Soa's

en eileiderontsteking

Soa’s en eileiderontsteking

Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) zijn infecties die door seksueel contact worden overgebracht. Een soa kan zorgen voor een eileiderontsteking. De eileiders zijn dan rood en gezwollen. Bij een eileiderontsteking onderzoekt de arts welke infectie voor de ontsteking zorgt. Dit kan een chlamydia-infectie zijn of een infectie met gonorroe. Maar ook een infectie met darmbacteriën of een andere infectie.

 

Na een eileiderontsteking is de kans op een zwangerschap soms minder groot. Ook heeft u meer kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. De meeste vrouwen zijn na een behandeling van een eileiderontsteking normaal vruchtbaar.

Klachten

Klachten bij een soa

De volgende klachten kunnen passen bij een soa:

  • andere of meer afscheiding uit de vagina dan anders
  • pijn bij het plassen of kleine beetjes moeten plassen
  • irritatie en jeuk van de vagina
  • pijn bij het vrijen
  • bloedverlies voor of na de ongesteldheid of na het vrijen
  • buikpijn en eventueel koorts
  • zweertjes, wratjes, blaasjes op de schaamlippen, rond de anus of de mond
  • keelklachten (na seks met uw mond)

Heeft u een of meer van deze klachten? Ga dan naar uw huisarts. Doe dit zeker als u bang bent een soa te hebben opgelopen na onveilige seks. Veel van deze klachten kunnen ook door iets anders komen.

Belangrijkste soa’s

Chlamydia

Bij een chlamydia-infectie nestelt een bacterie zich in de slijmvliezen van de geslachtsorganen. U kunt ook een infectie krijgen na anaal contact of als sperma in de keel of een oog komt.

Bij vrouwen zorgt een chlamydia-infectie voor een ontsteking van slijmvliezen. Meestal van de urinebuis of baarmoedermond. Vaak geeft een infectie met chlamydia geen klachten. Daardoor kunt u de infectie lange tijd hebben zonder dat u dit weet. Soms zijn er wel klachten, zoals:

  • meer of andere afscheiding dan anders
  • pijn bij het plassen
  • bloedverlies
  • bloedverlies na vrijen
  • pijn bij het vrijen
  • pijn in de onderbuik

Bij mannen zorgt chlamydia voor een ontsteking van de urinebuis. Meestal hebben zij hier klachten van. Bijvoorbeeld afscheiding uit de penis, pijn bij het plassen of vaker plassen dan normaal.

Een chlamydia-infectie kan zich via de baarmoedermond en de baarmoeder naar de eileiders verplaatsen en zorgen voor een eileiderontsteking.

Gonorroe

Gonorroe zorgt net als chlamydia voor een infectie van de slijmvliezen van de geslachtsorganen, urinebuis, anus, keel of ogen. Gonorroe komt veel minder vaak voor dan chlamydia. Vrouwen hebben niet altijd klachten. Als er wel klachten zijn, gaat dat vaak om vieze en veel afscheiding uit de vagina. Ook kunnen dezelfde klachten als bij chlamydia voorkomen. Mannen met deze infectie hebben vaak pusachtige afscheiding uit de penis.

Een infectie met gonorroe kan via de baarmoeder naar de eileiders verplaatsen en daar voor een eileiderontsteking zorgen. Bij een eileiderontsteking door gonorroe kunt u ziek zijn en koorts hebben. En pijn in de onderbuik hebben. Door een eileiderontsteking kunnen eileiders beschadigen of afgesloten raken.

Genitale wratten

Genitale wratten komen door het humaan papillomavirus (HPV). Het virus wordt meestal overgebracht door seksueel contact. Of door samen dezelfde washandjes of handdoeken te gebruiken. De wratten zitten meestal rond de schaamlippen, in de vagina, op de baarmoedermond of rond de anus. Bij de man op de penis, het scrotum en rond de anus.

Genitale wratten ontstaan een paar weken tot zelfs meer dan een jaar na infectie met het virus. Vaak zijn er eerst wat kleine wratjes. Die worden langzaam groter en breiden zich uit. De wratten doen geen pijn, maar jeuken soms. De klachten kunnen erger worden als u ongesteld of zwanger bent. De wratten zijn vaak moeilijk te ontdekken als ze heel klein zijn of in de vagina of plasbuis zitten. Ze kunnen na langere tijd vanzelf weggaan. Toch raden we aan ze te behandelen. Zo voorkomt u dat ze zich uitbreiden.

