer. Daar komt het seintje van de endeldarm binnen. Zo weet je dat er poep in je darm zit. Jij kunt via de poepcomputer twee seintjes terug geven:

  • ik ga poepen
  • ik ben niet in de buurt van de wc, ik houd de poep nog even op

Onder in je endeldarm zit je kringspier. We noemen het ook wel de ‘deur’ van je endeldarm. Het deurtje is dicht. Het zorgt dat je poep niet de hele dag in je broek loopt. Het deurtje gaat pas open als je gaat poepen op de wc. Je darm knijpt de poep eruit en jij duwt een beetje mee om de poep te laten komen.

Bij jou zitten er stukken harde poep in je darmen. Het geven van seintjes naar jouw poepcomputer gaat daardoor niet goed.

Over verstopping

Bij verstopping blijft de poep te lang in je darmen en wordt het hard. Daardoor komt het er moeilijker uit. Soms doet het ook pijn. Als er veel poep onderin je darm zit, kun je moeilijker voelen wanneer je moet poepen.

Bij verstopping poep je niet elke dag en is de poep vaak hard en dik. Sommige kinderen verliezen ook een beetje poep in hun onderbroek. Het lijkt erop dat je diarree hebt, terwijl dit juist niet zo is. We noemen dit overloopdiarree. Het is belangrijk dat we het poepprobleem gaan oplossen. Daar gaan we mee beginnen.

Over de poeptraining

Om het poepprobleem te kunnen oplossen, is het belangrijk dat je darmen leeg zijn. Bij verstopping zitten je darmen erg vol. Hierdoor is het moeilijker om de seintjes van je darmen goed te voelen. Om je darmen goed te kunnen trainen, moeten ze dus goed leeg zijn. We willen graag dat je elke dag je darmen leeg krijgt. Dat gaat vast lukken als je de volgende drie regels hebt geleerd:

  1. hoe je moet poepen
  2. wanneer je moet poepen
  3. hoe je je poep zacht moet houden

Hoe je moet poepen

  • Ga rustig en ontspannen op de wc zitten. Zorg ervoor dat je bovenbenen recht zijn als je op de wc zit.
  • Zet een krukje onder je voeten als je daarmee niet bij de grond kunt.
  • Ga met je billen helemaal op de wc zitten en niet op het puntje.

Oefeningen

Om goed te kunnen poepen helpt het om een van deze oefeningen te doen:

  1. Neem een ballon en blaas die in één keer zo groot mogelijk op. Doordat je de ballon opblaast zet je kracht. Hierdoor gaat de deur van je darm vanzelf open. Je merkt dan vast al dat je poept! Je kan deze oefening ook doen door op je handpalm te blazen zonder dat je lucht laat ontsnappen.
  2. Ga rechtop zitten en maak dan een bolle rug. Blijf dan rustig op de wc zitten. Dit doe je een paar keer.

Wanneer je moet poepen

Het is belangrijk dat je direct naar de wc gaat als je voelt dat je moet poepen. Je darm waarschuwt je dat de poep voor het deurtje zit. Als je hier niet naar luistert, dan trekt de darm de poep weer terug de darm in. Je moet dan weer een paar uur wachten voordat je darm je opnieuw waarschuwt. Ondertussen wordt de poep harder. Harde poep is veel moeilijker en soms pijnlijker om er uit te krijgen dan zachte poep.

De toiletzit

Voel je niet meer dat je moet poepen? Dan is een half uur na het eten de beste tijd om het te proberen. We noemen dit de toiletzit. Je gaat rustig op de wc zitten. Je blijft hier drie tot vijf minuten zitten. Neem de keukenwekker mee om de tijd in de gaten te houden. Je probeert te poepen. Soms moet je een beetje mee persen. Als het gelukt is, mag je eerder weg van de wc. Doe de toiletzit drie keer per dag. Steeds na het eten. Dus na het ontbijt, het middageten en het avondeten.

Hoe je je poep zacht houdt

Je poep kun je op verschillende manieren zacht houden.

Slecht voor je poep

  • chocola (cacao)
  • chocolademelk
  • onrijpe bananen
  • drinken met prik
  • wit brood
  • weinig water drinken
  • direct na het eten tv kijken
  • je poep ophouden

Goed voor je poep

  • rauwkost (wortel/paprika)
  • genoeg water drinken
  • fruit (appel)
  • bruin brood
  • alle meergranen producten
  • veel drinken; anderhalve liter per dag
  • na het eten tien minuten bewegen, bijvoorbeeld rennen, touwtje springen
  • de toiletzit doen

Medicijnen

Er zijn medicijnen die je helpen om het poepen makkelijk er te maken. Het is belangrijk dat je die medicijnen blijft nemen. Vaak moet dat wel een paar maanden. De dokter beslist hoeveel medicijnen je krijgt. En wanneer je ermee mag stoppen.

