Totaalruptuur

bij bevalling

Totaalruptuur bij bevalling

Tijdens de bevalling gaat de baby langs de bekkenbodem. Deze spierlaag wordt daarbij flink opgerekt. Huid en slijmvliezen kunnen daardoor beschadigen. Soms tot ver in de spierlaag van de anus of zelfs door de anus heen. We spreken dan van een totaalruptuur van de anale kringspieren.

 

Een totaalruptuur moeten we altijd meteen herstellen met een operatie. Daarbij hechten we de spierscheur. Meestal kunt u daar weer helemaal van herstellen.

Klachten

De klachten na een totaalruptuur kunnen direct na de bevalling ontstaan, maar soms ook lang daarna. Deze klachten komen het meest voor:

  • moeite om de poep op te houden als u naar de wc moet
  • verlies van poep
  • verlies van windjes
  • gevoel van verzakking
  • verlies van urine
  • pijn bij het vrijen
  • pijn in bekkenbodem bij lang staan of zitten

Oorzaken

Tijdens het persen bij de bevalling komt er veel druk op uw bekken en bekkenbodem. De bodem van het bekken bestaat uit steun- en spierweefsel. Deze spieren liggen in de bekkenuitgang. Door deze spier lopen drie uitgangen: aan de achterkant de anus, tussenin de vagina en aan de voorkant de plasbuis. De bekkenbodemspier ondersteunt de bekkenorganen, zoals de blaas, vagina, baarmoeder en darmen.

Ook de anale kringspieren zijn onderdeel van de bekkenbodem. De anale kringspier bestaat uit een inwendige en uitwendige kringspier.

Inwendige kringspier

De inwendige kringspier is bijna de hele tijd aangespannen. De inwendige kringspier ontspant zich pas als de endeldarm zich vult met poep. U heeft zelf geen invloed op de inwendige kringspier. U kunt deze spier dus niet bewust aanspannen of ontspannen.

Uitwendige kringspier

De uitwendige kringspier zorgt ervoor dat u uw poep kunt ophouden tot er een wc in de buurt is. De uitwendige kringspier is normaal gesproken ontspannen. De spier spant aan als de endeldarm vol raakt met poep en de inwendige kringspier ontspant. Zo houdt u de poep op. Als u naar de wc gaat, ontspant de uitwendige sluitspier. De poep komt naar buiten. U kunt deze kringspier dus zelf bewust aanspannen om poep op te houden en ontspannen als u op de wc zit.

Deze kringspieren kunnen bij de bevalling beschadigd raken. Dan spreken we van een totaalruptuur. De kans op een totaalruptuur is groter bij:

  • een hoog geboortegewicht van de baby
  • lange tijd persen
  • kunstverlossingen (tang, vacuümpomp)

Een ‘knip’ kan een totaalruptuur niet voorkomen.

Behandeling

Hechten

Een totaalruptuur moet altijd worden gehecht. Dit gebeurt meestal op de operatiekamer. Onder volledige verdoving of met een ruggenprik. Heeft u tijdens de bevalling al een ruggenprik gehad? Dan kunnen we ook op de verloskamer hechten. We hechten de scheur in de kringspier met oplosbare hechtingen. De meeste mensen kunnen de dag na de bevalling weer naar huis.

Vaak duurt het zes weken tot drie maanden voordat alle hechtingen zijn opgelost. We kunnen de huid tussen de vagina en anus onderhuids of door de huid heen hechten. Hiervoor gebruiken we een dun draadje. Zo heeft u zo min mogelijk pijn. De huidhechting lost in ongeveer drie weken op. Blijft u last van pijn houden? Dan kan de gynaecoloog of verloskundige deze hechtingen na een paar dagen weghalen.

Medicijnen

Pijnstilling

  • Een totaalruptuur kan de eerste dagen na het hechten pijnlijk zijn. Meestal helpt paracetamol genoeg.
  • De eerste 24 uur na de bevalling kan een zetpil diclofenac erg goed helpen om de pijn te verminderen. Een zetpil mag niet als de inwendige kringspier is gescheurd. Dan kunt u een tablet slikken. U kunt diclofenac veilig gebruiken als u borstvoeding geeft.
  • Bij borstvoeding worden sommige andere pijnstillers afgeraden. Uw (huis)arts kan hierover advies geven.

Zachtere ontlasting

De gynaecoloog schrijft medicijnen voor om te zorgen dat het naar de wc gaan makkelijker gaat. Deze medicijnen maken de poep zachter. U haalt het recept zelf op bij de apotheek. Probeer de poep vanzelf te laten komen door goed te ontspannen. Pers eventueel voorzichtig mee.

Bekkenfysiotherapeut

Bekkenbodemoefeningen kunnen helpen om de spieren van de bekkenbodem weer steviger te maken. U kunt hiermee beginnen als de wond (bijna) geen pijn meer doet. Dit is ongeveer na twee tot zes weken. Een bekkenfysiotherapeut kan daarbij begeleiden. U kunt daar zonder verwijzing een afspraak maken. Via oefeningen en voorlichting krijgt u weer controle over uw bekkenbodemspieren. Lees meer over bekkenfysiotherapie.

Zelf oefeningen doen

De bekkenbodemspieren kunt u ook zelf oefenen zodra u weer wat gevoel terugkrijgt. U spant de juiste spieren aan door te doen of u een plas ophoudt, een windje tegenhoudt of de vagina ‘sluit’. Probeer dit rustig uit. Bouw de oefening langzaam op. De oefeningen hieronder zijn bedoeld voor de eerste twee maanden na de bevalling.