Genitale wratten hebben geen gevolgen voor uw gezondheid. Ze zorgen niet voor een eileiderontsteking. Ook heeft u niet meer kans op baarmoederhalskanker. Bij baarmoederhalskanker zien we ook vaak een infectie met HPV, maar dat is een ander soort HPV-infectie.

Trichomonas

Trichomonas is een eencellig organisme, groter dan een bacterie. Net als andere soa’s wordt trichomonas bij vrijen overgedragen. Ook bij lesbische vrouwen is overdracht mogelijk. Er ontstaat een ontsteking van de vagina, plasbuis of van beide.

Een infectie met trichomonas geeft vaak geen klachten. Soms duurt het jaren voordat klachten ontstaan. Een enkele keer pas na de overgang. Bij een ontsteking van de vagina heeft u vaak schuimende afscheiding die niet fijn ruikt. Ook kunnen de schaamlippen geïrriteerd en pijnlijk zijn. Daardoor kan ook het plassen pijn doen. Mannen kunnen afscheiding en irritatie bij de eikel en de voorhuid krijgen. Vaak hebben mannen geen klachten.

Een trichomonas-infectie zit alleen in de vagina, blaas of plasbuis en zorgt niet voor een eileiderontsteking.

Hepatitus B

Hepatitis B is een virusinfectie. De infectie is heel erg besmettelijk. Het virus is daarom makkelijk over te dragen aan anderen. Het virus zit in het bloed of in bijvoorbeeld sperma, vaginaal vocht en plas. U kunt de infectie krijgen door onveilig seksueel contact en door contact met bloed. Bijvoorbeeld door dezelfde tandenborstels, scheermesjes, nagelschaartjes of naalden (bij drugsgebruik) te gebruiken.

Twee van de drie mensen die een infectie met hepatitis B oplopen, merken hier niets van. Een op de drie mensen krijgt twee tot zes maanden na besmetting een leverontsteking. Klachten die daarbij veel voorkomen zijn moeheid, lusteloosheid, misselijkheid, buikpijn, jeuk en geelzucht. De plas is vaak donker en de poep licht van kleur. Meestal geneest de leverontsteking vanzelf.

Bij vijf tot tien procent van de mensen blijft het virus hun leven lang in het lichaam. U wordt dan drager genoemd. Veel mensen zijn hun leven lang drager zonder ooit klachten te krijgen. Sommigen krijgen een chronische leverontsteking. De lever kan daardoor slecht gaan werken en het kan heel soms zorgen voor leverkanker. Alle dragers zijn besmettelijk voor anderen.

Herpes genitalis

Herpes genitalis is herpes van de geslachtsorganen. Dit komt door een virus: het herpes-simplex-virus. Herpes is er in twee soorten. Type 1 geeft meestal herpesblaasjes op de lip (koortslip), minder vaak van de geslachtsorganen. Type 2 zorgt vooral voor klachten van de geslachtsorganen.

Na besmetting met het virus komen op de (schaam)lippen of voorhuid van de penis een of meer pijnlijke blaasjes. Na een tot vier weken gaan die weer uit zichzelf weg. U kunt gezwollen klieren hebben in de liezen en zich ziek voelen. Na een paar dagen gaan de blaasjes vaak over in pijnlijke wondjes.

Vrouwen en mannen die besmet zijn met het herpesvirus, blijven het virus meestal lang bij zich dragen. De blaasjes kunnen terugkomen. Dit gebeurt vaker bij een infectie met type 2 dan met type 1. Als de blaasjes terugkomen, zijn de klachten vaak minder erg. De pijnlijke blaasjes gaan dan ook sneller weg.

Syfilis

Syfilis komt door een bacterie die zich nestelt in de vagina, penis, mond of anus. Als we syfilis niet behandelen, kan de bacterie zich door het bloed verspreiden. Dat kan jaren later voor ernstige ziekten zorgen.

