Onze uitdagingen
Samenwerking tussen organisaties in de regio was een succesfactor van het programma Zorg Dichterbij, maar tegelijkertijd ook een uitdaging. Hieronder lees je meer over de grootste uitdagingen die we zijn tegengekomen en hoe we daarmee zijn omgegaan.
Tegenvallende resultaten in sommige use cases
Eén op de vier gestarte use cases stopte vroegtijdig. Dat is inherent aan innovatie en de werkwijze: door iets te onderzoeken en testen ervaar je immers of het werkt. Dat is tegelijkertijd de kracht van de werkwijze. Hierdoor liepen use cases die niet bleken te werken, niet eindeloos door en was voor alle betrokkenen duidelijk waarom het niet werkte.
Use cases stopten om diverse redenen
Gebrek aan tijd, mentale ruimte en/of draagvlak bij een vakgroep en/of projectteam.
Voor een overzicht van alle use cases die gestopt zijn, kijk hier. Continuïteit is belangrijk bij het opzetten en borgen van de resultaten. Sommige use cases hadden te maken met meerdere scrummasters, waardoor de continuïteit in het gedrang kwam. Tegelijkertijd hebben we als Tergooi MC en als regio veel use cases weten af te ronden en in te bedden. Hoe concreter de werkafspraken hierbij waren, hoe makkelijker de borging. Bij de use cases rond videobellen zien we dat technische problemen, wijzigende wetgeving, maar ook digitale vaardigheden maakten dat er soms werd teruggegrepen op fysieke of telefonische consulten. Daarnaast is het uitdagend om zorgvernieuwing als thema en de opgedane kennis te borgen wanneer het programma Zorg Dichterbij eindigt. Er zullen nieuwe routes moeten komen voor het doorvoeren van zorginnovaties. Zorgvernieuwing leidt vaak ook tot kostenverschuiving. Deze kostenverschuiving blijkt niet altijd uitvoerbaar in de praktijk. Afgesproken is dat vrijgevallen omzet binnen de vakgroep opgevuld kan worden, maar omzetverschuiving tussen vakgroepen/afdelingen is veel ingewikkelder. Onze ervaring is dat use cases binnen één vakgroep relatief eenvoudig uit te voeren en op te schalen zijn. Maar wanneer er meerdere vakgroepen betrokken zijn, wordt het al ingewikkelder, aangezien dat leidt tot een verschuiving van de budgetten. Daarnaast waren er use cases die op korte termijn extra kosten met zich meebrachten, terwijl de verlichting bij de vakgroepen pas veel later zichtbaar zou worden en daardoor moeilijk concreet gemaakt kan worden. Voorbeeld hiervan is het GEM-team: extra zorg op de SEH leidt tot minder of geen opnames in Tergooi MC. Dit betekent dat er een structurele verschuiving van kosten moet komen om het GEM-team te financieren. De financiering hiervan is complex. Voor een aantal andere, vergelijkbare, use cases is het nog niet gelukt om hier een passende oplossing voor te vinden. In een aantal gevallen kon een ombuigingsvergoeding tijdelijk verlichting bieden, met deze tijdelijke financiering ontstaat tijd om bestaande zorgkosten af te bouwen. Ook zijn er voorbeelden waarbij zorg geleverd kan worden in of door de VVT, maar waarbij de financiering is gekoppeld aan een DBC. Bijvoorbeeld wanneer een patiënt het ziekenhuis verlaat en vervolgens zorg thuis ontvangt. De medisch specialist blijft eindverantwoordelijk en daarmee blijft ook de DBC in stand. Tegelijkertijd maakt ook de thuiszorg eigen kosten en is het niet altijd duidelijk binnen welke kostenstructuur medicatiekosten vallen. Deze drempel belemmert de zorgvernieuwing en het is van belang om hier tijdig de financier bij te betrekken. Om in de toekomst echt zorgverschuiving tot stand te laten komen, moet het financiële landschap mee innoveren. Bij een regiobreed vervolg, vraagt dit extra aandacht. Innovatie kost tijd. Dat kan niet zonder de inbreng van de professional, vandaar dat voor hen de projecttijd