Interview met

Carole Lasham

14 oktober 2019

’Rokers pesten? Absoluut niet!’ Een interview met kinderarts Carole Lasham
© Foto Studio Kastermans/leon dakkus

’Rokers pesten? Absoluut niet!’ Een interview met kinderarts Carole Lasham

Derdehands rook. Pardon? Even zitten slapen, of is dit een algemeen bekend fenomeen? “Nee hoor. Ik heb er ook pas drie jaar geleden voor het eerst iets over gelezen”, zegt Carole Lasham, kinderarts in Tergooi. Ze zet ze zich in voor de Rookvrije Generatie.

 

In dat kader is ze ook een van de drijvende krachten achter het rookvrij maken van Tergooi (locaties Blaricum en Hilversum), wat sinds januari 2019 een feit is. En dat wordt haar niet altijd in dank afgenomen. Zowel patiënten, bezoekers als haar collega’s balen soms flink van haar uitgesproken standpunt tegen roken.

En nu ze meer weet over dat ’derdehands roken’ is ze niet milder geworden. Integendeel. “Ik ben kinderarts. Ik ben hier om mijn patiënten – baby’s en kinderen, de meest kwetsbare groep – beter te maken. Dus natuurlijk wil ik niet dat ze dan alsnog ziek worden omdat ze in aanraking komen met de gevolgen van het gedrag van rokers.”

Sprinkhaan

Hoe zit het nou precies met dat ’derdehands roken’? Derdehands rook is de verzameling van schadelijke stoffen die achterblijft nadat de roker klaar is met roken. Die stoffen zitten op de handen van de roker, op zijn of haar kleding, in het haar, óók nadat er buiten is gerookt.

Het risico bestaat dat de stoffen op een later moment weer in de lucht komen, om alsnog via de mond of huid bij een andere persoon naar binnen te dringen. “Die stoffen gedragen zich eigenlijk als een sprinkhaan”, verduidelijkt Lasham. „Ze hoppen van plek naar plek. Het effect van derdehands roken is bijna net zo schadelijk als het bekende meeroken, ’tweedehands roken’ dus.”

Derdehands rook. Het is een lastige kwestie, gaat ze verder. “Rokers denken dat ze goed bezig zijn, door – al dan niet gedwongen – buiten hun sigaretje op te steken. Ze zijn zich helemaal niet bewust van de gevaren van hun gedrag voor anderen. Dat vraagt om uitleg. Dus dan vertel ik hen over couveusebaby’s bij wie cotine (een restproduct van nicotine) in de urine is aangetroffen. Wat bleek: deze baby’s werden verzorgd door een (buiten) rokende moeder of verpleegkundige.”

Stinken

Ze vertelt dat ze zich altijd al ergerde aan rokende collega’s. “Zij gingen dan wel naar buiten – ín hun witte doktersjas – maar dan kwamen ze stinkend naar de rook binnen. Nu ik weet dat het echt schadelijk is wat ze doen – niet alleen voor de roker zelf, maar vooral voor anderen – kan ik nog duidelijker mijn standpunt tegen roken onderstrepen.”

Rokers pesten? “Is absoluut niet mijn bedoeling. Ik weet dat ze het niet kunnen helpen dat ze verslaafd zijn. Zij hebben onze steun nodig om van hun verslaving af te komen. Tegelijkertijd vind ik het prima dat ze zich steeds vaker een paria voelen, een loser die buiten in de regen onder een afdakje staat te roken.Nu het derde hands roken steeds meer bekendheid krijgt, zal de positie van de roker steeds lastiger worden. Mijn doel is dat er geen enkel kind, geboren in 2019, nog gaat roken. Dat het de tabaksindustrie niet langer lukt om pubers te verleiden eraan te beginnen. Jongeren worden nu nog volop door die industrie verleid om te gaan roken. Ze worden gezien als ’replacement-rokers’, dus vervangers van de rokers die vroegtijdig zijn doodgegaan.”

Gestopt

Vorige week kreeg ze een positieve reactie van een collega die jarenlang verslaafd was aan de sigaret. “Ze kwam naar me toe en zei: ’Bedankt! Doordat nergens meer in het ziekenhuis, en nergens meer op het ziekenhuisterrein nog mag worden gerookt, is het echt gelukt om te stoppen.’ Het was waarschijnlijk net het zetje dat ze nodig had. Dat vind ik dan wel fijn om te horen.”


Dit artikel verscheen op 12 oktober 2019 in de Gooi en Eemlander en is geschreven door Marjolein Vos.

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief