Echocardiografie via de slokdarm

TEE

Echocardiografie via de slokdarm

U krijgt een echocardiografie via de slokdarm. Voor dit onderzoek brengen we via de slokdarm een buigzame slang tot vlak bij uw hart. Daarmee kunnen we uw hart in beeld brengen. We noemen dit onderzoek ook wel een trans-eosophagaal echo (TEE).

 

Een echocardiografie via de slokdarm is een extra onderzoek. We doen het bijvoorbeeld als we denken dat u belangrijke afwijkingen aan het hart heeft. Iets wat we met een gewoon echocardiogram niet kunnen zien.

Voorbereiding

  • Op de dag van het onderzoek mag u vanaf middernacht (00:00 uur) niets meer eten of drinken. Tot een uur na het onderzoek.
  • Is het onderzoek ’s middags? Dan mag u ’s morgens nog een licht ontbijt nemen. Neem daarna geen eten en drinken meer.
  • Gebruikt u medicijnen? U hoort van uw specialist of u die gewoon mag nemen of daar even mee moet stoppen.
  • We raden u aan gemakkelijke kleding aan te trekken.

Onderzoek

Een cardioloog en een laborant doen het onderzoek. Het onderzoek duurt ongeveer vijftien minuten.

  • Op de onderzoektafel krijgt u drie plakkers (elektroden) op de borst of rug. Daarmee kunnen we uw hartritme vastleggen.
  • Met een spray zorgen we voor een lichte verdoving van uw keel.
  • U krijgt een bijtring in de mond. Dan brengen we een buigzame slang via de mond in.
  • We vragen u de slag ‘door te slikken’ tot die op de juiste plek in uw slokdarm zit. Dit kan vervelend aanvoelen. Luister goed naar wat de cardioloog u vraagt te doen. Probeer zo goed mogelijk te ontspannen en let op uw ademhaling.

Na het onderzoek

  • Omdat we uw keel hebben verdoofd, mag u pas één uur na het onderzoek weer wat eten en drinken. Anders zou u zich kunnen verslikken. Probeer na een uur eerst wat water te drinken.
  • Soms kan uw keel een paar dagen gevoelig blijven.
  • U kunt na het onderzoek gewoon weer naar huis of aan het werk.

De uitslag

De cardioloog bekijkt de gegevens van de echo. De uitslag bespreken we meestal meteen na het onderzoek. Anders gaat de uitslag naar de specialist die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. Die bespreekt de uitslag dan met u.

Contact