Zonlicht en de huid

Verstandig omgaan met de zon

Zonlicht en de huid

Een beetje zonlicht is goed voor iedereen. Ultraviolette stralen zorgen voor de aanmaak van vitamine D. Dit is nodig voor sterke botten. Maar pas op voor te veel zonlicht. Dat kan schadelijk zijn en uw huid kan dan verbranden.

 

Dermatoloog dr. Rutger van der Waal geeft in deze video tips om verstandig om te gaan met de zon en uw huid te controleren:

 

Over zonlicht

Zonlicht bestaat uit drie soorten licht:

  1. infrarood licht, dat we voelen als warmte
  2. licht dat we zien
  3. ultraviolet licht: UVA en UVB

Zonlicht bestaat voor meer dan 95 procent uit UVA en voor een klein deel uit UVB. UVB dringt door tot in de bovenste laag van de huid: de opperhuid. UVB zorgt dat de opperhuid dikker wordt. Dat beschermd de laag van de huid die dieper ligt tegen te veel zonlicht. Die laag noemen we de lederhuid. UVA komt tot in die diepere lederhuid.

Zonnebanken stralen vooral UVA uit en een heel klein beetje of zelfs geen UVB. Het licht van zonnebanken is dus bijna hetzelfde als natuurlijk zonlicht.

Voordelen van zonlicht

Blij gevoel

Van zonlicht krijgen de meeste mensen een blij gevoel. Door het licht en door de warmte.

Vitamine D

Zonlicht is nodig om het lichaam goed te laten werken. Het bekendste voorbeeld hiervan is vitamine D. Vitamine D is nodig voor sterke botten en een sterk immuunsysteem. Als UVB-licht op de huid schijnt, wordt vitamine D aangemaakt. Hoe lichter uw huid, hoe minder zon u nodig heeft om genoeg vitamine D te maken.

Goed voor huidziektes

Sommige huidziektes verbeteren in de zomer. Bijvoorbeeld psoriasis. Uv-licht wordt daarom ook gebruikt bij de behandeling van sommige huidziekten.

Gevaar van zonlicht en zonnebank

Verbranden

Als u in korte tijd te veel uv-licht op de huid krijgt, verbrandt de huid. De huid wordt rood en doet pijn. Soms krijgt u zelfs blaren.

Huidkanker

Verbranden en veel zon of zonnebank maakt de kans op huidkanker groter. U heeft meer kans op basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom. Ook kunt u actinische keratosen krijgen. Dit zijn plekjes op de huid door schade van de zon. Ze kunnen een voorloper zijn van huidkanker.

Veroudering huid

Als de huid veel uv-licht krijgt, veroudert de huid sneller. Dit komt vooral door UVA. UVA beschadigt het elastische bindweefsel in de huid. Hierdoor wordt de huid dikker en stugger. En ontstaan rimpels, gele verkleuring en rode en bruine vlekken. De huid is niet meer overal dezelfde kleur, maar krijgt donkere en lichte vlekjes die op confetti lijken. Hoe lichter uw huid, hoe gevoeliger u hiervoor bent.

Bruin worden

Verbranding door de zon komt vooral door UVB-licht. UVA-stralen geven niet snel verbranding. Ze werken wel in op de pigmentcellen van de huid. Daardoor wordt u bruin. Mensen met een lichtere huidskleur worden eerst rood, voordat ze bruin worden. Mensen met een lichte huid moeten dus eerst een heel klein beetje verbranden voordat ze bruin kunnen worden.

Vroeger werd een huid die door de zon bruin is geworden gezien als teken van gezondheid. Nu weet bijna iedereen dat te veel zon ongezond is. Zonder dat u het door heeft, gebeurt er van alles in uw huid als u in de zon loopt. De zonnestralen die in uw huid komen zorgen onder andere voor:

  • een ontstekingsreactie
  • beschadiging van het erfelijk materiaal (DNA)

Het bruinen van de huid is een beschermingsreactie tegen de beschadiging van het DNA. Als uw huid door de zon bruin is geworden, is er dus altijd ook schade aan cellen of DNA. Een huid die bruin is door de zon is dus eigenlijk een huid die door de zon beschadigd is. Te veel beschadiging kan huidkanker geven.