Oefening 1: Aanspannen en ontspannen

Begin bijvoorbeeld met twee tellen aanspannen en vier tellen ontspannen. Herhaal dit een paar keer. Als de spieren moe worden, voelt u het aanspannen en loslaten minder goed. Het is dan beter te stoppen en het een paar uur later nog eens te proberen.

Liggend gaat de oefening het makkelijkst, zittend iets moeilijker en staand het moeilijkst. Probeer goed door te ademen. Blijf bewust ontspannen na elke aanspanning. Probeer de bekkenbodemspieren in te schakelen bij hoesten, niezen, tillen en dragen.

Oefening 2: ‘Knipogen’

Voelt u weer wat controle over de bekkenbodemspieren? Probeer ze dan snel aan te spannen en weer los te laten. Alsof u ‘knipoogt’ met uw bekkenbodemspieren.

Oefening 3: Accent leggen

Deze oefening maakt u bewust van de voor- en achterkant van uw bekkenbodem. Beginpositie:

A. Rechtop zittend op een kruk of een stoel
B. Zitten met een bolle rug
C. Zitten met een holle rug

Trek tijdens een uitademing rustig de bekkenbodem in. Alsof u uw kruis iets optilt van de ondergrond. Laat los voordat u weer inademt. Voel dat het accent:

  • bij positie A in het midden van de bekkenbodem ligt
  • bij positie B meer rond de anus ligt
  • bij positie C meer aan de voorzijde bij de plasbuis ligt

Als klachten blijven

Zijn de klachten zes weken na de bevalling nog niet over? Bespreek dit dan met de gynaecoloog, verloskundige of huisarts. Zij kunnen u eventueel verwijzen naar een bekkenfysiotherapeut. Of naar een chirurg of maag-darm-leverarts voor gespecialiseerde zorg.

Contact opnemen

Neem contact op met het ziekenhuis als:

  • u binnen 48 uur na de operatie nog niet heeft gepoept
  • u koorts heeft boven de 38,5 °C
  • pussige afscheiding heeft
  • de pijn of zwelling erger wordt en het niet beter wordt als u de adviezen daarvoor opvolgt

Adviezen

Adviezen bij het herstel

  • De eerste dagen na de bevalling hebben de bekken en bekkenbodem rust nodig. Probeer veel te liggen. Wissel dit af met kleine stukjes lopen en zitten. Sta niet te lang achter elkaar. Uw lichaam geeft aan wat u kunt.
  • Plassen gaat makkelijker en is minder pijnlijk als u daarbij spoelt met de douchekop of een kan lauw water.
  • Een ‘koude pakking’ kan helpen tegen pijn en zwelling rond de hechtingen. Bijvoorbeeld een bevroren nat maandverband in een washandje.
  • U kunt het beste zitten op een stevige zitting. Doe dit zo ontspannen mogelijk. Bouw het zitten rustig op, van kort naar steeds langer.

Advies om goed naar de wc te kunnen

Het is belangrijk dat de ontlasting zacht blijft om spanning op de wond te voorkomen. We schrijven medicijnen voor die de ontlasting zacht maken. Ook met uw voeding en manier van leven voorkomt u verstopping en diarree.

Vezels

  • Eet vezelrijke voeding. Vezels zorgen voor een soepele ontlasting, omdat veel vezels vocht opnemen. Vezels zijn dan net een spons.
  • Blijf ook bij diarree vezels eten. Die zorgen dat uw poep de juiste dikte krijgt. Door vezels komen ook de darmen in beweging.
  • Vezels zitten in volkorenproducten, groente en fruit. Gezonde en gevarieerde voeding bevat alle voedingsstoffen die u dagelijks nodig heeft. Kies elke dag voedingsmiddelen uit alle vijf de groepen van de ‘Schijf van Vijf’ van het Voedingscentrum. Zo weet u zeker dat u alle belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgt.

Drink genoeg

Drink genoeg als u veel vezels eet. Vezels hebben vocht nodig om goed te kunnen werken. Drink daarom elke dag in ieder geval anderhalf tot twee liter vocht.

Genoeg bewegen

Regelmatig bewegen brengt ook de darmen in beweging. Zo voorkomt u verstopping.

Naar de wc gaan

Ga meteen naar de wc als u voelt dat u moet. Door het op te houden, wordt de poep dik en kan verstopping ontstaan. Neem rustig de tijd om naar de wc te gaan. Lees meer tips om goed naar de wc te gaan.

Sporten en vrijen

Regels wanneer u weer mag vrijen na een totaalruptuur, zijn er niet. Dat geldt ook voor sporten. Meestal is de wond na vier tot zes weken goed genezen. De pijn zal dan ook over zijn. Begin voorzichtig als u weer gaat sporten.

Volgende bevalling

De meeste vrouwen herstellen goed na de operatie. Zij hebben later geen klachten meer. Voor een volgende bevalling adviseren we daarom meestal een normale vaginale bevalling. De kans dat u weer een totaalruptuur krijgt, is vier procent. Normaal is die kans drie procent.

Bent u niet helemaal herstelt van de totaalruptuur? Bespreek dit dan met de gynaecoloog. Die kan advies geven over de volgende bevalling.