Schouderoefeningen na borstoperatie

Schouderoefeningen na borstoperatie

Na een borstoperatie kunt u verschillende oefeningen voor uw schouders doen. De oefeningen staan hieronder uitgelegd.

 

Het is goed om uw arm na de borstoperatie zo normaal mogelijk te gebruiken. Wees de eerste drie weken wel voorzichtig met tillen (niet meer dan één kilo). Doe ook geen activiteiten die u te zwaar belasten. Bouw alle activiteiten langzaam weer op.

Welke oefeningen u mag doen

Welke oefeningen u kunt doen, ligt aan de behandeling die u heeft gehad:

Borstsparende operatie

Heeft u een borstsparende operatie gehad en is alleen de schildwachtklier weggehaald? Dan mag u de dag na de operatie meteen starten met alle oefeningen, voor zover de pijn dat toelaat.

Borstamputatie en/of okselklieren weggehaald

Heeft u een borstamputatie gehad en/of zijn de okselklieren weggehaald? Dan mag u de dag na de operatie beginnen met de oefeningen 1, 2 en 3A. Na één week mag u ook de andere oefeningen beetje bij beetje gaan doen.

Directe reconstructie of Expander

Is bij u een directe reconstructie gedaan? Of een Tissue Expander geplaatst om de huid en borstspier op te rekken? Dan mag u de eerste twee weken na de operatie de bovenarm maximaal tot schouderhoogte (90 graden) bewegen. U mag niet zwaar tillen (maximaal één kilo).

De eerste twee weken mag u alleen oefening 1, 2 en 3A doen. Na twee weken mag u ook de andere oefeningen langzaamaan gaan doen. Bouw het zo op dat u binnen zes weken alle oefeningen kunt doen.

Bestraling

Bent u bestraald? Dan is het belangrijk om een aantal jaar na de behandeling in de gaten te houden hoe uw schouder beweegt. Start de oefeningen weer als dit nodig is. Twijfelt u? Neem dan contact op met uw oncologie- of oedeemfysiotherapeut.

Oefeningen

Tips vooraf

  • Voer de oefeningen rustig uit, zonder te veren.
  • Beweeg zo ver mogelijk. U mag bij het oefenen op een milde manier wat rek of stugheid voelen.
  • Probeer de oefeningen een paar keer per dag te doen.
  • Doe iedere oefening vijf tot tien keer.

Oefening 1

Beweeg uw armen gestrekt naar voren. U mag de handen los hebben of gevouwen houden.

Oefening 2

  • Ga op een stoel zitten.
  • Laat de armen langs het lichaam hangen.
  • Trek de schouders op en laat ze weer rustig zakken.

Oefening 3A en 3B

Oefening 3A

Ga een stukje van de muur afstaan (15 cm). Krabbel met beide handen tegelijkertijd langs de muur omhoog tot schouderhoogte.

Oefening 3B

Ga een stukje van de muur afstaan (15 cm). Krabbel met beide handen tegelijkertijd langs de muur omhoog tot zover u kunt komen.

Oefening 4

Vouw de handen in elkaar. Zo ondersteunt u met uw gezonde arm de geopereerde zijde. Probeer de beide handen zo ver mogelijk omhoog te krijgen.

Oefening 5

Beweeg staand beide armen zo hoog mogelijk opzij.

Oefening 6

  • Ga op de stoel zitten.
  • Houd achter de rug met gestrekte ellebogen beide handen vast.
  • Probeer de armen langzaam omhoog te brengen.

Oefening 7

Leg uw handen laag op de rug en schuif ze langs de rug naar boven.

Oefening 8

  • Leg de handen achter de oren tegen het achterhoofd.
  • Strengel de vingers in elkaar.
  • Houd de ellebogen eerst ontspannen naar voren.
  • Breng ze dan zo ver mogelijk naar achteren.

(bron: KWF)

Actieve houding

Na de operatie hebben mensen soms de neiging om de schouders naar voren te laten hangen. Zo krijgen ze een verkeerde lichaamshouding. Dat kan ook voor klachten zorgen. Bijvoorbeeld aan de borstspieren of schouderbladspieren. Neem daarom een actieve houding aan:

  • breng uw borstbeen iets naar voren
  • beweeg uw schouderbladen tegelijkertijd iets naar achteren en laat ze ontspannen naar beneden hangen
  • trek de kin ietsje in

Fysiotherapeut in de buurt

Wilt u graag begeleiding en behandeling van een fysiotherapeut dicht bij huis? Dit kan bij één van de aangesloten praktijken van het FVGO oncologienetwerk. Kijk daarvoor op de website van FVGO.

Contact