Twee weken tot drie maanden na besmetting ontstaan een of meer zweertjes op de schaamlippen. Zo’n zweertje is ongeveer een centimeter groot, voelt hard aan, maar doet meestal geen pijn. Het zweertje is moeilijk te zien als het in de vagina of anus zit. Of bij de man onder de penis. Ook zonder behandeling gaat het zweertje vanzelf binnen twee tot drie weken weg. De ziekte is dan niet over. De bacterie verspreidt zich via het bloed door het lichaam. U kunt zich daardoor ziek voelen en last hebben van hoofdpijn, moeheid, huiduitslag en een hogere temperatuur.

Zonder behandeling kunnen de ziektekiemen zich verspreiden in het lichaam. Jaren later kunt u dan klachten krijgen aan hersenen, ruggenmerg, hart, vaten en botten. Als we op tijd behandelen is dit gevaar er niet.

Hiv-infectie

Het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) is een virus dat de ziekte aids veroorzaakt. Het virus wordt overgedragen via onveilige seks en via bloedcontact. Bijvoorbeeld door dezelfde naalden te gebruiken bij drugsgebruik. Door besmetting met dit virus kunt u jaren later aids krijgen. Behandeling met medicijnen vertraagt deze ziekte meestal met vele jaren.

Als u besmet bent met hiv, heeft u meestal geen klachten. U kunt wat griepachtige klachten hebben en huiduitslag. Deze klachten gaan vanzelf weer weg. Pas na heel veel jaar verzwakt het afweersysteem. Soms pas na meer dan tien jaar. Door de ziekte aids ontstaan zwellingen aan de lymfklieren, infecties en vaak ook kwaadaardige aandoeningen.

Schaamluis (platjes)

Schaamluis is een besmetting met kleine luisjes. Die kunnen leven op alle plekken op het lichaam waar haar zit. Behalve in het hoofdhaar.

Heeft u seksueel contact met iemand met schaamluis? Dan ontstaat ongeveer twee weken na het contact jeuk in het schaamhaar. Meestal zitten de beestjes op het haar rond de geslachtsdelen. Ze kunnen ook in okselhaar, borsthaar en zelfs wenkbrauwen en wimpers zitten. De luisjes leven van menselijk bloed en laten bruine ontlasting vallen. Deze plekjes ziet u vaak in het ondergoed. Uw huid kan rood worden. De huid kan geïrriteerd en geïnfecteerd raken als u door de jeuk krabt.

Schurft (scabiës)

De schurftmijt veroorzaakt schurft. Het beestje is onder een microscoop goed te zien. De vrouwtjes graven gangetjes in de huid en leggen daar hun eitjes. Na drie tot vier dagen komen de eitjes uit. Schurft wordt overgebracht door intiem lichamelijk contact, waaronder seksueel contact. Schurft is ook over te dragen via beddengoed en kleren.

Ongeveer drie weken na infectie ontstaat jeuk over het hele lichaam. In bed wordt de jeuk erger. De gangetjes zijn vooral te zien op de pols, tussen de vingers, in de knieholten en onder de borsten. Op de geslachtsorganen kunnen kleine roodpaarse bultjes ontstaan. Krabben helpt niet en kan de huid beschadigen.

Een schimmelinfectie (candida) en bacteriële vaginose zijn niet via seksueel contact over te dragen. Bacteriële vaginose is afscheiding waarbij we vaak de bacterie gardnerella vinden.

Klachten bij een eileiderontsteking

  • algemeen ziek zijn
  • pijn in de onderbuik
  • soms ook pijn rechts in de bovenbuik
  • pijn bij plassen
  • koorts
  • soms darmklachten

Een eileiderontsteking kan ook sluimerend verlopen, zonder klachten.

Oorzaken

Iedereen die seksueel contact heeft met iemand die een soa heeft, kan een soa krijgen. Dit kan gebeuren als u vrijt zonder condoom, als een condoom scheurt of als u op een andere manier onveilig seksueel contact heeft. Een soa is bijvoorbeeld ook over te brengen via seksueel contact via de mond, door anale contacten of via sperma, speeksel, bloed en vaginale afscheiding. Sommige soa’s zijn via huidcontact over te dragen. Ook in lesbische relaties komen soa’s voor.