Poepdagboek

In een poepdagboek kun je schrijven hoe vaak je poept, hoeveel, hoe het eruit ziet en of je misschien een veeg in je broek hebt. Zo komen we te weten hoe poepen bij jou precies gaat. En of het na een tijdje beter gaat. Als we dit allemaal weten, kunnen we je nog beter helpen. Neem je dagboek mee als je weer naar het ziekenhuis komt voor controle.

Knipoogoefening

Je darm kan de poep er het makkelijkst uitkrijgen als de sluitspier rondom je poepgaatje open is. Je kent deze sluitspier vast wel. Je houdt er ook een windje mee tegen. Doe het volgende testje:

  • Ga voor de spiegel staan en geef jezelf een knipoog. Kijk maar in de spiegel wat er gebeurt. Als je met je rechteroog een knipoog geeft zal je linkeroog ook een beetje meedoen. Hetzelfde gebeurt als je met je linkeroog een knipoog geeft. Draai nu met je rug naar de spiegel en geef weer een knipoog. Voel nu eens dat je helemaal niet hard hoeft te knijpen om je oog dicht te krijgen.
  • Doe ditzelfde nu met je poepgaatje. Geef een knipoog met je poepgaatje. Niet hard knijpen, maar zachtjes sluiten. Wat voel je nu bij je plasgaatje? Doet die ook een beetje mee? Geef nu een knipoog met je plasgaatje. Niet te hard knijpen maar zachtjes sluiten. Wat voel je bij je poepgaatje? Doet die ook een beetje mee?
  • Voel eens met welk gaatje je het makkelijkst een knipoog kan geven. Voel het verschil tussen een dicht en een open gaatje.

Dit ga je nu leren

Je poep kan er makkelijker uitkomen als je de sluitspier rond je poepgaatje openzet. Jij en je sluitspier gaan dat leren met de knipoogoefening. Leer het verschil tussen een dicht en een los poepgaatje. Dit moet je vaak oefenen. Ga in kleermakerszit op de grond zitten. Denk aan een windje en hoe je dat kan tegenhouden. Als je je wind tegenhoudt gaat je sluitspier vanzelf dicht. Je kan dit voelen. Hard knijpen is nergens voor nodig. Als je het zachtjes doet is hij ook dicht. Laat hem daarna weer los. Het is net alsof je een knipoog geeft met je poepgaatje. Je poepgaatje doet wat jij wilt.

Informatie voor ouders

De behandeling van verstopping bij uw kind duurt vaak langere tijd. In ieder geval drie maanden. De behandeling bestaat uit:

  • adviezen voor voeding
  • de poeptraining
  • adviezen om meer te bewegen

Adviezen voor voeding

Vezels

Twee soorten vezels zijn belangrijk om goed naar de wc te kunnen: oplosbare en niet-oplosbare vezels. In de darm werken bacteriën op deze vezels in. Hierbij komen stoffen vrij die zorgen dat de darmen gaan bewegen en de poep smeuïger maken. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat de poep niet te dun wordt. Vezels zuigen in de darm water op. Hierdoor wordt de poep zacht.

Producten met veel voedingsvezel zijn:

  • roggebrood, volkoren- en bruinbrood, krenten- en rozijnenbrood, mueslibrood, volkoren beschuit, volkoren ontbijtkoek
  • volkorenproducten zoals havermout, Brinta, Bambix, muesli, tarwevlokken, zilvervliesrijst, mais, volkoren macaroni en spaghetti
  • volkorenbiscuits, Evergreen, volkoren Sultana
  • aardappelen
  • groenten en rauwkost
  • vers fruit met schil, gedroogde zuidvruchten (pruimen, abrikozen, tuttifrutti, rozijnen, krenten, dadels, vijgen)
  • peulvruchten, zoals bruine en witte bonen, kapucijners, erwten en linzen
  • noten, pinda’s, sesamzaad, studentenhaver
  • Stimulance vruchtendrink
  • vezelproducten zoals Nutrigran, All Bran, Fibrex, zemelen, lijnzaad of tarwekiemen

Wilt u weten of de voeding van uw kind nu genoeg vezels heeft? Ga daarvoor naar de website www.vezeltest.nl. Op deze website staat hoeveel vezels in verschillende producten zit.