Verbranden

Huidtypes

Mensen met een lichte huid verbranden sneller dan mensen met een donkere huid. Er zijn zes huidtypes:

  1. Verbrandt zeer snel, wordt niet of nauwelijks bruin (rossig huidtype).
  2. Verbrandt snel, wordt langzaam bruin.
  3. Verbrandt niet snel, wordt gemakkelijk bruin.
  4. Verbrandt bijna nooit, bruint zeer goed (mediterrane/Middellandse Zee huidtype).
  5. Verbrandt nooit, van nature een donkere huidskleur (Aziatisch huidtype).
  6. Verbrandt nooit, van nature een zeer donkere huidskleur (negroïde huidtype).

Geen zonnebankkuur

Een zonnebankkuur helpt niet tegen verbranden. De zonnebank geeft vooral UVA-licht. Dit zorgt wel voor een bruine verkleuring, maar niet voor het dikker worden van de opperhuid. En dat is nodig om u tegen verbranding door UVB te beschermen.

Bewolkt weer of parasol en verbranden

Zonnestralen gaan voor een deel ook door wolken of mist heen. Hierdoor kunt u ook bij bewolkt weer verbranden. Een strandparasol houdt 40 tot 50 procent van de uv-stralen tegen. Dat ligt aan het soort stof. Nylon laat bijvoorbeeld UVB door. Ook via het zand en water weerkaatst licht en krijgt u toch straling op de huid. In de schaduw bent u dus niet genoeg beschermd tegen ultraviolette straling.

Sneeuw, water, bergen en zand en verbranden

Water, zand en sneeuw weerkaatsen het zonlicht. Zand 20 procent, sneeuw zelfs 80 procent. Hierdoor komt er meer uv-straling de huid. U verbrandt sneller. In de bergen is de lucht ijler. U kunt hier nog sneller verbranden. De kracht van de zon neemt toe met de hoogte. Het is belangrijk dat u in de bergen een zonnebrandmiddel gebruikt met een hogere beschermingsfactor. Bijvoorbeeld met een factor die twee of drie keer zo hoog is als u normaal gebruikt. Ook tijdens het zwemmen kan uw huid verbranden. Uv-licht dringt makkelijk door helder water door. Bovendien spoelt zonnebrandcrème in het water (voor een deel) van de huid af.

Bescherming

Algemeen

  • Laat de huid voorzichtig wennen aan de zon.
  • Ga niet zonder bescherming in de volle zon tussen 11:00 en 15:00 uur.
  • Zorg voor extra bescherming als u dichter bij de evenaar komt en in de bergen.
  • Zorg voor extra bescherming op het water, in de sneeuw en op zand.
  • Ga niet onder de zonnebank.
  • Let op de sterkte van de zon, de zonkracht. Hoe sterker de zonkracht, hoe groter de kans om te verbranden.

Kleren

Draag wijde kleren met lange mouwen en een hoed of pet met een brede rand. Kleding die goed tegen de zon beschermt, is dicht geweven. Dit kunt u simpel testen. Houd een kledingstuk tegen het licht. Ziet u nog lichtpuntjes? Dan kan de bescherming tegen zonlicht te laag zijn.

Zonnebrandcrème

Smeer de huid die niet bedekt is in met een zonnebrandcrème van factor 15 of hoger. Voor kinderen, bij mensen met een licht type huid en tijdens vrije tijd en vakantie is factor 30 slim. U kunt het beste in de ochtend zonnebrandcrème op de huid smeren. Voordat u zich aankleedt. Zo voorkomt u dat de huid bij de rand van uw kleren verbrand. Bent u langere tijd buiten? Smeer dan iedere twee uur opnieuw crème op de huid.

