Voeding bij een colostoma

Voeding bij een colostoma

De dikke darm haalt vocht uit uw poep. Daardoor dikt die in. Hoe lager de stoma op de darm zit, hoe vaster de poep is. Veel mensen met een colostoma hebben regelmatig last van verstopping. Met de juiste voeding zorgt u dat uw poep de goede dikte en samenstelling heeft. Een speciaal dieet is niet nodig.

Genoeg vocht en vezels

Neem genoeg vocht en vezels. Zo zorgt u dat uw poep de juiste dikte en samenstelling heeft.

Genoeg vocht

Genoeg vocht wil zeggen: anderhalf tot twee liter, verdeeld over de dag. Dit zijn ongeveer tien tot dertien glazen van 150 ml. Alle vloeibare producten tellen mee als vocht, dus bijvoorbeeld ook soep, pap en yoghurt. Aan uw plas kunt u zien of u genoeg heeft gedronken. Als u te weinig drinkt, is uw plas donkergeel.

Genoeg voedingsvezels

Voedingsvezels nemen water op en houden dit vast. Hierdoor krijgt uw poep een goede dikte en samenstelling. Voedingsvezels zitten vooral in volkoren graanproducten, zoals volkorenbrood, bruinbrood en roggebrood. Maar ook in aardappelen, peulvruchten, zilvervliesrijst, groente, rauwkost en (gedroogd) fruit.

Algemene adviezen

Eet rustig, kauw goed

Snijd uw eten goed fijn, kauw goed en eet rustig. Uw lichaam verteert de voedingsstoffen dan beter en neemt ze beter op.

Eet en drink regelmatig

Voor een betere indikking van de ontlasting is het belangrijk om geen maaltijden over te slaan. Neem vaker op een dag kleine maaltijden en verdeel uw drinken goed over de dag. Een grote maaltijd vlak voor u gaat slapen kan zorgen voor poep ’s nachts en uw slaap verstoren.

Gewicht

Zorg ervoor dat uw gewicht ongeveer gelijk blijft. Door grote schommelingen in uw gewicht kunt u problemen krijgen met de stoma en de verzorging daarvan. Als u zwaarder wordt, kan de stoma bijvoorbeeld gaan lekken. Ook kan de huid geïrriteerd raken.

Zakjes

Voor een colostoma gebruiken we meestal zakjes met een filter. Soms kan het zakje vacuüm trekken. U kunt het filter helemaal of voor een deel afplakken. Zo kan er wat lucht in het zakje komen. Bij dunne ontlasting, bij onderzoeken of tijdens radiotherapie kunt u open zakjes gebruiken.

De gesloten zakjes kunt u het beste verwisselen als ze halfvol zijn. Haal het zakje weg, doe het in een afvalzakje en gooi het in de vuilnisemmer. Spoel het nooit door de wc.

Gasvorming, geur en kleur

De vorming van gas, geur en kleur is niet helemaal te voorkomen. Het hoort bij de spijsvertering. Het is per persoon anders hoeveel last u krijgt van winderigheid, hoeveel geur de stoma verspreidt en of de poep van kleur verandert. Het is wel goed om te weten welke producten hiervoor zorgen. U hoeft ze niet te vermijden. Zo nu en dan wat gasvorming, meer geur of een andere kleur is normaal.

Gasvorming

Gasvorming of winderigheid ontstaat meestal door ingeslikte lucht. Als u rustig eet en drinkt, krijgt u minder lucht binnen. Ook bij kauwen van kauwgom, roken en praten tijdens het eten slikt u vaak lucht in zonder dat u dat merkt.

Deze producten kunnen zorgen voor extra winderigheid:

  • koolsoorten
  • paprika
  • nieuwe aardappelen
  • uien en knoflook
  • onrijpe banaan
  • peulvruchten
  • spruiten
  • drinken met prik
  • prei
  • bier
  • veel vruchtensap
  • producten met veel suiker of gezoet met sorbitol

Geur

Bij een stomazakje dat goed past, komen geen geuren vrij. Dit gebeurt wel als u het stomazakje wisselt. Een aantal producten zorgen voor meer geur:

  • koolsoorten, vooral als ze lang gekookt zijn
  • prei
  • uien
  • eieren
  • spruiten
  • vis
  • asperges
  • oude kaas
  • champignons
  • sterk gekruid voedsel
  • knoflook
  • chocola
  • vitamine B-tabletten
  • peulvruchten

Kleur

De ontlasting kan van kleur veranderen door:

  • spinazie
  • bieten
  • bosbessensap en rozenbottelsiroop
  • ijzerpreparaten

Contact