Uitgelicht project: Cardiovasculair risicomanagement (CVRM)
Het is uniek in Nederland dat de behandeling van hoog cholesterol regionaal wordt aangepakt. Met een nieuw protocol gaan de cardiologen en internisten van Tergooi MC en de huisartsen in de regio hun patiënten op uniforme wijze behandelen. In de pilotfase van het project CVRM gebeurt dit vooralsnog met twee grote gezondheidscentra: Casa Cura in Hilversum en Groepspraktijk Huizen. Internist Pieter Willem Kamphuisen en huisartsen Nienke van den Esschert (Casa Cura Hilversum) en Norbert IJkelenstam (Groepspraktijk Huizen) vertellen er meer over.
Levendige discussies
In het verminderen van hart- en vaatziekten is de behandeling van hoge concentraties van ‘slecht’ cholesterol (LDL) essentieel. Deze behandeling, en met name het gebruik van cholesterolverlagers (statines), is onderwerp van levendige discussies – binnen het ziekenhuis, onder huisartsen én ook in de publieke opinie. Huisarts Norbert IJkelenstam: ‘Tot nu toe hadden de eerste en tweede lijn hun eigen protocollen. Als een patiënt onder behandeling was bij de huisarts en werd opgenomen in het ziekenhuis kwam deze terug met andere medicijnen. Bovendien ging er dan ook wel eens iets mis in het cardiovasculair risicomanagement. De huisarts dacht dat de specialist daarvoor verantwoordelijk was en andersom. Nu hebben we één protocol en duidelijke afspraken wie wat doet. Dat geeft duidelijkheid voor de patiënt, huisarts en specialist.’
Enorme impact
Naar aanleiding van gesprekken met de twee gezondheidscentra werd besloten een use case CVRM te starten binnen het programma Zorg Dichterbij. Dat ging niet zonder slag of stoot, want het was een van de eerste use cases en meteen een heel groot, regionaal project met een enorme impact: het gaat zeker 10.000 patiënten aan. In de onderzoeksfase schreven internist Pieter Willem Kamphuisen en cardioloog Karin Arkenbout een nieuw protocol dat nu bij de twee groepspraktijken wordt getoetst. Kamphuisen: ‘Het protocol geeft antwoord op de vraag welke medicijnen je op welk moment geeft om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen. Dat is uniform voor de hele regio. Uniform qua streefwaarden, dus wanneer begin je met behandelen, en uniform qua behandeling, met één en dezelfde cholesterolverlager. Ook dat vergde enige discussie, maar daar zijn we uiteindelijk heel goed uitgekomen. Daarbij werden we geholpen door de nieuwe landelijke richtlijn op het gebied cardiovasculair risicomanagement, die veel meer keuzevrijheid geeft in de behandeling van cholesterolverlaging.’
Eén adequate statine
Alle patiënten in de regio met een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten én een verhoogd LDL-cholesterol worden in het nieuwe protocol behandeld met een adequate cholesterolverlager (statine) die minder bijwerkingen geeft dan andere statines en bij meer patiënten een adequate cholesterolspiegel geeft. Daarnaast wordt ook ingezet op digitale consultatie tussen specialisten en huisartsen. Huisarts Norbert IJkelenstam: ‘Als ik twijfel over de juiste behandeling en het protocol geeft onvoldoende antwoord, dan kan ik via de mail de medisch specialist consulteren en hoef ik mijn patiënt niet door te verwijzen naar het ziekenhuis.’ Internist Kamphuisen: ‘Zo hoeft de patiënt niet te wachten tot hij bij ons terecht kan en gaat het bovendien niet ten koste van zijn eigen risico. Het is een prachtig voorbeeld van hoe zorg dichterbij goed kan functioneren. Daarbij krijg je een betere selectie van patiënten die wel doorverwezen moeten worden en kunnen wij ons in het ziekenhuis focussen op de complexere zorg.’
Dezelfde taal
Ook huisarts Nienke van den Esschert is blij met deze aanpak: ‘Het protocol geeft ons heel duidelijke handvatten. Het is zodanig onderbouwd dat we het onze patiënten makkelijker kunnen uitleggen. Onze praktijkondersteuners, die de patiënten met verhoogd cholesterol periodiek terugzien, vinden het prettig om met het nieuwe protocol te werken. Het is ook fijn dat we nu met een middel werken dat eerder niet beschikbaar was voor de eerste lijn. Gelukkig kunnen we nu al onze patiënten dit middel geven, waardoor het lukt om de streefwaarden te halen – met minder bijwerkingen. Daarbij is de communicatie met de tweede lijn sterk verbeterd. We spreken dezelfde taal en we kunnen heel laagdrempelig overleggen met elkaar. Dat werkt heel prettig.’
Samenwerking
Dat het nieuwe protocol de kwaliteit van de patiëntenzorg een enorme ‘boost’ geeft, staat buiten kijf. Het geeft de zorgverleners energie en dat krijgen ze ook van de samenwerking op zich. Huisarts IJkelenstam: ‘We leren van elkaar en die wisselwerking is belangrijk.’ Huisarts Van den Esschert: ‘We hebben allemaal hetzelfde doel en zijn complementair aan elkaar. Ik geloof heel erg in nauwe samenwerking tussen specialisten en huisartsen en een project als dit vergroot echt mijn werkplezier. Daar plukken ook de patiënten de vruchten van.’