Totale knieprothese

Totale knieprothese

Als de kwaliteit van het kraakbeen in de knie vermindert, kunnen de gewrichtsvlakken niet meer soepel langs elkaar heen glijden. Die knie beweegt niet meer soepel. Bewegen wordt steeds moeilijker en pijnlijker. Een totale knieprothese (kunstknie) helpt bij deze klachten.

 

Oorzaak

  • Meestal gaat het om ‘gewone’ slijtage op oudere leeftijd (artrose in de knie). Als we ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen.
  • Er zijn ook verschillende ziekten die slijtage van het kniegewricht kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld stofwisselingsziekten, reuma of infecties.
  • Ook beschadiging van het kraakbeen door een ongeval kan slijtage van de knie veroorzaken.

Klachten

  • pijnklachten (bij (trap)lopen en lang staan)
  • stijfheid en bewegingsbeperking van de knie
  • strekken van de knie moeilijk kan zijn
  • X- of O-beenstand. Hierdoor kan de knie steeds gevoeliger en instabieler aanvoelen.

Voorbereiding

De operatie is ingrijpend. Het is belangrijk dat u zich goed voorbereid op de operatie voor een beter en sneller herstel.

Verpleegkundig Consulent Orthopedie

Er vindt een gesprek plaats met de Verpleegkundig Consulente Orthopedie. Dit is een verpleegkundige die u alles vertelt over de gang van zaken rondom de operatie. Vraag uw partner/familielid/kennis mee te gaan naar deze afspraken. De consulente bespreekt met u wat u thuis vóór uw opname al kan regelen. De consulent doorloopt samen met u een checklist. Het kan zijn dat u, door persoonlijke omstandigheden of dat u bijkomende ziekten of beperkingen heeft, nazorg nodig heeft of in aanmerking komt voor een revalidatieplek. Ook dat wordt voor de operatie besproken.

De nazorgmogelijkheden zijn:

  • met thuiszorg naar huis
  • zorghotel/herstellingsoord (door u zelf te regelen)
  • eerste lijnsverblijf (ELV)
  • geriatrische revalidatiezorg (GRZ).

Helaas komt niet iedereen voor alle nazorgmogelijkheden in aanmerking. Dit heeft onder andere te maken met de wet en regelgeving. Meer informatie over de nazorg kunt u hier lezen: goed geregeld. De Verpleegkundig Consulent Orthopedie bespreekt met u of u voor revalidatie in aanmerking komt.

Operatie

Hoe verloopt de operatie?

  1. Bij de operatie maakt de arts de knie open.
  2. U krijgt hierbij een verticale snee van ongeveer vijftien centimeter over de voorkant van de knie.
  3. De arts verwijdert het kraakbeen van de knie en plaatst de knieprothese.
  4. De metalen delen worden met cement vastgezet.
  5. Tussen de delen zit een kunststof tussenstuk. Deze zorgt ervoor dat de knie soepel buigt
  6. Rondom de operatie krijgt u antibiotica. Dit verkleint de kans op infectie.
  7. U krijgt ook bloedverdunners in de periode na de operatie

Voordelen van de operatie

Na plaatsing van de kunstknie is de pijn meestal verdwenen en loopt u beter. Tijdens de ziekenhuisopname bekijken we hoe het bewegen van de knie zich herstelt. Meestal kunt u de knie iets verder dan een rechte hoek buigen. We raden u aan, tijdens werk en sport, rekening te houden met het feit dat u een “kunstknie” heeft en uw belasting daar op aan te passen.

Mogelijke complicaties

Meestal verlopen operatie en herstel zonder problemen. Toch is het voor u belangrijk om te weten welke complicaties er kunnen optreden:

  • infectie van de wond en soms ook de knieprothese zelf
  • nabloeding
  • trombose
  • loslating van de prothese na langere tijd
  • langdurige zwelling
  • zenuwletsel

Soms krijgen patiënten na de operatie of zelfs na ontslag uit het ziekenhuis, een dikke en warme knie. Deze klachten kunnen met koeling worden verminderd of verdwijnen vanzelf. Als dit niet vanzelf afneemt, of u het niet vertrouwt, kunt u contact met ons opnemen.

