Ontsteking binnen in het oog

Uveïtis

Uveïtis, ontsteking binnen in het oog

Uveïtis is een verzamelnaam voor ontstekingen binnen in het oog. De ontsteking kan in een deel van het oog zitten. Bijvoorbeeld in de iris, het glasvocht of het netvlies. Of in het hele oog. Uveïtis kan in één oog voorkomen, afwisselend in één van beide ogen of in beide ogen tegelijk.

Klachten

Bij uveïtis kunt u last hebben van:

  • een pijnlijk, rood oog
  • minder goed kunnen zien met één of beide ogen
  • wazig zien of zwarte vlekjes of slierten zien
  • licht niet goed kunnen verdragen

Uveïtis kan heel wisselend verlopen. U kunt het één keer krijgen zonder dat u daarna klachten houdt. U kunt er ook lange tijd last van hebben, waarin rustige periodes en periodes met ontstekingen elkaar afwisselen.

Bij een uveïtis zijn de aangrenzende lagen vaak ook betrokken bij de ontsteking. Bijvoorbeeld het netvlies en de harde oogrok. De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende problemen zijn:

  • hoornvliesafwijkingen
  • staar
  • verhoogde oogboldruk (glaucoom)
  • netvliesschade

Oorzaak

Vaak is niet bekend waardoor uveïtis komt. Soms is de oogontsteking onderdeel van een ontsteking in het lichaam door een andere ziekte. Sommige kinderen met jeugdreuma hebben bijvoorbeeld uveïtis zonder de bijbehorende klachten. De oogarts kan u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek. Bijvoorbeeld naar de internist of reumatoloog.

Onderzoek

Met een oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of u er sprake is van uveïtis. Voor dit onderzoek verwijden we de pupillen met oogdruppels. Hierdoor ziet u even wat waziger. Vaak kunnen we bij dit eerste onderzoek nog niet vaststellen waardoor de ontsteking komt. Daarvoor is verder onderzoek nodig.

Verder onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek en röntgenfoto’s. Soms onderzoeken we ook het oogvocht. We halen dan wat oogvocht met een kleine naald uit het oog. Daarvoor krijgt u een plaatselijke verdoving. Daarna moet u een tijdje een oogverband dragen.

Vorm van uveïtis

Het is voor de behandeling belangrijk om te bepalen om welke vorm van uveïtis het gaat. Daarvoor kijken we waar de ontsteking het hevigst is:

  • aan de voorkant van het oog: uveïtis anterior
  • middenin het oog: uveïtis intermedia
  • aan de achterkant van het oog: uveïtis posterior

Soms is het onderscheid niet goed te maken. Ook kan het hele oog ontstoken zijn (panuveitis).

Behandeling

Ontstekingsremmers (corticosteroïden)

Corticosteroïden zijn effectieve ontstekingsremmers. We kunnen de medicijnen geven als oogdruppels, tabletten of injecties, in verschillende sterktes. Bij de vorm van uveïtis die het meest voorkomt (uveïtis anterior) kiezen we vaak voor druppels. De druppels hebben bijwerkingen. De meest voorkomende zijn:

  • Hogere oogboldruk. Dit is meestal tijdelijk en met medicijnen te verlagen.
  • Staar, bij langdurig gebruik. Dit is tegenwoordig goed te behandelen.

Bij het gebruik van deze medicijnen maken we altijd een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen. Het is belangrijk nooit opeens met deze medicijnen te stoppen. De ontsteking kan dan toenemen.

Pupilverwijdende oogdruppels

Oogdruppels die de pupil verwijden, voorkomen dat de pupil met de lens verkleeft. Ook verlichten ze de pijn. Een vervelende bijwerking van de druppels kan zijn dat dichtbij zien moeilijker wordt. Dan kan een (tijdelijke) leesbril helpen.

Oogoperatie

In ernstige gevallen is het soms nodig een oogoperatie te doen.

Zwaardere medicijnen

Bij hele ernstige vormen van uveïtis moeten we soms zwaardere medicijnen geven. Denk aan prednison, cyclosporine of methotrexaat. Als bekend is waardoor de ontsteking komt, kunnen we doelgerichte therapie voorschrijven.

Controle

Bij langdurige uveïtis is het belangrijk om uw ogen regelmatig te laten controleren. We kunnen mogelijke problemen dan op tijd opsporen. Tijdens de controles overleggen we over de behandeling.