werd vergoed. Maar ook dan was het soms lastig om een vast moment te vinden voor de (online) afspraken, zeker wanneer meerdere zorgprofessionals samenwerkten in een use case met elk hun eigen spreekuren of OK-afspraken. Kern van het programma was een korte doorlooptijd per use case en dus snel starten, terwijl de tijd van zorgverleners in het ziekenhuis vaak al twee maanden vooruit is ingepland. Vaak lukte het om hier een oplossing voor te vinden, maar soms bleek dat lastiger en duurde het langer voordat een use case echt kon worden opgestart. Daarnaast had schaarste en uitval van personeel (door corona) invloed op de tijd van zorgprofessionals. Patiëntenzorg moet dan overgenomen worden door de beschikbare zorgprofessionals, met als gevolg het afzeggen van afspraken in use cases. De sterke kant van het programma – werken in kleine en concrete use cases – maakt het tegelijk lastig om de samenhang tussen use cases te zien. Zo is bijvoorbeeld bij specifieke zorgpaden beeldbellen ingezet, maar is het nog niet gelukt om dit breed binnen Tergooi MC op te schalen. De concrete use cases zorgden voor relatief snel effect, terwijl systeemveranderingen moeizamer zijn. Het Tergooi-breed opschalen vanuit een aantal succesvolle use cases, naar Tergooi-niveau vraagt een andere wijze van ondersteunen waarin binnen dit programma niet was voorzien. Ook is er soms veel energie gestopt in use cases die slechts een klein effect hadden op ligdagen of polibezoeken. Soms bleek het effect van een verandering kleiner dan vooraf ingeschat, in andere gevallen was vooraf al bekend dat een use case een kleine, maar relevante verschuiving zou realiseren. Nadat dit eind 2021 werd vastgesteld, is gepoogd hierop bij te sturen. Waar mogelijk werden te kleine use cases niet opgestart. Tegelijkertijd wilden we enthousiaste artsen, zeker van vakgroepen die nog niet waren aangesloten, niet afremmen. Voor een vervolg zouden we aanraden om vooraf meer kaderstellend te zijn met betrekking tot de omvang van de zorgverschuiving Zorg Dichterbij is opgestart vanuit Tergooi MC. Huisartsen en VVT zijn al snel betrokken, maar dat was niet vanaf de start het geval. De doelstellingen zijn dan ook vanuit het ziekenhuis opgesteld en gericht op het reduceren, voorkomen en verplaatsen van tweedelijns zorg. Zo ontstond, onbedoeld, het gevoel dat de zorg ‘over de schutting’ zou worden gegooid. In een aantal mooie use cases hebben de betrokken partijen vervolgens ervaren dat dat niet de bedoeling is. Zo is de use case CVRM niet alleen gericht op het voorkomen van ziekenhuisopnames maar komen door een strakker medicatieprotocol patiënten ook minder vaak op consult bij de huisarts. Ook samen met de VVT is bekeken waar samenwerking mogelijk is, zonder de zorg verder te verstoppen. Alle betrokken partijen geven aan dat het voor een eventueel vervolg wenselijk is om al vanaf de start samen te werken en samen doelen op te stellen. Dat is mogelijk doordat de samenwerking juist door het programma Zorg Dichterbij is verbeterd en de eerste stappen al zijn gezet. Transmurale samenwerking is ingewikkeld, zeker waar sprake is van meerdere vormen van financiering.
De nieuwe werkwijze verhoogde wel de kwaliteit van zorg, maar droeg niet bij aan de doelstelling van Zorg Dichterbij.
Technische dilemma’s en digitale vaardigheden bij bijvoorbeeld videoconsulten. Niet elke vorm van digitale zorg werd een succes.
Zorgvernieuwing die op korte termijn leidt tot extra kosten die pas op langere termijn elders worden terugverdiend, zijn lastig in de begroting in te passen.
Borging van resultaten
Bekostiging van zorgvernieuwingen
Tijd van zorgprofessionals
Samenhang tussen vele use cases
Samenwerking tussen organisaties in de regio