Eileiderontsteking

Een eileiderontsteking ontstaat door een infectie met een bacterie. Die verplaatst zich vanuit de vagina via de baarmoedermond en de baarmoeder naar de eileiders. De eileiders zijn dan rood en gezwollen. Soms breidt de ontsteking zich uit rond de eileiders in de buikholte. Organen in de buurt van de eileiders kunnen dan ook betrokken raken, zoals de eierstokken, blinde darm, blaas en darmen.

Soms komt een eileiderontsteking door een soa. Meestal door chlamydia, soms ook door gonorroe. Darmbacteriën zijn onschuldig zolang ze in de darm blijven. Toch kunnen ook darmbacteriën een eileiderontsteking veroorzaken.

Voorkomen

Veilig vrijen is belangrijk om een soa te voorkomen. Seks is veilig als u en uw partner geen seksuele contacten met anderen hebben en hebben gehad. Anders betekent veilige seks een condoom gebruiken. In lesbische relaties gebruikt u een beflapje om te voorkomen dat vocht uit de vagina overgedragen wordt.

Gebruik condooms van een betrouwbaar merk. De drogist of apotheek kan u advies geven. Gebruik elke keer dat u vrijt een nieuw condoom. Wilt u ook glijmiddel gebruiken? Gebruik dan alleen een wateroplosbaar glijmiddel. Vet van zalven of crèmes kan het condoom aantasten.

Veilig vrijen is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Niet alle mannen gebruiken uit zichzelf een condoom. Vrouwen denken soms dat ze geen risico lopen. En door alcohol of drugs kunt u vergeten veilig te vrijen. Bedenk voor uzelf wat veilig vrijen voor u moeilijk kan maken. Bespreek dat gerust met uw arts of verpleegkundige.

Advies

Partner(s) waarschuwen

Heeft u een soa en seksueel contact gehad zonder condoom? Dan is de kans groot dat uw partner de soa ook heeft. Als we die niet behandelen, kan die de soa weer aan u teruggeven of aan iemand anders doorgeven. De vraag is ook of u de soa heeft opgelopen in een andere of eerdere relatie. Soa’s geven vaak geen klachten. Het kan dus dat die persoon niet weet dat hij of zij de soa heeft. Het is belangrijk dat hij of zij dit wel weet, om de ziekte niet verder door te geven.

Vindt u het lastig dit te bespreken? Dan kan een sociaalverpleegkundige van de GGD u hierbij helpen. Deze verpleegkundige denkt mee over oplossingen. Zo kunt u een waarschuwingsstrook krijgen om per post op te sturen. De verpleegkundige kan ook contact opnemen met uw partner(s) zonder daarbij uw naam te noemen.

Onderzoek

Heeft u onveilige seks gehad? Bespreek met uw huisarts of het nodig is om onderzoek te doen naar een soa. Wilt u liever anoniem onderzocht en behandeld worden? Dan kan vaak bij de GGD. Sommige ziekenhuizen hebben ook een polikliniek waar u anoniem en gratis terecht kunt. Kijk voor adressen bij u in de buurt op de website www.soaaids.nl of www.ggd.nl.

Alle infecties zijn aan te tonen of uit te sluiten met een kweek of bloedonderzoek. Sommige soa’s zijn pas na langere tijd in het bloed aan te tonen. Een syfilis en hiv-infectie bijvoorbeeld.

Chlamydia

Een kweek van de baarmoedermond kan aantonen of u een chlamydia-infectie heeft. Het duurt een paar dagen tot een week voor de uitslag bekend is. Ook een kweek van de urinebuis of urineonderzoek is mogelijk. Soms vinden we bij bloedonderzoek omdat u zwanger wilt worden aanwijzingen voor een chlamydia-infectie die u eerder heeft gehad. Maar ook luchtweginfecties met een andere soort chlamydia-bacterie kunnen die bloeduitslag geven.

Gonorroe

Een kweek van de baarmoedermond of urinebuis of allebei laat zien of u een gonorroe-infectie heeft. Het duurt een paar dagen tot een week voor de uitslag bekend is.

Genitale wratten

De wratten zitten meestal rond de schaamlippen, in de vagina, op de baarmoedermond of rond de anus. Bij de man op de penis, het scrotum en rond de anus. Als de wratten heel klein zijn of in de vagina of de plasbuis zitten, zijn ze vaak moeilijk te ontdekken.