Na de operatie

Herstel en eigen inzet

Vier uur na de operatie begint u al met knieoefeningen. Deze inspanning zorgt voor een sneller herstel. We zien u niet als ‘ziek’, maar gaan juist uit van wat u allemaal wel kunt. Om u wat sterker te voelen, krijgt u een Nutricia PreOp drankje dat u twee uur voor de operatie moet drinken. Het is belangrijk dat u na de operatie snel weer gaat eten en drinken.

Wij vragen u actief te zijn met inzet en doorzettingsvermogen:

  • zo min mogelijk in bed
  • overdag uw eigen kleding aan
  • oefenen tijdens uw verblijf in Tergooi MC met verpleegkundigen en de fysiotherapeut

Om dit snelle herstel mogelijk te maken, zijn de verdoving, pijnmedicatie en de fysiotherapie aangepast aan dit traject.

Revalidatie-instelling

Als uw behandelaars het goed vinden, verlaat u op de eerste dag na de operatie het ziekenhuis. Het kan zijn dat u doordat u bijkomende ziekten of beperkingen heeft, gaat revalideren. In de revalidatie-instelling komt u, net als in het ziekenhuis, onder behandeling van een arts, een fysiotherapeut en verpleegkundigen. Er is een goed contact tussen het revalidatiecentrum en het ziekenhuis, zodat er snel iets kan worden besproken. Zo zorgen we ervoor dat de zorg in het revalidatiecentrum goed aansluit op de zorg in het ziekenhuis.

De arts bekijkt goed uw medicatie en wond, de fysiotherapeut helpt u met opnieuw leren lopen en de verpleging en de ergotherapeut helpen u om weer de dagelijkse dingen, zoals wassen, aankleden of boodschappen te doen.

Als u het revalidatiecentrum mag verlaten, wordt er gezorgd voor overdrachten naar uw eigen huisarts en fysiotherapeut. Daar gaat de revalidatie verder. Als u thuiszorg krijgt, krijgt de verpleegkundige ook een overdracht.

Wat zijn de leefregels na de operatie?

Pijnstillers

Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken. Dit is te verkrijgen bij de drogist. Gebruikt u dan drie of vier keer per dag twee tabletten van 500 milligram, op de volgende tijden: 08.00 uur, 13.00 uur, 18.00 uur en 23.00 uur. Als de pijn niet genoeg afneemt, kan u een sterkere pijnstiller (naproxen + pantozol) erbij nemen. Deze sterkere pijnstillers kunt u ook weer als eerste afbouwen als de pijn minder wordt. De paracetamol stopt u als laatste: als de pijn weg is.

Bloedverdunners

Tot en met vijf weken na de operatie is het nodig om het bloed te verdunnen. Dit gaat trombose tegen. Het medicijn dat het bloed verdunt, geven we in de vorm van injecties (de eerste twee weken) net onder de huid. De verpleegkundige leert u hiermee zelfstandig om te gaan. Daarna volgt nog een periode van drie weken waarbij u tabletten krijgt voorgeschreven.

Hechtingen of agraves

Op de operatiekamer worden de hechtingen of agraves (nietjes) afgeplakt met een steriele pleister. Ook wordt er naast de nietjes lijm gebruikt om de wond extra te dichten. Dit verband blijft de eerste vijf tot zeven dagen zitten. Op deze manier blijft de wond het meest steriel.

Na deze vijf tot zeven dagen mag het verband eraf en is het niet nodig om er iets anders op te doen. De hechtingen of agraves zitten dan nog in de huid. Zolang u hechtingen of agraves heeft, mag de wond niet verweken in bijvoorbeeld een bad of sauna. De wond mag niet in aanraking komen met zeep en moet na het douchen droog worden gedept met een schone handdoek. De hechtingen of agraves worden door de Verpleegkundig Consulent Orthopedie na ongeveer twee weken verwijderd. Mocht u in een revalidatiecentrum verblijven, dan worden deze daar verwijderd.

Krukken

Een aantal weken loopt u met twee krukken om overbelasting te voorkomen. Loop hierbij niet te lange afstanden en sta niet te lang achter elkaar. De arts geeft aan wanneer u zonder krukken mag lopen.

Traplopen

Gebruik bij het traplopen altijd de leuning, de krukken houdt u in de andere hand.

  • Bij traplopen: eerst het niet geopereerde been en dan het geopereerde been (met kruk).
  • Bij trap aflopen: eerst het geopereerde been (met kruk) en dan het niet-geopereerde been.