Genoeg smeren

Smeer de zonnebrandcrème dik genoeg op. Doe dat minimaal een half uur voordat u in de zon gaat. Het is heel belangrijk om dit meerdere keren op een dag te herhalen. In ieder geval na bijvoorbeeld zwemmen, erg zweten en afdrogen.

Wat zonnebrand doet

Zonnebrandcrèmes zijn niet bedoeld om langer in de zon te blijven. Ze geven extra bescherming op momenten dat u in de zon komt. Zonnebrandcrèmes houden UVB-licht en voor een deel ook UVA-licht tegen. Ze beschermen zo tegen huidkanker en snellere huidveroudering. Dit helemaal voorkomen kan niet:

  • Niet elke vorm van huidkanker komt door uv-straling.
  • Zonnebrandcrèmes geven nooit helemaal bescherming. Ook blijven mensen door deze middelen vaak juist langer in de zon. Zo krijgt de huid toch een te hoge hoeveelheid uv-straling.
  • Huidveroudering komt vooral door UVA. Niet alle zonnebrandcrèmes beschermen daar goed tegen.

Beschermingsfactor (SPF)

Zonnebrandcrèmes bevatten stoffen (filters) die uv-straling opnemen of weerkaatsen. Op een zonnebrandmiddel staat meestal een Sun Protection Factor (SPF). Die is er van 2 tot 50. Als u een lichte huid heeft, kunt u bijvoorbeeld maar vijf minuten in de zon zitten zonder te verbranden. Als u zich eerst zou insmeren met een beschermingsfactor SPF 2 kunt u twee keer zo lang, dus tien minuten. En bij SPF 12 twaalf keer zo lang, dus een uur.

Smeer niet een te dunne laag op de huid. Dan is de bescherming minder dan op de verpakking staat. In het algemeen wordt aangeraden om in ieder geval SPF factor 15 te gebruiken voor dagelijks gebruik en SPF factor 30 voor vrije tijd en vakantie.

De beschermingsfactor gaat alleen over de bescherming tegen UVB-licht. Pas sinds kort staat op de verpakking soms ook UVA-licht genoemd. Maar die bescherming is nooit zo goed als tegen UVB-licht.

Baby's en kinderen

De huid van kleine kinderen is gevoeliger dan die van volwassenen. Daarom moet die goed beschermd worden. De kans op huidkanker op latere leeftijd is groter bij veel zonlicht en verbranden als kind. Bescherm baby’s tot zes maanden zo goed mogelijk tegen direct zonlicht. U kunt de baby het beste uit de zon houden. Zeker tussen 11:00 en 15:00 uur. Verdere bescherming kan door kleding, hoedjes en parasols. De gebruikte stoffen moeten dicht geweven zijn en de huid goed bedekken.

Voor kinderen van zes maanden en ouder gelden de volgende adviezen:

  • Blijf op het heetst van de dag uit de zon.
  • Doe wijde kleren aan met lange mouwen en een hoedje of pet.
  • Smeer regelmatig opnieuw zonnebrandcrème op. Watervast en SPF factor 30 of hoger. Doe dat zeker als kinderen in het zand of water spelen.
  • Baby-olie geeft geen bescherming tegen de zon en kan zelfs zorgen voor verbranden.
  • Geef kinderen tot vier jaar elke dag vitamine D druppels. Zij krijgen via de zon te weinig vitamine D. En dat is belangrijk voor sterke botten en tanden.

Extra vitamine D

Gebruik eventueel extra vitamine D als u weinig in de zon komt. Ook uw huidskleur, leeftijd en geslacht bepalen of u door de zon genoeg vitamine D krijgt. U kunt online een vitamine D test doen.

 

Deze informatie is gebaseerd op een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.