Trichomonas

Trichomonas is meestal gemakkelijk onder de microscoop te zien. Soms vinden we trichomonas bij onderzoek van de urine of bij een uitstrijkje naar baarmoederhalskanker. Ook een kweek van de vagina of de urine kan trichomonas aantonen.

Hepatitus B

We doen bloedonderzoek om te kijken of u een hepatitis B-infectie heeft.

Herpes genitalis

Meestal weten we door uw klachten dat u een herpesinfectie heeft. We kunnen vocht uit de blaasjes onderzoeken om duidelijk te maken om welke infectie het gaat. Dat onderzoek kan niet meer goed als er al korstjes op de wondjes zitten. Via bloedonderzoek kunnen we dan nog zien of u een herpesinfectie heeft gehad. Uitslagen zijn vaak pas na een of twee weken bekend.

Syfilis

Met bloedonderzoek kunnen we kijken of u een syfilis-infectie heeft. We kunnen een infectie in het bloed soms pas na drie maanden aantonen. Bent u misschien pas kort geleden besmet met syfilis? Doe het bloedonderzoek na drie maanden dan nog een keer.

Hiv-infectie

Om te kijken of u een hiv-infectie heeft, doen we bloedonderzoek. We kunnen pas drie tot zes maanden na besmetting met zekerheid aangeven of u de infectie heeft opgelopen. Als uit de test blijkt dat u de infectie heeft, controleren we dat altijd ook met andere testen. Pas dan weet u het zeker.

Schaamluis (platjes)

De luis zelf of de eitjes (neten) zitten vast aan de haren. Vaak kunt u ze zelf met een vergrootglas zien.

Schurft (scabiës)

De arts onderzoekt of er schurftmijt op de huid zit en doet onderzoek onder de microscoop.

Laat u zich onderzoeken na een vervelende seksuele ervaring? Bijvoorbeeld omdat u gedwongen bent tot seks? Laat dit dan weten aan de arts. Die kan samen met u kijken of andere hulp nodig is. Bijvoorbeeld om wat gebeurt is emotioneel te verwerken. Of om te onderzoeken of u niet ook ongewenst zwanger bent.

Onderzoek bij eileiderontsteking

  • Als we denken aan een eileiderontsteking, doen we meestal onderzoek van de buik en in de buik. Ook kijken we of u koorts heeft. We kunnen verder bloedonderzoek en urineonderzoek doen.
  • Vaak maakt de gynaecoloog een echo. Onderzoek van de buik kan uitwijzen of het buikvlies geïrriteerd is door een ontsteking. En of er geen andere reden is dat u buikpijn heeft.
  • Met een spreider of eendenbek kan de arts kweken afnemen. Dit onderzoek kan door de ontsteking pijn doen. Kweken onderzoeken we in het laboratorium. We kunnen zien of er chlamydia, gonorroe of andere bacteriën inzitten die voor een eileiderontsteking kunnen zorgen.
  • Voor onderzoek in uw buik gaat uw arts met twee vingers in uw vagina. De andere hand legt hij of zij op uw buik. Zo voelt uw arts uw baarmoeder en eierstokken. Als u een eileiderontsteking heeft, doet dit onderzoek vaak erg veel pijn. Toch is het nodig om te weten of u echt een eileiderontsteking heeft.
  • Bij bloedonderzoek zoeken we naar aanwijzingen voor een ontsteking. Bijvoorbeeld of u meer witte bloedcellen heeft of een verhoogde bezinking.
  • Soms doen we een zwangerschapstest van de urine. Zo weten we zeker dat we geen buitenbaarmoederlijke zwangerschap over het hoofd zien.

Als deze onderzoeken geen zekerheid geven, adviseren we een kijkoperatie (diagnostische laparoscopie). Bij deze operatie onderzoeken we onder narcose de baarmoeder en eileiders.

Behandeling

Bij chlamydia

Chlamydia is goed te behandelen met een antibioticum. Dat kan een kuur van een dag zijn, voor een week of voor tien dagen. Maak de kuur af. Bent u zwanger? Dan kunt u de chlamydia-infectie tijdens de bevalling overdragen aan uw kind als die niet behandeld wordt. Uw kind kan dan een oogontsteking of longontsteking krijgen. Met een behandeling tijdens de zwangerschap met een antibioticum voorkomt u dat. Dit antibioticum is veilig voor uw kind.