Drinken

Het is belangrijk dat uw kind genoeg drinkt. Vezels trekken vocht aan en houden zo de ontlasting smeuïg. Hoeveel vocht goed is voor uw kind, ligt aan hoe oud uw kind is. Wij adviseren kinderen die op school zitten om in ieder geval anderhalve liter te drinken. Bij warm weer en koorts zweet uw kind meer dan normaal. U kunt dan het beste meer vocht geven.

Kinderen willen niet altijd drinken. Het helpt om met uw kind af te spreken hoeveel er per dag wordt gedronken. Neem een fles van een liter of van anderhalve liter en vul die met water. Iedere keer als uw kind een beker thee, melk of iets anders gedronken heeft, mag hij of zij die hoeveelheid uit de waterfles halen. Zo zien jullie samen hoeveel uw kind die dag heeft gedronken. Het wordt een soort wedstrijd om de fles leeg te krijgen. Wij noemen dit voor kinderen de ‘truc met de fles’.

Ontbijt

Het ontbijt is belangrijk om de darmen genoeg in werking te zetten. Sla het ontbijt dus niet over.

Adviezen bij de poeptraining

  • Zorg voor regelmaat en rust in het gezin.
  • Probeer begrip te hebben voor de situatie. Wordt vooral niet boos. Dat helpt uw kind juist niet. Uw kind voelt niet dat het naar de wc moet en verliest niet expres poep in de onderbroek. Geef vooral positieve aandacht en niet teveel negatieve aandacht aan het probleem.
  • Laat uw kind drie keer per dag na het eten vijf minuten naar de wc gaan. Stimuleer uw kind steeds weer om dit te doen. Soms begrijpen kinderen niet goed waarom zij dit nu weer moeten doen. Ze voelen niet dat ze naar de wc moeten. Bij kleine kinderen kan een voetenbankje helpen.
  • Maak het gezellig op de wc.
  • Geef uw kind complimentjes als hij of zij probeert te poepen. Ook al is het zonder resultaat. Laat merken dat u trots bent als het is gelukt. Maar ook als uw kind ontspannen op het toilet heeft geoefend.

School

Vertel ook de meester of juf over de poeptraining, Maak afspraken over naar de wc gaan op school. Uw kind moet meteen naar de wc kunnen als het voelt dat het moet. Ook is het belangrijk dat uw kind op school genoeg kan drinken. Eventueel met een extra flesje drinken op tafel. Het incontinentieteam heeft een informatiebrief voor meesters en juffen. Vraag hiernaar bij de trainer van uw kind.

Medicijnen

Krijgt uw kind laxerende medicijnen? Dan is het belangrijk dat uw kind de juiste hoeveelheid krijgt. En dat ze lang genoeg gegeven worden. In ieder geval drie tot zes maanden.

Aan het begin krijgt uw kind meer van de medicijnen. Zo zorgen we dat de dikke darm wordt leeggemaakt. En leert uw kind het af om de poep op te houden. Vaak zit uw kind vast in een patroon van verstopping, pijn bij het poepen, angst om te gaan poepen, daardoor de poep ophouden, waardoor de ontlasting harder wordt, wat weer zorgt voor meer verstopping en zo door. Met de medicijnen doorbreken we dat patroon.

Langzaam passen we de hoeveelheid medicijnen aan zodat uw kind regelmatig kan poepen. In ieder geval drie keer per week. En de poep de juiste dikte krijgt en broekpoepen niet meer gebeurt. Als uw kind drie maanden of langer geen klachten meer heeft, bouwen we de medicijnen af. Stap voor stap. Dat gebeurt in overleg met de trainer of kinderarts van het ziekenhuis.

Adviezen om meer te bewegen

Bewegen is goed voor de werking van de darmen. Te veel zitten maakt de darmen lui. Kinderen bewegen tegenwoordig veel minder dan vroeger. Na een schooldag gaan ze thuis vaak tv kijken of computeren. Spoor uw kind aan om veel buiten te spelen met anderen. U kunt uw kind ook naar school laten lopen of fietsen in plaats van met de auto brengen. Sporten is natuurlijk ook een goede manier om te bewegen. Onder normaal bewegen verstaan we minstens één uur per dag.

Vragen?

Ga geen strijd met uw kind aan. Wijs uw kind op de afspraken met de trainer. Spreek met uw kind af dat u iets met de trainer bespreekt als u weer contact heeft. Wilt u tussendoor graag iets bespreken? Neem dan contact op met de trainer van uw kind.

We wensen u en uw kind veel succes!

Contact