Tillen

U mag niet te zwaar tillen. Dus bijvoorbeeld geen zware boodschappen, geen (klein)kinderen en geen zware huishoudelijke apparaten en dergelijke. Het gewicht dat extra op uw knie drukt, geeft een te zware belasting in de eerste weken na de operatie.

Activiteiten

Autorijden is in het algemeen weer toegestaan wanneer u zonder krukken kunt lopen. Wij raden u aan om vooraf contact met uw verzekeraar op te nemen. Fietsen en zwemmen kunnen worden hervat in overleg met uw arts of fysiotherapeut.

Het gebruik van een hometrainer is, in overleg met uw fysiotherapeut, wel eerder toegestaan.

In en uit de auto stappen

Zet de auto een stuk van de stoep af. Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren. Ga eerst in de auto zitten met het gezicht naar de stoep toe. Draai daarna beide benen in de auto. Bij het uitstappen draait u eerst de benen uit de auto, waarna u kunt gaan staan. Een lege uitgevouwen vuilniszak op de stoel vergemakkelijkt het draaien.

Contact opnemen

We vragen u contact op te nemen wanneer:

  • de wond gaat lekken
  • de wond roder wordt
  • de wond dik wordt
  • de wond meer pijn gaat doen
  • u koorts of rillingen heeft.

Leven met een kunstknie

Met een kunstknie blijft er ook in de toekomst een kans op infectie. Ontstekingen van bijvoorbeeld blaas, longen of wonden aan de benen moeten mogelijk met antibiotica worden behandeld. Bij een eerstvolgend bezoek aan andere artsen (huisarts of specialist) moet u laten weten dat u een kunstknie heeft.

Leren lopen met krukken

Algemeen

  • Plaats uw krukken dusdanig breed dat u er gemakkelijk tussendoor kunt.
  • Loop goed rechtop.
  • Til uw voeten op tijdens het draaien.
  • Wees voorzichtig op een natte ondergrond.

Lopen met krukken

  • Eerst de krukken naar voren zetten.
  • Dan het geopereerde been naar voren zetten.
  • Daarna met het andere been doorstappen.
  • Als dit gaat, kunt u proberen de krukken en het geopereerde been tegelijk naar voren te zetten.

Gaan zitten

  • U gaat zo bij de stoel staan dat de knieholte van uw niet-geopereerde been de zitting van de stoel raakt.
  • Uw geopereerde been zet u een stuk naar voren.
  • U pakt aan beide kanten de stoelleuning vast.
  • U kunt nu rustig gaan zitten.

Opstaan vanuit de stoel

  • Het geopereerde been zet u een stuk naar voren.
  • U pakt met beide handen de stoelleuning vast.
  • U kunt nu gaan staan.

Drempel nemen

Zet eerst de krukken en het geopereerde been over de drempel. Het andere been volgt en stapt door.

Traplopen op (één leuning en één kruk)

U zet eerst het niet-geopereerde been omhoog op de volgende trede.
U zet het geopereerde been en de kruk tegelijk bij.

Traplopen af (één leuning en één kruk)

  • U plaatst eerst uw hand een stukje naar voren op de leuning.
  • Dan zet u de kruk omlaag op de volgende trede, het geopereerde been volgt.
  • Als laatste zet u het andere been bij.

Opstapje

  • U zet eerst het niet-geopereerde been op het opstapje.
  • De krukken en het geopereerde been zet u bij.

Afstapje

  • U zet eerst de krukken en het geopereerde been naar beneden.
  • Daarna zet u het andere been bij.

Patient Reported Outcome Measures (PROM’s)

Om goede kwaliteit te kunnen bieden, is het belangrijk om de resultaten van de geleverde zorg continu te registreren en te vergelijken. De uitkomsten van onze zorg worden gemeten door PROM’s. Dit is een manier om uw gezondheid, dagelijks functioneren, tevredenheid en kwaliteit van leven te beoordelen door middel van vragenlijsten, functiescores en metingen.

NB: Uw operatiegegevens worden opgenomen in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten. Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit kenbaar maken aan uw behandelend specialist.

Onze wachttijden

Behandelingen

Wachttijd in dagen

Orthopedie

Knievervanging / totale knieprothese

20

Afhankelijk van uw klachten of aandoening kan de wachttijd per patiënt verschillen. Meer over wachttijden.

Update: 03-12-2024