Bij gonorroe

Een infectie met gonorroe is goed te behandelen met een antibioticum. Dat kan een kuur van één, drie of zeven dagen zijn. Maak de kuur af. Zijn de klachten na de behandeling niet weg? Ga dan terug naar uw arts. Misschien heeft u ook een chlamydia-infectie of reageert de gonorroe niet op het antibioticum.

Bent u zwanger? Dan kunt u de gonorroe-infectie tijdens de bevalling overdragen aan uw kind als die niet behandeld wordt. Uw kind kan dan een oogontsteking krijgen. Met een behandeling tijdens de zwangerschap met een antibioticum voorkomt u dat. Dit antibioticum is veilig voor uw kind.

Bij genitale wratten

Soms kunt u de wratten aanstippen of een zalf aanbrengen. Dat kan als u niet te veel en niet te grote wratten heeft en ze niet in de vagina zitten. De arts kan ze ook bevriezen of aanstippen. Bij veel of heel grote wratten adviseert de gynaecoloog vaak om de wratten onder narcose of met een ruggenprik te behandelen. We verschroeien ze dan elektrisch of met laser. Vaak lukt het niet alle wratten in één keer weg te halen. Of komen ze snel terug. Dan is een tweede, een derde en soms zelfs een vierde behandeling nodig. Het virus zit vaak jaren in het lichaam. De wratten kunnen daardoor ook na langere tijd terugkomen.

Bent u zwanger? Tijdens de zwangerschap kunnen de wratten groeien. Na de bevalling worden ze weer kleiner. Bespreek met de huisarts of gynaecoloog of het slim is de wratten tijdens uw zwangerschap te behandelen. Medicijnen om de wratten aan te stippen gebruiken we tijdens de zwangerschap liever niet. Ze kunnen schadelijk zijn voor uw ongeboren kind. Bevriezen of verschroeien kan geen kwaad. Genitale wratten worden tijdens de bevalling bijna nooit overgedragen aan het kind.

Bij trichomonas

Behandeling van Trichomonas is makkelijk. U krijgt een keer tabletten om de infectie te verhelpen. Gebruik op de dag van de behandeling geen alcohol. U kunt dan misselijk worden.

Bent u zwanger? Behandeling tijdens de zwangerschap kan geen kwaad. Het advies is wel om de behandeling pas te doen na de eerste drie tot vier maanden van uw zwangerschap. Als alle organen van uw kind zijn aangelegd.

Bij hepatitus B

Een behandeling voor een hepatitis B-infectie is er niet. Bij een chronische leverontsteking kunnen we u soms wel behandelen met medicijnen.

Bent u zwanger? Aan het begin van een zwangerschap onderzoeken we het bloed bij iedereen op het hepatitis B-virus. Als u het virus bij u draagt, kan uw kind tijdens de bevalling besmet worden. Daarom krijgt het vanaf de geboorte injecties om een leverontsteking te voorkomen. Het heeft verder geen gevolgen voor de zwangerschap of bevalling.

Bij herpes genitalis

U krijgt de eerste keer dat er blaasjes zijn en als de blaasjes terugkomen vijf dagen tabletten. Het virus gaat daarmee niet uit uw lichaam. Wel heeft u door de medicijnen minder en minder lang last van de klachten. Heeft u veel pijn bij het plassen? Dan kunt u plassen in een zitbadje met lauwwarm water. Of uw plas tijdens het plassen verdunnen met water uit een fles. Ook kan de arts u crème voorschrijven die zorgt voor minder pijn.

Bent u zwanger? En heeft u vlak voor de bevalling voor het eerst een herpes genitalis-infectie? Dan kiezen we vaak voor een keizersnee. Zo voorkomen we dat uw kind tijdens de bevalling met herpes besmet raakt. Dat hoeft niet als u al eerder een infectie heeft gehad. De kans om uw kind te besmetten is dan heel klein. Heeft u, uw partner of de kraamvisite een koortslip? Zoen uw kind dan niet zolang het nog geen twee maanden oud is.

