Spataders ‘dichtplakken’

Sclerocompressietherapie

Spataders ‘dichtplakken’

Kleine tot middelgrote spataders kunnen we behandelen met sclerocompressietherapie. We spuiten dan vloeistof of schuim in de spatader. Die hecht aan de wanden van het bloedvat, zodat die aan elkaar gaan kleven. De spatader wordt zo ‘dichtgeplakt’. Verdoving is hierbij niet nodig.

Voorbereiding

  • Doe op de dag van de behandeling ruime schoenen en kleren aan. Na de behandeling krijgt u een elastische kous aan. Die past niet in een strakke broek of schoen.
  • Smeer op de dag van behandeling geen lotion, crème of zalf op uw benen.
  • Laat het uw behandelaar vooraf weten als u bloedverdunners gebruikt.
  • Laat het uw behandelaar weten als u allergisch bent voor het middel lauromacrogol 400 (Aethoxysklerol®) of pleisters.

Behandeling

Tijdens één afspraak kunnen we meerdere spataders behandelen. We gebruiken voor de behandeling het middel lauromacrogol 400 (Aethoxysklerol®). Daarvan kunnen we in totaal per keer niet meer inspuiten dan wat maximaal mag. Het kan dus zijn dat we niet alle spataders in één keer kunnen behandelen.

  1. Grotere spataders brengen we zo nodig eerst met het echo-apparaat in beeld.
  2. De plek waar we u gaan prikken, tekenen we af op uw been.
  3. U komt op de behandeltafel.
  4. De behandelaar prikt de spatader aan met een kleine naald. Daarmee brengt hij of zij een klein beetje lauromacrogol 400 (Aethoxysklerol®) in de ader. Als vloeistof of schuim. Dit kan kort een branderig gevoel geven.
  5. De behandelaar controleert of de vloeistof of het schuim zich goed in de spatader verspreidt.
  6. Heeft u spataders op meerdere plekken? Dan volgen we deze stappen ook bij die plekken.
  7. Na het inspuiten doen we pleisters en/of wattenbollen op de plek waar we geprikt hebben.

Na de behandeling

Elastische kous

Na de behandeling krijgt u een elastische kous aan. Die geeft druk op het bloedvat dat behandeld is en zorgt zo dat de wanden goed verkleven. Het dragen van de kous is erg belangrijk om de behandeling te laten lukken. Volg daarom het advies van de behandelaar op:

  • U draagt de kous de eerste 48 uur de hele dag en nacht. Ook pleisters en wattenbolletjes laat u 48 uur zitten.
  • Na 48 uur mag u de pleisters en wattenbollen weghalen en mag u ook weer douchen.
  • Daarna draagt u de kous vijf dagen alleen overdag. Voor de nacht mag u de kous uitdoen. Trek de kous meteen aan als u opstaat en doe die pas uit als u naar bed gaat. Alleen voor het douchen mag de kous even uit. De kous mag namelijk niet nat worden.
  • Na deze tijd hoeft u geen elastische kous meer te dragen. Tenzij uw behandelaar u een ander advies geeft.

Bij warm weer kan het dragen van een kous vervelend zijn. Daarom doen we deze behandeling liever niet in de zomer.

Goed om te weten

  • Het been dat behandeld is, kan gevoelig zijn of beurs aanvoelen door bloeduitstortingen (blauwe plekken). Daardoor kunt u niet alles meteen weer.
  • Na een paar dagen tot weken kunnen pijnlijke strengen of harde pitjes of ‘knikkers’ ontstaan. Soms met blauwrode tot roodbruine verkleuring. Dit zijn bloedstolsels in de oppervlakkige spatader die behandeld is of in zijtakken daarvan. Soms zitten ze ook lager in het been. Deze klachten kunnen lang duren. Vaak zes tot acht weken en soms nog wat langer.

Sporten

Wanneer u weer kunt sporten, ligt aan welke sport u doet. Bewegen is goed, maar bouw het op. Ga de eerste twee weken na de ingreep niet intensief sporten. Vooral geen sporten die een soort klap op uw benen geven, zoals hardlopen of fitness. U mag wel lopen, fietsen, autorijden en gewone dagelijkse dingen doen. Na twee weken mag u weer alles doen wat u gewend was.

Sauna

Ga de eerste maand na de behandeling niet naar de sauna. Door de warmte worden uw aders wijder. De werking van de behandeling kan dan afnemen.

Zon en zonnebank

Ga tot twee maanden na de ingreep niet met het been dat we behandeld hebben in de zon. En ook niet onder de zonnebank. U kunt dan bruine verkleuringen op de huid krijgen die niet meer weggaan. Gebruik een goede zonnebrandcrème (SPF-factor 50).

Pijn

Meestal heeft u geen pijn na de ingreep. Als u toch pijn heeft, kunt u paracetamol nemen. Vier keer per dag twee tabletten van 500 mg. Dit kunt u een paar weken doen als dat nodig is. U kunt ook de elastische kous weer dragen om minder klachten te hebben.

Blijft u langer dan twee dagen de hele tijd pijn houden? Of wordt uw been rood of gezwollen? Neem dan contact met ons op.

Mogelijke problemen

Bij elke behandeling zijn bijwerkingen of complicaties mogelijk. Problemen die na deze behandeling het meest voorkomen, zijn:

  • Donkere verkleuring en harde bobbels of pijnlijke strengen op de plek waar de spataders zaten. Deze gaan meestal na een tijd vanzelf weer weg. De donkere verkleuring kan soms blijven. Mensen met een donkerdere huid hebben daar meer kans op.
  • Nieuwe, hele kleine verwijdingen van bloedvaatjes. Dit kan blijvend zijn.
  • Wondjes/korstjes op de huid omdat de lauromacrogol 400 (Aethoxysklerol®) irriteert.
  • Allergische reactie op de lauromacrogol 400 (Aethoxysklerol®). Dit komt bijna nooit voor.
  • De vorming van een bloedstolsel (trombose). Het gaat meestal om een oppervlakkige trombose. U merkt dat aan een pijnlijke streng in het gebied waar u behandeld bent. Heel soms komt een trombosebeen (diepe veneuze trombose) voor. Het been wordt daarbij rood en dik en de huid wordt strak en glanzend. Neem bij deze klachten contact op met uw huisarts of behandelaar.

Wanneer contact opnemen

  • Bij een nabloeding die niet stopt als u die twee keer vijftien minuten zonder los te laten afgedrukt heeft.
  • Bij koorts boven 39 graden Celsius.
  • Bij klachten die bij diep veneuze trombose passen: het been wordt rood en dik en de huid strak en glanzend.
  • Bij pijn die blijft en niet beter wordt als u pijnstillers neemt of de kous weer gaat dragen.

Bel bij problemen tijdens kantooruren met de polikliniek Dermatologie, T 088 753 1120. Buiten deze tijden kunt u voor dringende zaken contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 1753.

Resultaat

Vaak is niet direct zichtbaar wat de behandeling heeft gedaan. Dit kan een paar weken tot maanden duren. Meestal worden klachten door sclerocompressietherapie minder of gaan ze helemaal weg. Wel kunnen weer nieuwe spataders ontstaan. Ook kan het bloedvat na een tijd weer opengaan. Die kunnen we dan opnieuw op dezelfde manier behandelen.

Controle

Meestal is het niet nodig om voor controle terug te komen. Tenzij uw behandelaar anders laat weten. Neem dan uw steunkousen mee naar de afspraak.