Therapeutische hysteroscopie
We kunnen met een therapeutische hysteroscopie bijvoorbeeld:
- poliepen of vleesbomen weghalen
- slijmvlies van de baarmoeder behandelen
- verklevingen in de baarmoeder behandelen
- een tussenschot in de baarmoeder weghalen
- een spiraaltje weghalen
Bij een therapeutische hysteroscopie doen we dus via de kijkbuis direct een behandeling. Dat is anders bij een diagnostische hysteroscopie. Daarbij wordt vooral gekeken of er afwijkingen zijn. En kunnen we eventueel kleine ingrepen doen.
Voorbereiding
Moment van de behandeling
- De hysteroscopie doen we het liefst als u niet ongesteld bent. Bloedverlies is geen probleem als we u gaan behandelen omdat u erg veel last van bloedverlies heeft.
- Heeft u een kinderwens? Dan doen we de behandeling in de eerste helft van de cyclus. Dus voor de eisprong. Zo weten we zeker dat u niet zwanger bent tijdens de behandeling.
Medicijnen
- Krijgt u een hysteroscopie om baarmoederslijmvlies te behandelen? Dan adviseren we soms eerst antihormonen te nemen. Dit zijn medicijnen die de periode na de laatste ongesteldheid (postmenopauze) nabootsen. De eierstokken maken daardoor even geen hormonen meer. Zo wordt het baarmoederslijmvlies dunner. Het is dan makkelijker te behandelen.
- De medicijnen hebben meestal bijwerkingen. U kunt last krijgen van opvliegers en zweten, vooral ‘s nachts. Ook kan de vagina droger aanvoelen.
- Na de operatie kunt u met de medicijnen stoppen. De eierstokken gaan dan weer gewoon werken. De bijwerkingen gaan snel weg. Ook krijgt u weer maandelijkse bloedingen. Die kunnen minder heftig zijn dan voor de operatie. Soms blijft de ongesteldheid helemaal weg.
Tegelijk een laparoscopie
Bij grotere hysteroscopische operaties gebruiken we soms ook een laparoscoop om in de buikholte te kijken. Dit is net als de hysteroscoop een kijkbuis. Alleen brengen we de laparoscoop in via een sneetje in de buik. We doen dat bijvoorbeeld als we vleesbomen weghalen of bij ernstige verklevingen in de baarmoeder. Zo kunnen we goed zie of we met de hysteroscoop geen gaatje in de wand van de baarmoeder maken. De gynaecoloog bespreekt meestal vooraf of we ook een laparoscopie doen. Soms blijkt pas tijdens de operatie dat we dat moeten doen.
Ruggenprik of narcose
We doen de therapeutische hysteroscopie onder volledige verdoving (narcose) of met een ruggenprik. Bij een ruggenprik bent u wakker en kunt u de operatie eventueel volgen op het scherm. De gynaecoloog vertelt u meer over de soorten verdoving en geeft advies. Soms is ook een plaatselijke verdoving mogelijk. Doen we tegelijk met de hysteroscopie een laparoscopie? Dan kiezen we altijd voor een volledige verdoving.
Onderzoek voor de operatie
Bij een ruggenprik en bij een volledige verdoving kijken we vooraf of dit zonder risico kan bij u. We stellen daarvoor vragen over uw gezondheid. Soms doen we bloedonderzoek of lichamelijk onderzoek. En soms is extra onderzoek nodig, zoals een ECG (hartfilmpje).
Behandeling
Voor kleine ingrepen wordt u meestal voor een dag opgenomen in het ziekenhuis. Voor grotere operaties moet u soms langer in het ziekenhuis blijven.
- Bij de therapeutische hysteroscopie bekijken we de binnenkant van de baarmoeder met een kijkbuis (hysteroscoop). We brengen die via de vagina in.
- De hysteroscoop is een holle buis, met een doorsnee van zes tot tien millimeter. Daardoor brengen we vocht en instrumenten in de baarmoederholte. Denk aan tangetjes, schaartjes of kleine lisjes die elektrisch verhit worden.