Bij syfilis

Syfilis behandelen we met een antibioticum, meestal via injecties. Na de behandeling controleren we uw bloed nog een paar keer om te zien of de infectie goed genezen is.

Bent u zwanger? Bij iedereen die zwanger is, onderzoeken we het bloed aan het begin van de zwangerschap op syfilis. Als we u vroeg in de zwangerschap behandelen, zijn er geen gevaren voor het kind. Als we de ziekte niet ontdekken, kan het kind in de baarmoeder overlijden of ernstig ziek geboren worden. Daarom krijgt u altijd het advies u te laten testen.

Bij een hiv-infectie

Hiv-infecties kunnen we niet genezen. Wel kunnen we met de behandeling zorgen dat u nog geen aids krijgt. De behandeling is intensief. U krijgt verschillende soorten pillen die u heel precies een aantal keer per dag moet innemen.

Bent u zwanger? De verloskundige kan u meer vertellen over hiv en zwangerschap. Meer informatie over hiv en zwangerschap vindt u ook op de website van het RIVM.

Bij schaamluis (platjes)

Wassen met water en zeep helpt niet tegen schaamluis. De apotheek heeft goede middelen tegen luis. U heeft hier geen recept voor nodig. Was de kleren en het beddengoed op minimaal 60 °C en lucht uw matras en kussen.

Bij schurft (scabiës)

Schurft behandelen we met een smeersel, crème of gel. U moet uw hele lichaam insmeren. Was kleren, handdoeken en beddengoed op minimaal 60 °C. Lucht uw matras en kussen. De mensen om u heen moeten zich ook laten behandelen.

Bij een eileiderontsteking

Bij een eileiderontsteking behandelen we u thuis of in het ziekenhuis. Dat ligt aan hoe ziek u bent en welke verzorging u thuis heeft. U krijgt antibiotica die chlamydia, gonorroe en darmbacteriën bestrijden. Bent u erg ziek en misselijk? Dan krijgt u vaak de eerste dagen in het ziekenhuis een infuus met antibiotica. Na een paar dagen behandelen we u verder met tabletten.

Pas na een aantal dagen weten we welke bacteriën zorgen voor de eileiderontsteking. Soms blijkt dan dat u beter een ander antibioticum kunt krijgen. Meestal gaan uw klachten snel weg en voelt u zich na een paar dagen alweer een stuk beter. Het is het belangrijk de hele kuur af te maken, ook als u zich weer goed voelt.

Bij een eileiderontsteking schrijven we meestal rust voor. Zo voorkomen we dat de ontsteking zich verder uitbreidt. Bij een ernstige ontsteking betekent dit vaak bedrust. Bij een minder ernstige ontsteking of als u zich weer beter voelt, hoeft dat niet. De arts geeft u hier informatie over. Het is beter om geen seks te hebben zolang de ontsteking nog niet helemaal is genezen.

Na een eileiderontsteking

Zwanger worden

Veel vrouwen vragen zich af of ze hun eileiders na een eileiderontsteking moeten laten controleren. Dit is niet nodig. Een onderzoek van de eileiders is pijnlijk. Ook is er altijd een kleine kans dat door het onderzoek een nieuwe eileiderontsteking ontstaat. De kans is ook groot dat u gewoon zwanger kunt worden.

De kans om niet spontaan zwanger te worden na een eileiderontsteking is 12 tot 15 procent. Dan is ivf een optie om alsnog zwanger te raken. Is het na een jaar waarin u regelmatig vrijt niet gelukt zwanger te worden? Neem dan contact op met de huisarts. Die verwijst u dan naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Na een eileiderontsteking lukt het 85 tot 88 procent van de vrouwen om spontaan zwanger te worden. Wel is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap groter. Door beschadiging van de eileider nestelt de vrucht zich dan in de eileider.

De normale kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is 1 op de 250. Na een eileiderontsteking is die kans ongeveer 1 op de 40. Dat betekent nog steeds dat het grootste deel van de vrouwen gewoon een zwangerschap in de baarmoeder heeft. Wel raden we aan een echo te laten maken als u zo’n twee tot drie weken over tijd bent. We kunnen dan zien of de zwangerschap in of buiten de baarmoeder zit.

 

Deze tekst is tot stand gekomen met dank aan de Nederlandsen Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).