Spataderoperatie

Crossectomie (met of zonder strippen) en perforantectomie

Spataderoperatie

Bij een spataderoperatie halen we spataders weg of binden we ze dicht. Soms combineren we dit. De behandeling gebeurt onder volledige narcose of met een ruggenprik. We kunnen beide benen tegelijk opereren.

 

Voorbereiding

  • Via een vaatonderzoek (duplexonderzoek) kunnen we de spataderen opsporen. Dit onderzoek werkt met geluidsgolven, zoals bij een echografie. Direct daarna kunt u met de chirurg of dermatoloog bespreken welke behandeling bij u nodig is.
  • De spataderoperatie gebeurt onder volledige narcose of met een ruggenprik. Voor de operatie kijken we of uw lichaam de operatie aankan. Ook krijgt u informatie over de narcose of ruggenprik.
  • Als dat nodig is, doen we eerst extra onderzoek. Bijvoorbeeld een hartfilmpje (ECG) of longfoto. Ook vragen we u welke medicijnen u gebruikt.

Dag van de operatie

  • Smeer op de dag van de operatie geen crème of bodylotion op uw benen.

Behandeling

De arts kan verschillende soorten spataderoperaties doen. Soms combineren we ze. De arts heeft met u besproken welke operatie u krijgt.

Crossectomie

Bij een crossectomie wordt de ader afgebonden via een sneetje in de lies of knieholte. We snijden de verbinding van de stamader met de diepe ader door en binden alle zijtakken af.

Strippen

Bij strippen brengen we een draad in de stamader in. Ter hoogte van de knie maken we een snee. Via die snee sporen we de draad op. We plaatsen er dan een soort dop op. Daarna trekken we de draad weer naar boven terug. Zo trekken we de hele ader binnenstebuiten mee en halen we die weg uit het been.

Afbinden

Afbinden van verbindingsaderen

  • Op het vaatlab tekenen we met een stift op de huid waar de verbindingsaderen zitten.
  • We zoeken de aderen via een klein sneetje op en binden ze af.

De medische term van deze ingreep is perforantectomie.

Afbinden van kleine, oppervlakkige spataderen

  • In de voorbereidingskamer van de operatiekamer tekenen we op de huid waar deze aderen zitten.
  • We zoeken de aderen via een klein sneetje op en binden ze af.

Na de behandeling

  • U mag de dag van de behandeling weer naar huis. Vraag iemand om u naar huis te kunnen brengen.
  • Na de operatie heeft u een drukverband om het been. Dit mag u zelf de volgende dag weghalen.
  • U mag kort en niet te warm douchen zodra het drukverband eraf is. Dep uw wond na het douchen droog met een schone handdoek.
  • De pleisters op de wondjes mogen zeven dagen blijven zitten. Daarna kunt u de pleisters eraf halen. Als de pleisters eerder losraken is dit geen probleem. Gebruik alleen een schone pleister als de wond nog nalekt. Laat de huid dan eerst twee minuten aan de lucht drogen voordat u die opplakt. Bij het strippen en afbinden gebruiken we oplosbare hechtingen.

Pijnstillers

U heeft ongeveer één week last van een stijf gevoel aan de binnenkant van uw bovenbeen. Voor de genezing helpt het om voldoende pijnstillers te nemen. We spreken met u af wanneer en hoeveel pijnstillers u mag nemen. Dat ligt aan de behandeling die u heeft gehad. Als dat nodig is, geven we u daarvoor een recept mee.

Weer thuis

  • U mag langzaamaan weer alles gaan doen. Zolang u maar zorgt dat uw klachten niet meer worden. U mag uw benen normaal bewegen. Hoe meer u beweegt, hoe beter de behandelde spatader zal genezen. Ook is de kans op trombose dan minder. Wandelen mag, wat lukt.
  • Na één week kunt u gewone (huishoudelijke) activiteiten meestal gewoon weer doen. Zodra u zonder problemen kunt bewegen, mag u weer fietsen en autorijden.
  • Als u gewend was om te sporten, kunt u dat meestal na een week weer proberen. Let goed op wat uw lichaam aangeeft. Voer het sporten langzaam op.
  • Na twee weken, als de wond helemaal genezen is, mag u weer zwemmen, in bad gaan en naar de sauna.

Mogelijke problemen

Elke ingreep kan complicaties met zich meebrengen. Ook deze behandeling.

  • Achtergebleven oppervlakkige aderen kunnen gaan ontsteken (thromboflebitis). Dit is een hinderlijke en pijnlijke ontsteking. Het gebied van de ontstoken ader wordt rood. Dit is geen trombose. Het is een onschuldig probleem dat vanzelf over gaat.
  • Na een crossectomie met strippen is het normaal dat er bloeduitstortingen ontstaan. Een enkele keer wordt een bloeduitstorting te groot, waardoor die meer last geeft. De bloeduitstorting trekt na twee tot vier weken weg.
  • Er is een kans van minder dan 0,2 procent dat een zenuw beschadigt die heel erg dicht langs de zichtbare aderen loopt. Dat kan zorgen dat u daar geen gevoel heeft of pijn voelt. De pijn gaat meestal binnen enkele maanden weg. Het gevoel komt na vijf tot negen maanden meestal weer (grotendeels) terug.
  • Vooral op de plek van het litteken in de lies kan de wond gaan infecteren. Goede hygiëne is daarom erg belangrijk.

Wanneer bellen

Neemt u contact met ons op bij:

  • erge pijn die niet weggaat als u pijnstillers neemt
  • infectie: de wond is gezwollen, rood en warm, gaat open en/of er komt wondvocht uit
  • temperatuur hoger dan 38,5 °C kort na de operatie

Buiten kantooruren neemt u contact op met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 15 60.