- De hysteroscoop wordt aangesloten op een camera. Op een scherm zien we de binnenkant van de baarmoeder. Zo is goed te volgen hoe de operatie gaat.
Kleine operaties
Poliep of kleine vleesboom weghalen
Dunne verklevingen doorknippen
Spiraal weghalen
Grotere operaties
Vleesbomen weghalen
- aan het buitenoppervlak van de baarmoeder
- in de spierwand van de baarmoeder
- aan de binnenkant van de baarmoeder, waarbij ze uitpuilen in de baarmoederholte
Een vleesboom in de baarmoeder kan zorgen voor problemen met de ongesteldheid. We kunnen alleen vleesbomen die uitpuilen in de baarmoederholte hysteroscopisch opereren.
De operatie wordt moelijker en zwaarder als de vleesboom dieper in de spierwand zit. De behandeling lukt dan vaak niet in één keer. We kunnen de vleesboom voor een deel weeghalen. In een tweede operatie halen we de rest weg. Dat moeten we zo doen omdat tijdens de operatie een wond ontstaat. Hierin staan bloedvaten open. Het vocht waarmee we de baarmoederholte vullen, gaat voor een deel via deze vaten de bloedbaan in. Bij een bepaalde hoeveelheid vocht moeten we stoppen met de operatie. Anders zou het hart te veel vocht moeten rondpompen.
Bij de operatie kunt u ook veel bloed verliezen. Het gebeurt bijna nooit dat hiervoor een bloedtransfusie nodig is.
Na de operatie krijgt u een ballonkatheter in de baarmoeder. Het ballonnetje is gevuld met vocht. Het drukt bloedende vaatjes aan de binnenkant van de baarmoeder dicht. Dit kan een gevoel van kramp in de onderbuik geven. De katheter komt via de vagina naar buiten. Uit de opening kan bloed komen. De katheter zit niet in de blaas. U kunt dus gewoon plassen. Meestal wordt de katheter na een dag weggehaald.
Tussenschot in de baarmoeder weghalen
Ernstige verklevingen behandelen
Baarmoederslijmvlies behandelen
Als u erg heftig ongesteld bent, kunnen we besluiten het slijmvlies aan de binnenwand van de baarmoeder te behandelen. We kunnen dat weghalen of vernietigen. We doen dat vaak pas als andere behandelingen niet genoeg helpen. Of als die niet kunnen. We kunnen het slijmvlies op drie manieren behandelen.
De ballonbehandeling
De rollerbolmethode
De endometriumresectie
Na de behandeling
Pijn
Bloedverlies
Afscheiding
Hormonen nemen
Spiraaltje
Vrijen
Hechtingen
Herstel
Na behandeling baarmoederslijmvlies
Controle
Na een aantal weken krijgt u een afspraak op de polikliniek. U kunt dan het resultaat van de behandeling bespreken.
Mogelijke problemen
Zoals bij iedere operatie kunnen ook bij de therapeutische hysteroscopie problemen zijn. Die zijn gelukkig zeldzaam.
Heel veel bloedverlies
Gaatje in wand van de baarmoeder
Soms kijken we met een laparoscopie (kijkoperatie via een snee in de buik) hoe groot het gat is. In andere gevallen kan een buikoperatie via een bikinisnee nodig zijn om het bloeden te stoppen.
Als een gaatje ontstaat, moeten we meestal stoppen met de operatie. Ook als die nog niet klaar is. Dat betekent dat later een tweede operatie nodig is. Heel soms kan ook de darm of blaas beschadigd raken. U moet dan langer in het ziekenhuis blijven.
Ontsteking of infectie
Overgevoeligheid
Klachten die passen bij overgevoeligheid zijn duizeligheid, hartkloppingen of een ziek gevoel. Soms krijgt u pas klachten als u weer thuis bent. Neem dan contact op met het ziekenhuis.
Te veel vocht in bloedbaan
Verklevingen in de baarmoeder
Deze tekst is tot stand gekomen met dank aan de Nederlandsen Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).